.
Detachement in Mali gewisseld
Het C-130-detachement in Mali is deze maand gewisseld. De 84 militairen van het eerste detachement vertrokken in november naar Mali en zijn nu weer thuis. Detachement twee kwam begin februari aan in het Afrikaanse land en blijft, net als de voorgaande lichting, in principe drie maanden.
De Nederlandse Hercules had er vorige week meer dan 150 vlieguren in Mali opzitten. Nederland ondersteunt met het vliegtuig een half jaar de VN-missie MINUSMA. Vanuit Bamako wordt de C-130 vooral ingezet om vracht en personeel van coalitiepartijen te verplaatsen. Het vliegtuig kan ook ‘airdrops’ uitvoeren om troepen in gevaarlijk gebied te bevoorraden. Zo dropte het eerste detachement succesvol vier bundels met bevoorrading in een afgelegen dorp Ogossagou. Deze lading was bestemd voor een bataljon uit Senegal. Eens per week staat het vliegtuig stand-by voor medische evacuaties.
Commandant van het eerste detachement luitenant-kolonel Maurice Schonk droeg deze maand het commando over aan luitenant-kolonel Remco Baerveldt. Schonk bedankte zijn detachementsleden voor hun inzet en harde werken de afgelopen drie maanden. Ook noemde hij de prettige samenwerking met de Noorse kampstaf en de fijne ondersteuning die deze collega’s leveren aan het Nederlandse detachement.
Het eerste detachement ontving de Herinneringsmedaille VN-vredesoperaties. Ook speurhond Kyta werd beloond met een eigen medaille. De Mechelse herder besnuffelde voor elke vlucht mens en materiaal op zoek naar eventuele explosieven. Ze vloog ook mee om op andere locaties vracht te checken voor deze werd ingeladen. In Mali maakte ze honderd vlieguren, inmiddels is ze weer thuis op Vliegbasis Eindhoven. Foto: Defensie
Opwerking Volkels 313 Squadron van start
Halverwege dit jaar worden de eerste vier F-35’s op Volkel verwacht. Om dan ook direct met de toestellen te kunnen opereren, is een detachement van het 313 Squadron alvast met opwerken gestart.
Daarvoor zijn de collega’s van de Brabantse vliegbasis sinds 3 januari voor een half jaar op Leeuwarden geplaatst. Hier leren zij onder begeleiding van 322 Squadron zelfstandig met het nieuwe jachtvliegtuig opereren. Dat doen ze onder het mom van de oefening Northern Tiger, die onderdeel is van het F-35-transitieplan.
De eerste F-35 bedoeld voor Vliegbasis Volkel kwam op 12 januari aan in Nederland. Dat was tegelijkertijd met de laatste F-35 voor Vliegbasis Leeuwarden. Samen vlogen ze vanuit de fabriek in Italië naar Leeuwarden. Onderweg maakte de F-024 een ‘touch and go’ op zijn toekomstige thuisbasis Volkel. Tot medio 2022 zullen alle F-35’s op Leeuwarden worden gestationeerd. In 2024 neemt de F-35 alle taken van de F-16 over, dat vliegtuig zwaait dan in Nederland definitief af. Foto: sergeant 1 Jan Dijkstra
Eindoefening officiersopleiding op luchtmachthoofdkwartier
Nog niet eerder vond een eindoefening van de Primaire Militaire Officiersopleiding (PMO) plaats op het hoofdkwartier van de luchtmacht. Afgelopen januari was dit wel het geval. Zes dagen waren alle vergaderzalen op de vijftiende verdieping ‘uitzendgebied’. “Eigenlijk geen rare omgeving, want een jonge luchtmachtmilitair komt juist niet snel in een schuttersput terecht.”
Die uitleg gaf vluchtcommandant van 122 Squadron kapitein Wout Molenschot. De vraag ‘moeten jullie niet in een bos liggen?’, die soms weerklonk in de Luchtmachttoren, kon hij dan ook makkelijk uitleggen. “De nieuwe kortmodel officiersopleiding bestaat ondertussen twee jaar. Die ging van één jaar naar twintig weken. Daarin hebben we de cadet centraal gesteld; wat heeft een startbekwame CLSK-officier nodig om zijn eerste functie te kunnen uitoefenen? Daarbij is de opleiding teruggebracht tot de essentie, waarbij het eigenaarsschap over de eigen ontwikkeling centraal staat. Hij of zij komt bijvoorbeeld niet in aanraking met een Colt of een schuttersput.”
In twee series beleefden de 42 cadetten die op 23 augustus met hun opleiding startten, hun eindoefening. In een waarheidsgetrouwe command post exercise werkten de cadetten toe naar een gewapende inzet tijdens een uitzending. Daarbij waren zij zelf verantwoordelijk voor het bedenken van het scenario (white cell), een detachementscommandant, het hanteren van de standaard S-structuur en de uitvoering. Zo pasten ze in een driedaags scenario alle geleerde lessen uit twintig weken opleiding toe.
De cadetten sliepen op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) en gingen elke dag op de fiets naar de toren en daar met de trap naar de vijftiende etage. Zo was er ook voldoende ruimte voor lichaamsbeweging. Voor een deel van hen wachtte, na de bevordering op 21 januari, nog de vaktechnische opleiding. Een aantal kon al direct aan het werk.
Al vaker vond de eindoefening plaats in een kantooromgeving, maar niet eerder in de Luchtmachttoren. Die locatie kwam tot stand door samenwerking van luitenant-kolonel Linda Lauret (commandant cadettenwing van de KMA) en kolonel Franka Teunissen-van de Kamp (chef kabinet CLSK). Leuke bijkomstigheid? Normaliter komt er niemand kijken tijdens de oefening. Nu brachten diverse afdelingshoofden en de Commandant Luchtstrijdkrachten even een bezoekje aan hun collega’s in spe. Foto’s: Koninklijke Luchtmacht
Meer weten over de PMO? Lees dan: https://magazines.defensie.nl/vliegendehollander/2020/01/03_pmo
Nieuwe Bambi Buckets voor Chinook
Voor het bestrijden van natuurbranden, de zogenoemde fire bucket operations (FBO), heeft de Defensie Materieel Organisatie alle waterzakken van de Chinook vervangen. De acht nieuwe Bambi Buckets van 7.600 liter kunnen hun waterlading met een zogenoemde multi-drop-functie ook gefaseerd of verspreid over meerdere plekken laten vallen. Dat maakt de inzet van de ‘blushelikopter’ variabeler. De oude zakken konden hun lading alleen in één keer kwijt.
De vorige Bambi Bucket van de Chinook van 10.000 liter werd in de praktijk altijd voor 75 procent gevuld. Een volledig gevulde zak overschreed namelijk de maximale draagkracht van de helikopter wat zogeheten overtorque veroorzaakte. Om dat te voorkomen, werden de Bambi Buckets ingesnoerd. Dit leidde echter tot extra slijtage en extra onderhoud, wat ten koste ging van de inzetbaarheid. De multi-drop-functie is een nieuwere ontwikkeling van de Canadese fabrikant SEI Industries die Bambi Buckets over de hele wereld levert. De eerste nieuwe exemplaren kwamen in 2019 binnen en werden het jaar erna getest (zie foto’s). De laatste arriveerden afgelopen december.
Zowel 298 Squadron met de Chinook als 300 Squadron met de Cougar staan jaarlijks van april tot oktober stand-by voor FBO’s, ter ondersteuning van de reguliere brandweer. Foto’s: Defensie
Veertig jaar NAVO AWACS
Over twee dagen, op 24 februari, is het precies veertig jaar geleden dat een multi-nationale aircrew het eerste AWACS-vliegtuig op de Duitse NAVO-vliegbasis Geilenkirchen aan de grond zette. Het was de eerste van de vloot van achttien. Nederland maakt vanaf dag één onderdeel uit van de NATO Airborne Early Warning and Control Force (NAEW&CF) eenheid en de NAVO-alliantie waar het toestel onder valt. Het is de eerste multinationale en operationele vliegende eenheid van het bondgenootschap.
Sinds 1982 bewaakt de NAEW&CF met de radarvliegtuigen het luchtruim boven de NAVO-landen. De eenheid leidt met de vliegtuigen wereldwijd militaire oefeningen en operaties in het luchtruim en verzamelt noodzakelijke informatie over de situatie in de lucht, op de grond en op het water. Nederland bekleedt 38 militaire functies op de NATO Air Base.
De NAVO E-3A Airborne Warning and Control System – zoals de AWACS voluit heet – voerde in vier decennia een breed pallet aan missies uit. Denk daarbij aan luchtruimbewaking, ondersteunen van anti-terrorisme operaties, evacuatie-missies, embargo operaties en humanitaire crisis ondersteunings- en managementmissies. Zo bood het vliegend radarstation ondersteuning aan offensieve NAVO-luchtoperaties tegen het regime van voormalig Joegoslavië, maar ook aan de Verenigde Staten na de terroristische aanvallen op 11 september. Daarna nam het vliegtuig onder meer deel aan ISAF-operaties in Afghanistan in strijd tegen terrorisme. De NAVO AWACS is doorlopend betrokken in het wereldwijd handhaven van vrede en veiligheid.
In juni van dit jaar wordt het veertig-jarig jubileum op de NATO Air Base in Geilenkirchen gevierd. Foto: NAEW&CF
F-16’s op Volkel weer paraat
De bescherming van het luchtruim van Nederland, België en Luxemburg is sinds 27 januari weer in Nederlandse handen. Vliegbasis Volkel heeft de zogenoemde Quick Reaction Alert (QRA)-taak overgenomen van België. De zuiderburen krijgen de taak op 13 mei weer terug.
Nederland en België voeren gezamenlijk en afwisselend de QRA-taak uit. Daarvoor staan continu twee F-16’s paraat met een korte waarschuwingstijd. Luchtgevechtsleiders van het Air Operations Control Station in Nieuw Milligen staan 24 uur per dag en zeven dagen per week stand-by voor de aansturing van de inzet in het Nederlandse luchtruim. Foto: sergeant-majoor Henry Westendorp
Verdere samenwerking Duits-Nederlandse luchtverdedigers
Op weg naar deelname aan de NAVO-interventiemacht in 2023 zetten Nederlandse en Duitse luchtverdedigingseenheden op 7 februari een nieuwe stap. Op die dag zijn afspraken vastgelegd over de wijze waarop de eenheden gezamenlijk bescherming bieden tegen luchtdreigingen. De Duitse commandant grondtroepen brigadegeneraal Volker Samanns en Plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten generaal-majoor Rob Jeulink ondertekenden de afspraken.
De luchtverdedigers van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) werken al langer intensief samen met hun Duitse collega’s. Zo staat de Flugabwehrraketengruppe 61 uit Todendorf al bijna vier jaar onder het bevel van het DGLC. Maar optreden gebeurde altijd naast elkaar in plaats van mét elkaar. Dat doen beide eenheden nu wel binnen de Bi-national Short range air defence Task Force (BSTF). Die is inzetbaar met luchtverdedigers en wapensystemen tegen luchtdreigingen op de korte afstand.
De BSTF werkt zich met oefeningen op om vóór eind van dit jaar volledig gecertificeerd te zijn voor het snelst inzetbare deel van de NAVO. Dat is de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF), ook wel aangeduid als flitsmacht. Met Cerberus Dagger in Noord-Brabant en Limburg oefenden de luchtverdedigers tot 10 februari intensief om volledig op elkaar ingespeeld te raken. Foto: Defensie
European Air Group onder Nederlandse leiding
Ieder jaar wisselt het voorzitterschap van het defensiesamenwerkingsverband European Air Group (EAG). Sinds 13 januari staat deze Europese onafhankelijke defensieorganisatie een jaar onder Nederlandse leiding. Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Dennis Luyt nam het stokje over van zijn Belgische evenknie en is daarmee de achttiende director van de EAG. Vanwege coronamaatregelen vond de overdrachtsceremonie digitaal plaats.
De EAG is in 1995 opgericht naar aanleiding van de operationele ervaringen van de Golfoorlog en in het voormalig Joegoslavië. Inmiddels zijn de luchtmachten van België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk aangesloten bij dit multilaterale samenwerkingsverband. Dat richt zich op bevordering van interoperabiliteit tussen de aangesloten luchtmachten, waarbij de nadruk ligt op het behalen van tastbaar resultaat op zowel tactisch als operationeel niveau.
De afgelopen decennia is er veel bereikt, variërend van het vinden van diverse praktische en technische oplossingen en de ontwikkeling van trainingsaanbod zoals Volcanex-oefeningen (deze serie oefeningen richt zich op het introduceren, testen en verfijnen van EAG-producten in een multinationale omgeving). Daarnaast zijn zowel het European Air Transport Command dat op Eindhoven huist, als het European Personnel Recovery Centre voortgekomen uit projecten van de EAG.
De Steering Group is het hoogste besluitvormingsorgaan binnen de EAG waarin de commandanten van de deelnemende luchtmachten zitting hebben. Namens de Steering Group voorziet de director EAG de permanente staf van de EAG in het Britse High Wycombe van een strategische richting. Zo zal Nederland het komende jaar onder meer aandacht vragen voor domein-overstijgende samenwerking en het duurzaamheidsvraagstuk binnen het luchtoptreden. Foto: Koninklijke Luchtmacht
F-16’s in de verkoop
Benieuwd hoe Defensie overtollige F-16’s verkoopt? Majoor b.d. Rob Hoogboom van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) weet er alles van en begeleidt momenteel de verkoop van twaalf toestellen aan de Amerikaanse firma Draken. In het DMO-magazine Materieelgezien vertelt hij wat erbij komt kijken. Lees hier het artikel. Foto: sergeant Cristian Schrik
Tekst: Arno Marchand en Jopke Rozenberg-van Lisdonk