Tekst TLNT Rosalien van Damme
Foto Collectie Nederlands Instituut Militaire Historie
Stemmen uit het verleden
Dit jaar viert de Geestelijke Verzorging van Defensie het 100-jarig jubileum. Vier aalmoezeniers en acht veldpredikers waren in 1914 de pioniers in het Nederlandse leger. Vanaf 1921 heeft de Koninklijke Marine haar eigen afdeling Geestelijke Verzorging. 6 anekdotes uit het verleden geven een kijkje in de keuken van de Geestelijke Verzorger bij de marine door de jaren heen. Vlootpredikant Fred Omvlee: “Aan de ene kant staan we aan de zijkant. En aan de andere kant in het hart van de organisatie, namelijk op de werkvloer.”
“Een rare eend in de bijt”
“Toen ik als jong predikant in februari 1918 mij in Den Helder inscheepte aan boord van Hr.Ms. Hertog Hendrik schudde de opperschipper aan de wal meewarig het hoofd en zei: “Dat wordt een slechte reis met zo’n steek aan boord.Toch was hj een fijne kerel met wie ik best op kon schieten. Het was voor ‘t eerst in zijn leven geloof ik, dat hij een dominee van dichtbij zag en een hoge dunk van predikanten had hij niet. Trouwens, niet alleen voor hem maar voor alle opvarenden was ik een ‘rare eend in de bijt’.” Dr.W.G. Harrestein, oud-hoofdkrijgsmachtpredikant.
Is die rozenkrans wel gewijd?
“Tijdens de tweede politionele actie was ik ingedeeld bij de landingscompagnie van de mariniers. Ik heb drie landingen met ze meegemaakt. Op de Javazee werd iedereen ‘gebriefd’ en meteen daarop kreeg de dominee het woord. Dat was wat, ik stond daar tussen mensen van wie ik wist: daar gaan er straks een paar van dood… Ik ging aan land met de eerste ploeg, in een borstzak had ik een klein bijbeltje, een rooms-katholiek gebedenboek en een rozenkrans. Een van de jongens vroeg eens: “Is die rozenkrans wel gewijd? “God, moet dat dan?”, heb ik hem gevraagd.” Vlootpredikant (VLOP) J.T. Schneider.
Het cabaret van de dominee
“In mei 1948 ben ik als vlootpredikant begonnen en in de zomer zou ik naar de Oost vertrekken. Ik maakte mijn eerste vaartochten vanuit Indië. Opeens werd bekend gemaakt: “Vanaf heden staat het cabaret van de marine onder leiding van ds. Coenraad!” Nou goed, ik riep wat spelers bij elkaar, ook verpleegsters die niet direct bij de marine hoorden, en we hebben twee geweldige avonden weggegeven met liedjes als ‘Jongens in Indië, hou je maar haaks, daar in ’t land van smaragd’, gezongen door een beauty van een verpleegster! Zelf zong ik wat liedjes van de NCSV. Dat zingen bracht me in contact met allerlei jongens die nooit een dominee hadden gezien. En waar ik ook kwam daarna, op ieder schip begonnen wel wat jongens een liedje te zingen van het cabaret van dat moment. Ze kenden me nog en ik had een mooi entree!” VLOP J.T. Schneider.
Stress op kerstmorgen
“Het was mijn gewoonte ook op de grote christelijke feestdagen een dienst te houden, ook al waren verreweg de meeste manschappen met verlof. Zo ook op de Kerstmorgen in 1949. Toen ik m’n toga had aangetrokken in de kleine consistorie, liep ik de Kapel binnen. Er zat één matroos.
“Morge, Kees.”
“Morge, dominee… het gaat zeker niet door?”
“Wel”, zei ik, “laten we nog even wachten, er zal nog best iemand bijkomen.”
Even later veel gebons van zware stappen in het portaal met houten vloer. “Zie je wel, Kees”, zei ik. Door het middenpad kwam in haastige tred een heel jong matroosje, ging voor mij in de houding staan (dat doet een ervaren matroos natuurlijk nooit voor een VLOP) en zei zenuwachtig: “Dominee, ik moet straks de vlag voorhijsen… (hij hijgde, had zeker hard gelopen) en nu weet ik het niet: moet rood boven of blauw?” Kees en ik verzekerden hem dat ‘rood’ boven moest.
“dank u wel!” en weg was-ie weer. Toen was het wel duidelijk dat we samen zouden blijven met Leo achter het orgel.”
Het was niet tevergeefs
“In Cambodja heb ik veel mensen ontmoet die verdriet hadden om wat zij hadden meegemaakt. Soms konden ze hun emoties niet eens meer blijken, omdat het gewoon te veel was. Elke familie in Cambodja heeft te lijden gehad onder het bewind van Pol Pot. Ik ben in de schoollokalen van de Tuol Sleng gevangenis geweest. Dat was van 1975 tot 1979 de martelkamer van Pol Pot. Daar werd ik haast lijfelijk geconfronteerd met de ellende die het Cambodjaanse volk had ondergaan. Dit waren ‘The Killing Fields’.” VLOP L.J. Lamens.
Doop op zee
“Aan boord van Zr.Ms. Amsterdam komt kwartiermeester Lorraine Cooyman naar me toe met de vraag om gedoopt te worden. Een bijzonder verzoek, dat ik als vlootpredikant nog nooit had meegemaakt. Het verzoek verspreidt zich als een lopend vuurtje door het schip, waarna het idee bij de bemanningsleden begint te leven. Iemand herinnert zich een eeuwenoude traditie, waarbij voor een doop op zee een honderden jaren oude scheepsbel wordt gebruikt. Ook de commandant is enthousiast en biedt zijn kajuit aan voor de ceremonie. Iedereen die Lorraine heeft uitgenodigd komt zondag 3 juni 2012 bij elkaar. We luisteren naar mooie muziek en lezen uit de Bijbel. Lorraine vertelt hoe zij gelooft en waarom ze gedoopt wilt worden. Centraal staat de omgekeerde scheepsbel, honderden jaren oud, mooi opgepoetst. Daarin zit het doopwater. De oude woorden klinken: “Lorraine, ik doop je in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.” Dit zijn bijzondere momenten, die in mijn herinnering blijven.”