Tekst LTZ2OC (SD) Vanessa Strijbosch
Foto John van Helvert
Onderdelen scheepswrakken Hr.Ms. KXVI en De Ruyter boven water
Eerste Kerstdag 25 december 1941, ergens in de Zuid-Chinese Zee. De
onderzeeboot Hr.Ms. KXVI vocht dapper tegen een overweldigende meerderheid aan
slagkracht. Het mocht niet baten, de KXVI ging met alle 36 bemanningsleden ten
onder. Dinsdag 14 oktober 2014, Marinemuseum Den Helder. Tot groot enthousiasme
van de aanwezigen wordt de bovenkant van het stuurboord navigatielicht van het
wrak van de KXVI aan het museum overgedragen.
4 scheepsonderdelen, afkomstig van de wrakken van 2 Nederlandse marineschepen
die in de Tweede Wereldoorlog tot zinken zijn gebracht, zijn vorige maand
overgedragen aan het Marinemuseum. Eén van de onderdelen is de bovenkant van het
stuurboord navigatielicht van de in 1941 getorpedeerde onderzeeboot Hr.Ms. KXVI.
Verder zijn dat 3 spreekbuizen van de op 27 februari 1942 in de slag in de
Javazee tot zinken gebrachte kruiser Hr.Ms. De Ruyter. De objecten werden eerder
dit jaar op een veiling in Perth (Australië) aangeboden. Dankzij grote
diplomatieke inspanning zijn de spullen teruggekomen in Nederland.
Respecteren
Die diplomatieke betrokkenheid werd meerdere keren aangehaald in de diverse
toespraken tijdens de overhandigingsceremonie. Commandant Zeestrijdkracht
luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk benadrukte daarbij dat het voor de
Koninklijke Marine belangrijk is dat de scheepswrakken van marineschepen
gerespecteerd worden. "Het heeft niet veel gescheeld of deze onderdelen zouden
geveild worden. Dat mag nooit gebeuren.”
C-ZSK luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk is net als schout-bij-nacht b.d. Jan Spoelstra onder de indruk van één van de terug gevonden spreekbuizen van Hr.Ms. De Ruyter.
Emotionele waarde
Schout-bij-nacht b.d. Jan Spoelstra, de voorzitter van het Comité
Nabestaanden Nederlandse Onderzeeboten, omschreef de terugkeer van de onderdelen
als een uitstekende samenwerking tussen Defensie en de ministeries van
Buitenlandse Zaken van Australië en Nederland. “Dit is een terugkeer naar de
rechtmatige eigenaren van deze objecten, die diepe emotionele waarde hebben voor
de nabestaanden.”
Weer thuis
Eén van die nabestaanden is Katja Boonstra-Blom. Haar vader, Willem Blom,
voer op de KXVI en kwam in 1941 om het leven toen de onderzeeboot tot zinken
werd gebracht. Boonstra-Blom zocht jarenlang naar de KXVI. “Deze overhandiging
is voor mij een bevestiging dat we er goed aan hebben gedaan om te blijven
zoeken”, vertelde ze na afloop van de ceremonie. “Er is nu weer een stukje ervan
thuis en dat geeft een geweldig gevoel.”
Katja Boonstra-Blom zocht jarenlang naar de gezonken onderzeeboot van haar vader, de KXVI. “Er is nu weer een stukje ervan thuis.”
Hoop
Voor de 85-jarige Henk Bussemaker betekent de terugkeer van de onderdelen
heel veel. Zijn vader was commandant van Hr.Ms. O16, die op 15 december 1941 in
de Golf van Siam op een zeemijn voer en zonk. “Of ik nog hoop heb voor de boot
van mijn vader? Nee, ik denk niet dat we daar nog veel van terug zullen zien. Ik
ben al oud. Mijn zoektocht zit erop.”
Henk Bussemaker (rechts zittend) luistert aandachtig naar de toespraak van de directeur Marinemuseum, KLTZ (SD) Harry de Bles.