05

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 10 | 2015

Dwars door de Spaanse heuvels

Hernieuwde aandacht voor landoptreden Cougars bij Trident Juncture

36.000 militairen, zo’n 140 vliegtuigen en helikopters en meer dan 60 schepen. Trident Juncture is duidelijk NAVO’s grootste oefening van de afgelopen 10 jaar. De Koninklijke Luchtmacht levert onder andere met helikopters een belangrijke bijdrage aan de zeemacht. De Vliegende Hollander nam een kijkje bij de Cougars en zag een bijzondere vogel landen.

x

Sierra del Retin, Zuid-Spanje. De motor van de Cougar laat de rotors ‘klappen’ boven het zeeoppervlak van de Atlantische Oceaan en enkele seconden later flitsen de heuvels en olijfboompjes op het Spaanse vasteland voorbij. Het is precies deze combinatie van opereren vanaf zee en boven het land, die de grote NAVO-exercitie Trident Juncture belangrijk maakt voor kapitein Tom Masseling en zijn mensen van het 300 Squadron.

Op niveau

De vertraagde invoering van de NH90 en de grote behoefte aan heli-capaciteit gaf de Cougar een nieuw leven. Sindsdien stond vliegen vanaf schepen dan ook met stip op één. Van het transport van mariniers en hun materiaal tot luchtondersteuning en van het onderscheppen van andere schepen tot verkenningstaken, om maar enkele voorbeelden te noemen. “Maar het optreden boven land dat we in Afghanistan veel deden, was wat achterop geraakt”, zegt detachementscommandant Masseling. “Bij Trident Juncture kunnen we deze vaardigheid weer op niveau brengen.”

“Hier oefenen we weer ’s nachts vliegen boven land”, zegt copiloot eerste luitenant Jordy van Reisen. “Nederland is bekend terrein, maar de heuvels bij Sierra del Retin vormen best een uitdaging. Dat maakt vliegen hier in Spanje zo gaaf.”

x

Communicatie

Een belangrijke training is het ’s nachts afzetten en oppikken van troepen. Dat vergt de nodige planning en accuratesse, legt de copiloot uit. “Hoe nader ik de landingszone, hoe kan ik snel, tactisch en veilig aan de grond komen?”

De communicatie met de mariniers van 2 Marine Combat Group vergt daarbij de nodige aandacht. “Met de Luchtmobiele Brigade of het Korps Commandotroepen hebben we zo vaak getraind dat we precies weten wat ze bedoelen”, vult Van Reisen aan. “Met de procedures van de mariniers was dat even wennen.”

NATO Response Force

Trident Juncture staat in het teken van certificering van de amfibische taakgroep die Nederland volgend jaar levert aan de NATO Response Force (NRF). Deze snelle reactiemacht moet binnen 5 tot 30 dagen overal ter wereld inzetbaar zijn. Het 300 Squadron heeft echter een notice to move van 20 dagen en levert 2 Cougars plus manschappen. Maar dit betekent niet dat de Cougar-bemanning een heel jaar ‘onder de knop’ zit; er zijn 2 ploegen die elk kwartaal roteren.

Bonus

“Trident Juncture is een drukke periode”, vertelt Masseling. “We vervoeren mariniers en halen en brengen VIP’s. De Cougars fungeren ook als oefendoelwitten voor de Stinger-teams van de landmacht. De jongens vliegen zich suf. Het is een lange oefening, waarin we de mogelijkheid krijgen om op alle gebieden weer proficient te worden.” Van Reisen knikt enthousiast. “Het vele vliegen is een mooie bonus. Er is zoveel te doen. Misschien is niet iedere vlucht inhoudelijk interessant, maar we zijn constant bezig.”

Osprey

Eigenlijk had de Flight deck officer aan boord van de De Witt lood in zijn schoenen moeten hebben tijdens de landing van de MV-22 Osprey. Zo heftig is de down wash van deze bijzondere vogel. Het is de eerste keer dat dit Amerikaanse type een landing maakte op het vliegdek van een Nederlands Landing Platform Dock (LPD). “De doelstelling van de oefening met de Osprey was interoperabiliteit met bondgenoten”, zegt luitenant-ter-zee 2 OC Rudy Steenhoek, officier commandocentrale. “Dan loop je tegen allerlei zaken aan. Het was bijvoorbeeld al duidelijk dat hun tankaansluiting aan bakboordzijde zit en onze brandstofslang aan stuurboord. Dus moet er een langere slang komen.”

De Osprey is een bijzonder transporttoestel. Het vliegt als een helikopter wanneer de motorgondels verticaal staan, maar de MV-22 kan ze ook kantelen zodat het een vliegtuig wordt. De Osprey kan 24 volledig bepakte militairen vervoeren.

Het is belangrijk om te meten onder welke omstandigheden de Osprey het vliegdek veilig kan naderen en ‘oplanden’. Dit is voor elk type schip, elk type helikopter en per landingsspot verschillend.

Ook de wind verschilt per positie. Vlak achter de hangaar is bijvoorbeeld veel minder wind; aerodynamisch ontstaat daar een luwte. Zo zoeken ze de veilige marges op, de SHOL’ s, Ship Helicopter Operational Limits.

Tijdens Trident Juncture levert het 300 Squadron 2 gezagvoerders, 3 copiloten, 2 loadmasters plus technisch personeel aan boord van het amfibisch transportschip Zr.Ms. Johan de Witt.

Een oude bekende van de Marineluchtvaartdienst, een Lynx van de Portugese marine, bracht tijdens de oefening hoog bezoek aan boord.

Naast de 2 Cougars levert KLu voor Trident Juncture op zee een NH90 en vanaf Sicilië Nederlandse bemanningen in de NAVO AWACS. Daarnaast leiden luchtmachters in het Spaanse Zaragoza de aan- en afvoer van luchtvracht en personeel in goede banen. Daarover volgende maand meer.

Tiltrotor

“Het grote voordeel van de MV-22 is dat het verticaal kan landen op een kleine oppervlakte”, vertelt Osprey-vlieger captain Eddie Rogers. “Maar we kunnen ook vliegen met de snelheid en reikwijdte van een vliegtuig.” Een zogenoemde tiltrotor dus. In Nederland is door het CLSK Flight Test Department een testplan opgesteld voor de Osprey. Een flight test engineer aan boord houdt alles in de gaten. “Er komt nog een rapport op basis van metingen en resultaten”, geeft Steenhoek aan.

Rogers is tevreden. “Het doel van deze test op de Johan de Witt is simpelweg samenwerken. Onze schepen zijn weliswaar wat groter dan deze maar dat is geen probleem. Bovendien zijn de procedures nagenoeg hetzelfde en dat scheelt.”

Clipje zien van de MV-22 Osprey? Kijk dan hier: https://www.defensie.nl/actueel/videos/2015/10/23/osprey-landt-op-zr.-ms.-johan-de-witt

Tekst: Arjen de Boer
Foto: sergeant-majoor Maartje Roos
Video en montage: sergeant-majoor Dave de Vaal