Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto LKOL Bram Kuijper
Improviseren onder primitieve omstandigheden
Dit artikel hoort bij: Landmacht 09
Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto LKOL Bram Kuijper
Improviseren onder primitieve omstandigheden
Vanaf het moment dat de CAR in 1960 onafhankelijk wordt van Frankrijk beleeft het vele staatsgrepen en opstanden. Eind 2012 beginnen de Seleka-rebellen, opgericht door een moslimminderheid in het noordoosten van het land, een geweldcampagne om de president te verdrijven. Als de rebellen in maart 2013 de hoofdstad Bangui innemen, vlucht hij. Het interim-bestuur is niet in staat om de veiligheidssituatie in het land te handhaven. Het gevolg is een geweldescalatie tussen burgers onderling en botsingen tussen Seleka- en anti-Balaka-groeperingen (vertaling: anti-machete, groepen met een hoofdzakelijk christelijke achtergrond, red) in het gehele land. Het geweld mondt uit in een humanitaire crisis. Er vallen duizenden doden, 300.000 mensen slaan op de vlucht en meer dan 650.000 mensen raken ontheemd. Ongeveer de helft van de bevolking heeft behoefte aan humanitaire hulp.
De operatie EUFOR CAR moet een brug slaan tussen de in december 2013 gestarte missies van de Afrikaanse Unie (MISCA, 3.600 militairen) en Frankrijk (Sangaris, 2.000 militairen) enerzijds en de in september 2014 begonnen vredesoperatie van de Verenigde Naties (MINUSCA) anderzijds. EUFOR CAR is op 15 juni met 800 militairen operationeel. De missie biedt tot 15 december 2014 ondersteuning aan het herstellen van de veiligheid in en rond Bangui. Primair richt de operatie zich op het vliegveld M’Poko en de districten 3 en 5 van de hoofdstad.
Nederland levert 3 stafofficieren aan de Europese vredesmissie: 1 op het hoofdkwartier in Bangui en 2 op het operationele hoofdkwartier in het Griekse Larissa. Aan de missie nemen verder militairen van de volgende landen deel: België, Duitsland, Estland, Frankrijk, Finland, Georgië, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Oostenrijk, Polen, Spanje, Roemenië en het Verenigd Koninkrijk.
Juridisch adviseur luitenant-kolonel Bram Kuijper, uitgezonden naar Bangui van mei tot september
“Als militair operationeel jurist adviseer ik de commandant over hoe we onze taak binnen de juridische regels kunnen uitvoeren. Een voorbeeld: EUFOR wil mensen in de hoofdstad ontwapenen. Behoort dit tot het mandaat? Zo ja, welke voorwaarden zijn eraan verbonden? Op basis van welke criteria mag een EUFOR-militair bijvoorbeeld mensen op straat aanhouden om op wapenbezit te controleren? Mogen ze hiervoor ook woningen binnengaan? Behalve de regels erop naslaan, denk je er ook logisch over na. Van iemand die in de bush leeft, en zijn wapen gebruikt als verdedigingsmiddel tegen wilde dieren, is het niet nodig zijn wapen af te nemen.
Uiteindelijk zet de staf het om in een bevel voor de commandant. Tijdens mijn verblijf is EUFOR er zeker in geslaagd om het geweld in Bangui terug te dringen. Alleen al de aanwezigheid van de EU-militairen leek te helpen. We deden ons werk onder primitieve omstandigheden. Bij aankomst was er nog geen hoofdkwartier opgezet. We hadden niet eens bureaus om aan te werken.
Het Franse kamp Boali was niet uitgerust voor honderden extra militairen. De eerste weken sliepen en werkten we daardoor in tenten zonder airco of ventilatoren. Pittig, met een temperatuur van 40 graden en een hoge luchtvochtigheid. Maar uiteindelijk ben je een militair die geleerd heeft om te improviseren en te werken ondanks ongemak en tegenslag.
Na een aantal weken verruilden we de boogtenten voor accommodatie in containers. Ik vond een buddy in een Poolse luitenant-kolonel. Ondanks dat ik geen Pools spreek en hij geen Nederlands – hij sprak gebrekkig Engels, een beetje Duits en vloeiend Pools en Russisch – klikte het gelijk. Zo’n relatie maakt een uitzending als deze voor mij extra bijzonder.”