07

Dit artikel hoort bij: Landmacht 09

Bevostraat in woestijnvallei

Tekst KAP Roel van de Wiel
Foto SGT Hille Hillinga, SM Arnoud Schoor (video)

Logistieke enablers maken verkenningen mogelijk in uithoeken Mali

De commando’s in Mali verkennen steeds verder ten noorden van het Nederlandse kamp in Gao. Hun zelfstandige optreden in het gigantische Afrikaanse land vereist goede logistieke bijstand. Die hebben ze, bleek tijdens een meerdaagse patrouille door de woestijn.

Het is een paar kilometer rijden van het laatst bezochte dorpje naar de Lying Up Position (LUP), een verzamelplaats op een open zandvlakte. De mannen van de Special Operations Land Task Group (SOLTG) hebben een lange dag gehad. Als de verkenningseenheid de LUP tegemoet rijdt, wordt ze meteen naar het hart van de standplaats gedirigeerd.
Daar worden de voertuigen in een geïmproviseerde bevostraat afgetankt en met nieuwe dozen water en rantsoenen beladen. Pas dan hangen de commando’s in een grote rondom af. “We hebben een aardig bevostraatje staan”, ziet sergeant-1 David van der Eerden van de ODB-groep (Onderhoudsdiagnose en Berging) van het Korps Commandotroepen. “Binnen een paar minuten is een ploeg voorzien van eten, drinken en diesel. Dit kunnen we in elke operatie, waar ook ter wereld. Dus waarom niet in een woestijn in Mali?”

BEVO

Afgelegen

De taakgroep van Nederlandse commando’s is met 4 verkenningsploegen de woestijn boven Gao ingereden. Een week in de Tilemsi-vallei, dan nog een blinde vlek voor de Verenigde Naties. Die zijn voor de missie Minusma afhankelijk van de informatie van de verkenners. De commando’s zijn in de vallei op zichzelf aangewezen en op de logistiekelingen die zijn aangesloten in hun konvooi. Een viertonner vol levensmiddelen en gereedschappen, een truck met Brandstof Distributiemiddel (BDM) vol diesel en een met quads geladen vrachtwagen crossen tussen de militaire terreinwagens door over de zandwegen van Noord-Mali. “Peanuts”, constateert Van der Eerden. “De afstand is geen uitdaging. En ook het terrein, afwisselend keiharde grond, mul zand en modder, valt reuze mee. Onze voertuigen komen makkelijk mee.”

BEVO
Op de voorlaatste dag van de operatie dropt een Portugees transportvliegtuig eten, drinken, brandstof en gereedschap.

Enablers

Aan boord van de zwaargewichten rijden diverse logistieke enablers mee. Niet alleen van het KCT; ook specialisten van 220 Transportcompagnie, 230 Clustercompagnie en 13 Herstelcompagnie. “We hebben niet alle logistieke expertise zelf beschikbaar”, weet Van der Eerden. “De collega’s zijn dan zeer welkom. Niet alleen voor de uitgifte van eten en drinken, ook voor reparaties en onderhoud van voertuigen, wapens en verbindingsmateriaal. Dankzij deze enablers zijn we nu ook logistiek helemaal zelfstandig.” 

Afhankelijk

Aan het einde van elke ‘werkdag’ van de operatie herhaalt het bevoorradingsritueel zich in de LUP. De meegebrachte diesel en dozen water (10 anderhalve literflessen per persoon per dag) zijn voldoende voor een week. “Ik had 3800 liter diesel bij me”, rekent korporaal-1 Roy Morssink voor. Morssink is namens 100 Bevoorrading & Transportbataljon de klasse III-goeroe op Kamp Castor. Hij is met de BDM-truck meegereden in het konvooi. “De tank was bijna vol en hij gaat zo goed als leeg. We hadden nog iets zuiniger kunnen bijtanken, maar veel langer dan een week had ik het niet volgehouden.”

BEVO

Drop

Dat is gerekend zonder bijvullen. Op de voorlaatste dag van de operatie dropt een Portugees transportvliegtuig op 2 pallets aan parachutes een nieuwe voorraad eten, drinken, brandstof en gereedschap. De airdrop is ditmaal niet per se nodig. Als de pallets leeggehaald en de trucks beladen zijn, is wel een belangrijke lakmoesproef geslaagd. Zodra de verkenningsoperaties nog langer van huis gaan, zijn bevoorradingen door de lucht zeker wenselijk. “Op deze manier kunnen we het hier eindeloos volhouden”, stelt sergeant Van der Eerden. “Zolang de motivatie goed blijft, kunnen we in het veld blijven tot er iets echt groots afbreekt of misgaat. Aan de logistieke opvoer zal het niet liggen. Ook hier niet.”

BEVO