Tekst Arno Marchand
Foto sergeant-majoor Gerben van Es
Nederlands F-16 detachement patrouilleert vanuit Polen boven Baltische staten
Op een ‘lege’ vliegbasis een goedlopend F-16 bedrijf
opzetten? Dat klinkt ingewikkeld maar de luchtmacht is er aan gewend. Van
Afghanistan tot aan de Verenigde Staten doet ze niet anders. Zo ook op de Poolse
vliegbasis Malbork. Hier startten vorige week zo’n 100 militairen in een paar
dagen het Nederlandse aandeel aan de Baltic Air Policing-missie op. Aan die
prestatie ging natuurlijk wel een aanzienlijke voorbereiding
vooraf.
50 containers vormen de kern bij het opzetten van het
F-16-vliegbedrijf. “Daarin zit al het materiaal dat we hier nodig hebben”,
vertelt hoofd technische dienst kapitein Stephan van Geem. Het inpakken van die
zeekisten gebeurt met grote zorgvuldigheid. Vooraf vindt een uitgebreide
factfinding missie plaats. Pas dan weten de techneuten precies wat er allemaal
op transport moet. “Ook bekijken we natuurlijk of de infrastructuur voldoet.
Zijn de start- en taxibanen okee en is er voldoende hangarruimte. Die dingen
zijn essentieel om met F-16’s te kunnen opereren.”
Personeel overlegt in de hangar die op dat moment voor de helft beschikbaar is.
Sisu
Daarmee zijn de specialisten er nog niet, want aansluitend
volgt een site survey. Daarin kijkt de delegatie tot in detail naar zaken als
stroom, hydrauliek, werkplekken enzovoort. Van Geem: “Na de ‘sisu’ zoals dit
onderzoek bekend staat, stuurt Nederland nog een verzoek aan Polen wat zij aan
diensten en spullen kunnen leveren. Na een paar weken krijgen we antwoord en pas
dan weten we tot in detail wat mee moet. Sommige techneuten nemen hun eigen
containers mee. Die zijn thuis helemaal ingericht voor werken op
locatie.”
Zolang de kantoren nog niet beschikbaar zijn, overlegt het CIS-personeel gewoon op kisten in de hangar.
Stekker
Hoe goed ook gepland, het opbouwen zorgt altijd voor verrassingen. Zoals de
aanwezigheid van veel Frans materieel. Zij deden voorafgaand aan de Nederlanders
de air policing vanaf Malbork, vandaar. De Fransen hebben overigens nog steeds
diverse ruimtes in gebruik. “Dan zit er niets anders op dan aanpassen”, slaat
hoofd gronduitrusting sergeant-majoor Erik Nijhof de spijker op de kop.
“Veranderingen in infra, hebben soms grote gevolgen voor ons. Er komt
bijvoorbeeld niet overal zomaar een lichtpunt uit de grond.”
“En juist licht is heel belangrijk”, vult specialist gronduitrusting sergeant
Mark Wink aan. “Je moet bij opbouwen niet kortzichtig zijn. Je moet vooral
vooruitkijken en meedenken met alle disciplines. Kunnen de airco’s in de eettent
ook verwarmen? Zo niet kachels bestellen!” Nijfor: “Opbouwen is het mooiste wat
er is. als alles eenmaal staat, hebben we er vaak iets moois van gemaakt.
Typisch Hollands.”
De missie in Polen geeft de Nederlandse F-16 vliegers tevens gelegenheid nachtvluchten uit te voeren. Daarmee ontlasten ze de vliegbases – en dus de omgeving – in Nederland.
Ervaring
Bij de opbouw kom je veel verrassingen tegen, vertelt Van
Geem. ”Dat vraagt om flexibiliteit en creativiteit. Constant ben je bezig met
bijsturen. Op zulke momenten besef je dat je bij de luchtmacht beschikt over
goede specialisten en dat we me z’n allen de afgelopen decennia veel ervaring
hebben opgebouwd. Denken in oplossingen, dat is de kracht van ons bedrijf. Met
nog geen 100 man boksen we het hier mooi voor elkaar.”
Gronduitrustingspersoneel in overleg en aan het werk.
Kansen
En dat allemaal om snel de F-16’s operationeel te laten
vliegen. Amper een dag na aankomst staan de F-16’s paraat voor inzet. “Daar ben
ik oprecht trots op”, zegt detachementscommandant luitenant-kolonel Marcel van
Egmond. “Wij leveren hier een wezenlijke bijdrage aan de BAP en ondersteunen
daarmee onze NAVO-partners. Maar we trainen hier ook met en tegen Poolse
MiG-29’s waarvan Malbork de thuisbasis is. Ook doen we veel aan nachtvliegen.
Dat alles biedt ons enorme kansen. We draaien we mee in Poolse oefeningen en
werken samen met andere NAVO-partners. Dat allemaal om de samenwerking te
verbeteren. Daar doen we het voor.”
Duidelijk niet in Nederland: Een Poolse MIG-29 achter een KLu F-16. Op de achtergrond de verkeerstoren van de vliegbasis Malbork.
Wat is Baltic Air Policing?
De 3 Baltische staten Estland, Letland en Litouwen hebben
zelf geen jachtvliegtuigen. Andere NAVO-lidstaten nemen daarom de bewaking van
het luchtruim voor hun rekening. Voor deze zogeheten Baltic Air Policing (BAP)
taak leveren de NAVO-bondgenoten om beurten jachtvliegtuigen. In 2005 bewaakte
Nederland al eens 3 maanden lang het Baltische luchtruim vanaf de vliegbasis
Siauliai in Litouwen. Door de crisis in Oekraïne zet de NAVO sinds eind april
meer militaire middelen in Oost-Europa in. BAP gebeurt vanaf 3 vliegbases:
Siauliai, Amari in Estland en Malbork in Polen. Vanaf de laatste opereert
Nederland sinds 4 september tot en met eind december met 4 F-16’s plus 1
logistieke reserve. Vanuit Siauliai vliegen nu Canadese CF-18’s en Portugese
F-16’s, en vanaf Amari Duitse Eurofighters.
Verdere ondersteuning komt van Nederlandse KDC-10
tankvliegtuigen die AWACS-radarvliegtuigen van de NAVO in de lucht van brandstof
voorzien. Ook patrouilleert een mijnenjager van de marine op de Baltische
Zee.