Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto sergeant Cristian Schrik

Binnen 20 weken luchtmachtofficier

Hoofd opleidingsplannen CLSK luitenant-kolonel Gerrit Dijkstra.

Vrijwel iedereen met een afgeronde hbo- of wo-vooropleiding kan tegenwoordig binnen 20 weken luchtmachtofficier worden. Dat is 2 keer zo snel als voorheen. Best opmerkelijk. We vroegen twee van de makers van de nieuwe Primaire Militaire Officiersopleiding om uitleg. Want hoe kun je de kwaliteit van ‘kort model officieren’ waarborgen in de helft van de tijd?

“Door jezelf opnieuw kritisch af te vragen: wat heeft iemand met een beroepsopleiding op hbo- of wetenschappelijk niveau nodig om als militair officier bij de luchtmacht te starten?”, antwoordt hoofd opleidingsplannen CLSK luitenant-kolonel Gerrit Dijkstra. “Wat moeten ze kennen en kunnen, letterlijk gezegd”, vult zijn collega Maxime Hounjet aan. Als opleidingskundige werkte ze samen met de overste, 2 opleidingsontwikkelaars, diverse docenten van de faculteit militaire wetenschappen én het voltallige 122 Squadron van de Koninklijke Militaire Academie (KMA) aan de ontwikkeling van de zojuist gestarte Primaire Militaire Officiersopleiding (PMO). 

10 februari, opkomstdag voor de eerste lichting PMO. De cadetten beschikken direct over een flink aantal kilo’s persoonlijke uitrusting.
Opleidingskundige Maxime Hounjet; of formeel 'adviseur learning & development'.

‘Ik heb dingen geleerd die ik nooit heb hoeven toepassen’

Kennen, kunnen, doen

“De Korte Officiersopleiding (KOO) was enigszins overcompleet”, concludeert Hounjet. Dijkstra, zelf inmiddels ruim 20 jaar officier bij de luchtmacht, kan daar uit eigen ervaring over meepraten: “Ik heb destijds dingen geleerd die ik uiteindelijk nooit heb hoeven toepassen. Overigens is veel daarvan inmiddels ook verwaterd.” Hounjet reageert: “Beroepsgericht opleiden; just in time, just enough. Kennen, kunnen, doen; dát staat centraal in deze nieuwe opleiding.” Die benaderingswijze past volgens de 2 niet alleen binnen de huidige beleidskaders van Defensie, maar ook in die van de hedendaagse maatschappij. 

Gelijk aanpoten op de eerste dag op de KMA.

70% leer je op de werkplek

“Een baan voor het leven, daar kiezen de meesten tegenwoordig niet meer voor”, weet Dijkstra. “Dus aspirant-officieren initieel al opleiden tot de rang van kapitein, is eigenlijk helemaal niet nodig”, concludeert Hounjet. “Iedereen begint tenslotte als tweede luitenant en na 5 tot 10 jaar word je bevorderd tot kapitein.” Dijkstra vult aan: “Bovendien leer je over het algemeen zo’n 70% van je wat je daadwerkelijk moet kunnen op de werkplek zelf.”

De emblemen van links naar rechts: KMA, Cadettenwing, 122 Squadron. Een aspirant-officier brengt het rangonderscheidingsteken van een cadet aan op zijn gloednieuwe militaire tenue.

Rode draad

Met dit alles in het achterhoofd begon het projectteam te ontwerpen. Kennis aanreiken die cadetten direct en in een beroepsgerichte context kunnen toepassen, is daarin een rode draad. Verdiepingen vinden vooral plaats op basis van individuele behoeften. Bepaalde elementen die in de KOO werden aangeboden, zoals het hele logistieke concept van de luchtmacht, vielen daarbij buiten de boot. Hounjet: “Relevante kennis die we in het vervolg aanbieden in de vaktechnische opleiding of die op de werkplek aan bod komt.”

Het eerste bivak. Lesje organiek bepakken.

Wie ben je en wat breng je mee?

Van burger naar luchtmachtofficier

Maar voordat je officier kunt worden, moet je eerst transformeren naar militair. Het eerste blok van 8 weken heet dan ook heel toepasselijk ‘Van burger naar militair’. Het bestaat vooral uit de zogenaamde ‘groene lessen’: een aantal integratiedagen, een introductiebivak en een oefening te velde waarin de cadet het geleerde toepast in de praktijk. In die weken leren de aspirant-officieren alle militaire basisvaardigheden (MBV) in luchtmachtcontext. Verder is er veel aandacht voor het individu. Wie ben je en wat breng je mee? En welke opleidingsvormen en leeromgeving passen het beste bij jou? Dit en meer zijn zaken die de cadet samen met de instructeur analyseert en oppakt. In het tweede blok ‘Van militair naar luchtmachtofficier’ komen in 12 weken de belangrijkste faculteitsvakken aan bod, zoals militair recht, leiderschap, ethiek en besturing binnen Defensie. Het hele operationele planningsproces vanaf een ‘Artikel 100-brief’ (het politiek bevel tot militaire inzet) tot aan de start van de missie, loopt als een rode draad door de lessen heen. Dijkstra: “De hele periode werk je toe naar een eindoefening. Alle lessen dragen daaraan bij.”

Kameraadschap vanaf week 1.

Luchtmachtcontext

Extra aanpassing in de officiersopleiding is de luchtmachtcontext waarin alles nu staat. “Voorheen was de MBV defensiebreed hetzelfde en meer landmachtgeoriënteerd”, vertelt Dijkstra. “Terwijl een luchtmachter niet continu in het bos zit. Het introductiebivak is nog wel in het bos, maar de MBV-lessen, search & rescue en werkplekbeveiliging oefenen we bijvoorbeeld op een compound met gebouwen. In zo’n omgeving speelt ook de eindoefening zich af. Dat doen we op het Defensie Helikopter Commando, de Koninklijke Militaire School Luchtmacht of vliegbasis Volkel. We richten qua organisatie dan alles in zoals op missie.”

Wapenles.

Nieuwe interessante doelgroep

Dijkstra en Hounjet denken dat de kwaliteit van de ‘officieren kort model’ met de nieuwe opleiding in principe weinig verandert. Wat ze wél hopen te veranderen, is dat de luchtmacht als werkgever een bredere doelgroep aanspreekt. Dijkstra: “De leeftijdsgrens die jarenlang op 27 jaar en een paar maanden lag, is onlangs voor een heel aantal categorieën verruimt. Dat betekent dat nu steeds meer mensen met werkervaring solliciteren. Zij kunnen de organisatie echt verrijken. Bovendien kiezen ze doelbewust en zijn ze vaak heel gemotiveerd. Maar iemand met een koophuis en een gezin, gaat niet zomaar 40 weken intern zitten voordat hij aan zijn nieuwe functie mag beginnen. Dat hebben we inmiddels ervaren. 20 weken is wellicht nog wel ‘te doen’. Dus behalve dat we nieuwe mensen sneller op functie hebben, zijn we ook aansprekender geworden voor een nieuwe interessante doelgroep.”

‘Mensen met werkervaring kunnen de organisatie echt verrijken’

Gepersonaliseerd leren

“Defensie, en dus ook de luchtmacht, gaat voor een doorlopende leerlijn”, schetst Hounjet. “Je leert naar gelang je behoefte, datgene wat je op korte of lange termijn nodig hebt. Zo zijn er steeds meer mogelijkheden voor gepersonaliseerd leren en het volgen van aanvullende cursussen gedurende je loopbaan. De luchtmachtorganisatie leer je gaandeweg vanzelf kennen. Dat is niet veranderd en zo werkt het in andere organisaties ook. Gelukkig zijn de meeste collega’s bereid om een nieuwkomer hierin wegwijs te maken.”

Van spijkerbroek naar luchtmachtofficier kan via 3 verschillende opleidingen:

  • Militair-wetenschappelijke opleiding (MWO) - duur: 4 jaar - wie: afgestudeerde vwo’ers, hbo’ers of daaraan gelijkgestelden.
  • Primaire militaire officiersopleiding (PMO) - duur: 20 weken - wie: afgestudeerde hbo’ers, wo’ers of daaraan gelijkgestelden en havo- en vwo-leerlingen die solliciteren op functies waarvoor geen vergelijkbare civiele beroepsopleiding bestaat zoals vliegers, luchtgevechtsleiders en meteorologen.
  • Specialistenopleiding - duur: 10 weken - wie: specialisten zoals artsen, psychologen, fysiotherapeuten, aalmoezeniers, cyberspecialisten en redacteuren.