Zien, voelen en zelf proberen

Beroepsweek VeVa geeft leerlingen realistisch beeld

Ruim 1500 leerlingen van de mbo-opleiding Veiligheid en Vakmanschap (VeVa) volgden de afgelopen maand een Bedrijfsoriëntatie Grondoptreden (BO-GROP). Het Opleidings- en Trainingscentrum Manoeuvre (OTCMan) organiseerde de BO-GROP. Tijdens een actieve praktijkweek in de Harskamp kregen jongeren een realistisch beroepsbeeld van hun toekomstige baan. “Met een presentatie draag je veel informatie over, maar voelen, zien en zelf proberen, werkt veel effectiever”, zegt oefenleider, majoor Henk van de Werf.

Een patrouille nabootsen, op de schietbaan kijken, in een Bushmaster rijden en tientallen andere avontuurlijke momenten waren tijdens de BO-GROP onderdeel van het programma. “Bij ieder punt krijgen de leerlingen een demonstratie, waarna ze zelf mogen snuffelen en uitproberen”, vertelt kapitein Albert van Beek, plaatsvervangend oefenleider. “Uitgezonderd van het schieten uiteraard”, vervolgt hij. De reacties van de jongeren zijn volgens Van Beek bijzonder positief. “De leerlingen zijn ondanks een lange en intensieve week nieuwsgierig en enthousiast. Ze stellen de aanwezige militairen veel vragen. De doelstelling van de BO-GROP is om ze te enthousiasmeren, en hen een realistisch beeld te geven van een toekomstige baan bij het grondoptreden van de landmacht. Gezien de reacties bereiken we dit doel zeer zeker.”

Mens en materieel

Om een realistisch beroepsbeeld te creëren, treft het OTCMan veel voorbereidingen. Van de Werf: “Tijdens de BO-GROP krijgen we per week 500 leerlingen binnen. Dit vergt veel planning en regelwerk van de hele landmacht. Mens en materieel moeten worden vrijgemaakt bij de ondersteunende brigades en dat is soms lastig.” OTCMan trekt medewerkers uit de organisatie om de introductieweken mogelijk te maken. “De collega’s die meewerken zijn zeer betrokken bij het project. Zonder hun bereidwilligheid is het onmogelijk om de BO-GROP te organiseren. Uiteindelijk begrijpt iedereen binnen de landmacht dat het belangrijk is om een bijdrage te leveren. Dat zien we terug in de materiële en personele steun die we van de brigades krijgen,” aldus Van Beek.