Tekst kapitein Charlotte Snel
Foto sergeant Jasper Verolme, foto boven uit privécollectie
Van Starfighter tot F-16
Ben en zoon Fred hebben er respectievelijk 10.000 en 6.000 vlieguren op verschillende jachtvliegtuigen op zitten. Voor kleinzoon Max begint het avontuur nu ook. Op Tucson wordt hij opgeleid tot een van de laatste F-16-vliegers. De Vliegende Hollander bracht een bezoek aan de tweede en derde generatie van deze jachtvliegersfamilie.
Het was niet zo dat zijn kamertje in Uden vroeger vol hing met F-16-posters. Nou ja, er stond een oude schietstoel van zijn vader, maar Max (27) heeft zo’n flauw vermoeden dat daar ooit simpelweg een lege plek voor moest worden gezocht. Het vliegervak an sich hield ‘m in eerste instantie niet zo bezig.
“Mijn vader vloog lange tijd op de F-16 en later op de C-130”, vertelt Max tussen zijn lessen door op Tucson. “Best tof natuurlijk, maar er werd thuis altijd heel normaal over gedaan. Het was gewoon ‘oké, papa is een paar maanden weg op uitzending of oefening’, punt. Op jonge leeftijd voelde dat helemaal niet zo speciaal.”
‘We zijn niet zo van het overdreven uiten’
Polonaise
Pas tegen het einde van de middelbare school begint Max zich meer te interesseren in de baan van zijn vader en ja, die vliegerij lijkt hem toch wel wat. Met een vwo-diploma op zak meldt Max zich vol goede moed bij de Koninklijke Luchtmacht waar hij uiteindelijk in een van de selectierondes afvalt. Een alternatief is vlug gevonden: Lucht en Ruimtevaart Techniek in Delft, maar al snel begint het avontuur weer te lonken.
Na het afronden van zijn bachelor probeert Max het opnieuw bij de luchtmacht. Dit keer met succes. Of zijn vader direct de polonaise inzette? “Dat weet ik eigenlijk niet. Mijn ouders hebben mijn broertje en mij altijd meegegeven dat we vooral moeten doen wat ons blij maakt. Hij vond het vast leuk, maar we zijn niet zo van het overdreven uiten.”
Voetsporen
Na de KMA, grondschool en Elementaire Militaire Vlieger Opleiding (EMVO) op Woensdrecht volgt een assignment voor Sheppard Air Force Base in de Verenigde Staten. Beetje bij beetje wordt duidelijk dat Max zeer waarschijnlijk als jachtvlieger in de voetsporen van zijn vader en opa zal treden. Sterker nog, hij reist zijn vader letterlijk achterna.
Nadat vader Fred decennia op de F-16 en de C-130 vloog, verhuist hij in 2016 samen met zijn vrouw naar Texas waar hij op Sheppard als instructeur bij de Euro-NATO Joint Jet Pilot Training aan de slag gaat.
Voor de oplettende lezer: inderdaad, op dezelfde plek waar Max in 2020 aan zijn vliegeropleiding begint. Ruim een jaar lang wandelen vader en zoon dagelijks door dezelfde gangen, staan bij dezelfde koffiemachine en werken soms letterlijk op armlengte van elkaar.
Traditie
Fred, ofwel ‘Solex’, is inmiddels gepensioneerd. Voor hij terugkijkt op zijn eigen bijzondere periode als jachtvlieger, reageert hij vanuit zijn Drentse dorp op een aantal uitspraken van zoon Max. Want hoe zat het met die schietstoel? En wat vindt hij er nu écht van dat zijn zoon ook jachtvlieger wordt?
Fred: “Die schietstoel op zijn kamer klopt. Arme jongen. Ik heb tijdens een checkvlucht in Sheppard een keer moeten springen. Traditiegetrouw krijg je de schietstoel daarna mee en ja, alleen op de kamer van Max was daar nog plek voor. Wat betreft zijn keuze voor het vliegervak; natuurlijk vind ik dat hartstikke leuk. Max is gedisciplineerd, leert makkelijk en heeft een ontzettend goede focus. Prima eigenschappen voor een vlieger. Dat zag ik altijd al, maar wij wilden hem zijn eigen keuzes laten maken.”
‘Mijn vader was toevallig vlieger, een ander zat op de vrachtwagen’
Diensttijd
Op veel vlakken lijkt de geschiedenis zich te herhalen. Fred groeit tevens op als telg van een jachtvlieger en ook bij hem thuis werd dat heel gewoon gevonden. “Mijn vader was toevallig vlieger bij Defensie, een ander zat op de vrachtwagen of werkte in de bouw. Meer was ’t voor ons niet.”
En net als zijn zoon begint ook Fred zich pas op latere leeftijd voor het vak te interesseren. “Ik koos in eerste instantie voor de opleiding neuropsychologie, maar toen ik de dienst in moest zei mijn vader ‘joh, probeer het eens bij de luchtmacht. Dan kun je mooi in diensttijd een vliegeropleiding volgen’. Zo geschiedde. Dat bleek een schot in de roos. Uiteindelijk heb ik 32 jaar gevlogen.”
Wingman
Terug naar Sheppard waar Fred vorig jaar van dichtbij ziet hoe zijn zoon zich ontwikkelt tot serieuze en, zo blijkt al snel, puike vlieger. “Dat was ontzettend bijzonder, maar ook tricky. Voordat Max naar de VS kwam, heb ik uitvoerig met mijn collega’s gesproken. Ik wilde hoe dan ook voorkomen dat mensen met een schuin oog naar ons zouden kijken. Of erger, dat gesuggereerd zou worden dat hij zijn succes aan mij te danken had.”
‘We waren eventjes elkaars wingman’
Door de overplaatsing van Fred naar een andere functie lukt het vader en zoon om werk en privé te scheiden. In ieder geval tot aan Max zijn laatste formatiesolo. “Daar wilde ik gewoon heel graag bij zijn”, vertelt Fred. “We waren dus eventjes elkaars wingman, ja. Mooi hè?”
Hoewel hij door zijn vele missies vervroegd met pensioen kan, tekent Fred op Sheppard toch nog acht maanden bij. Met één enkel doel: als actief dienend militair de wings van zijn zoon opspelden. Fred: “Het liefste wilde ik dat samen met mijn vader, Max’ opa, doen, maar die kon door corona niet naar de VS komen. Uiteindelijk zijn er tijdens de ceremonie foto’s getoond, een van mij bij de F-16 en een van mijn vader bij de F-104. Een heel bijzonder moment.”
Eng
De ogen van Fred beginnen te twinkelen als hij over zijn vader begint. Hij trekt wat krantenknipsels uit de kast en in mum van tijd ligt de tafel vol foto’s. De loopbaan van opa Ben, callsign ‘Lips’, is als een jongensboek.
Hij komt op als dienstplichtig monteur, maar heeft meer in zijn mars. In 1954 wordt Ben voorgedragen voor de vliegeropleiding; de start van een luchtmachtcarrière van 37 jaar. Hij begint op de Gloster Meteor en vliegt later onder andere op de Hawker Hunter en F-104 Starfighter. Zijn loopbaan eindigt, net als bij zijn zoon, in de transporttak. Op Curaçao maakt hij in de Fokker F-27 Friendship zijn laatste vlieguren. De oud-vlieger blijft op het eiland wonen en geniet daar nu, op 87-jarige leeftijd, nog altijd van zijn welverdiende pensioen.
Avontuur
De gelijkenissen tussen hem en zijn vader zijn volgens Fred ‘absoluut eng’. Ze beginnen in hun diensttijd als jachtvlieger, gaan beiden zes weken na de geboorte van hun eerste kind op uitzending én gebruiken allebei een keer de schietstoel. “Ik tijdens die opleidingsvlucht, mijn vader op missie in Nieuw-Guinea. Hij heeft een uur rondgedobberd in een rubberbootje voor hij door Papoea’s in een kano is gered.”
In principe genoeg avontuur voor een mensenleven, maar opa Ben doet er een aantal jaar later nog een schepje bovenop wanneer hij tijdens een dogfight boven België met zijn Hawker Hunter in een spin terecht komt. Het is niet voor het eerst dat er mankementen zijn met dit type straaljager. Al enige tijd vinden er wereldwijd dodelijke crashes met het toestel plaats, zonder aanwijsbare oorzaak. Ben weet de kist in normale stand te krijgen en merkt dat een van de rolroeren het heeft begeven. Door enkel linkerbochten te draaien, bereikt hij heelhuids Vliegbasis Soesterberg. De oorzaak van het probleem is een scheur in het scharnier. Fred: “Dat bleek ook bij de eerdere crashes het euvel te zijn. Die actie van mijn vader heeft potentieel levens gered. Hij heeft hier later een hoge koninklijke onderscheiding voor ontvangen. Daar ben ik enorm trots op. En hij zelf, ondanks zijn Groningse nuchterheid, ook trouwens.”
‘Jachtvliegen is écht het mooiste vak dat er is’
Cirkeltje rond
Max heeft in de VS nog een paar pittige maanden voor de boeg voordat hij officieel in de voetsporen van zijn vader en opa mag treden. Als alles mee zit, staan pa en ma eind juni in Tucson langs de flightline om hun zoon officieel als F-16-vlieger te onthalen. Voor Fred is daarmee het cirkeltje rond. “Dan heb ik een nieuwe generatie afgeleverd die hopelijk net zo’n geweldige tijd gaat hebben als mijn vader en ik. Want jachtvliegen is écht het mooiste vak dat er is.”