Tekst kapitein Klaas Daane-Bolier
Foto Cross Media MCD

Nieuwe training P&O-adviseurs van start

Stel, de commandant wil binnen zijn eenheid een bekende collega plaatsen op een vacature. Probleem; de man voldoet niet aan de eisen in de functiebeschrijving. De commandant vraagt daarom zijn P&O (Personeel & Organisatie)-adviseur de functie-eisen naar deze collega aan te passen. Ziedaar, een moreel dilemma is geboren, want wat doe je als P&O’er?

Om hiermee beter te leren omgaan, gaat iedere P&O-adviseur de Training Morele Oordeelsvorming (TMO) volgen. Om betrokkenheid hiermee te creëren kregen alle hoofden P&O in januari alvast een presentatie over de training. Maar achterover hangen en domweg luisteren was er niet bij op de Kromhoutkazerne. Ook de hoofden P&O werd gevraagd hun dilemma’s op tafel te gooien. Daaruit bleek wel dat het aantal morele dilemma’s waar P&O’ers tegenaan kunnen lopen, behoorlijk divers is;

  • Iemand krijgt 4 maanden voor zijn FLO geen VGB meer verstrekt vanwege een vergrijp in de burgermaatschappij. Oneervol ontslaan of toch met FLO laten gaan?
  • Een medewerker in het van werk-naar-werk-traject vraagt een studie aan die meer kost dan waarop hij recht heeft. Deze studie vergroot wel zijn kansen op de arbeidsmarkt aanzienlijk. Laat je hem studeren of volg je de regels?
  • Iemand gaat het Management Development (MD)-traject in omdat het hem gegund wordt, niet omdat hij aan de regels voldoet. Zeg je daar wat van of niet?
x

Afpellen

“De P&O-adviseur bevindt zich soms in een kwetsbare positie,” vertelt Ankje Hovinga. Zij is werkzaam bij Divisie Personeel en Organisatie Defensie (DPOD) en samen met Miriam de Graaff van de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) – beide van het CDC – de projectleider van het project ‘Verankering integriteit binnen het P&O-domein’. “Dilemma’s kunnen ontstaan doordat P&O’ers niet altijd onder de te adviseren leidinggevende vallen, maar daarmee wel een directe relatie hebben. Daarnaast hebben zij toegang tot alle personeelsystemen waarmee ze zorgvuldig moeten omgaan. Deze mogen niet oneigenlijk gebruikt worden, ook niet op verzoek van een commandant of collega.”

Tijdens de TMO gaan de adviseurs dan ook met elkaar de morele dilemma’s ‘afpellen’. Verschillende vragen komen daarbij aan de orde. Een belangrijke is bijvoorbeeld: ‘Van wie is het dilemma eigenlijk?’ In veel gevallen ligt de uiteindelijke beslissing bij de leidinggevende en adviseert de P&O’er slechts. Maar ook, ‘welke wegen zijn er te bewandelen?’ En ‘wat zijn de consequenties?’ Naast het adviseren heeft een P&O’er ook een uitvoerende rol in veel personeelsprocessen. Dus na het advies houdt de taak van de adviseur niet op.

x

Negatieve besluiten

Maar de P&O’er is niet altijd buitenstaander. Tijdens de presentatie bleek dat adviseurs, met name in het functietoewijzingsproces, nogal eens te maken krijgen met zaken die niet helemaal volgens de regels verlopen. Bijvoorbeeld een commandant die buiten de procedure om al de toezegging heeft gedaan aan een kandidaat dat hij de baan krijgt. Op zo’n moment heeft de adviseur een actieve rol in het proces. Laat hij het dan lopen of trekt hij aan de bel bij zijn functioneel leidinggevende? Kiest hij voor de laatste optie, in hoeverre is de relatie met de leidinggevende dan verstoord? Ook moeten adviseurs soms negatieve besluiten adviseren over mensen die ze later in hun loopbaan weer gaan tegenkomen.

Gevoelskwesties

Morele dilemma’s spelen zich af in een grijs gebied waar de regelgeving niet voldoende houvast biedt, geeft Hovinga aan. “Vaak zijn het gevoelskwesties. Tijdens de TMO gaan collega’s met elkaar aan de slag met integriteit en doorlopen ze samen de wegingsprocessen, dus hoe kom je tot een gefundeerd besluit. Het doel is dat met deze vaardigheden besluiten en adviezen aan de commandant meer weloverwogen tot stand komen. Belangrijk leerdoel daarvan is dat je heel duidelijk onder woorden kunt brengen hoe je tot het oordeel gekomen bent en op welke wijze je recht doet aan alle betrokkenen. Welke keuze je ook maakt. Dan kun je je oordeel goed verdedigen tegen iedere belanghebbende. Dat is het belangrijkste wat deelnemers aan de TMO gaan leren. Uiteindelijk draagt dit bij aan de verdere professionalisering van de P&O’er.”

x
kaderlijn

Opzet TMO

Iedere P&O functionaris en loopbaanbegeleider zal verplicht de eendaagse TMO moeten doorlopen. Deze TMO is het startpunt. Om het thema onder de aandacht te houden, zullen de functionarissen jaarlijks 3 keer een Moreel Leeroverleg bijwonen. Tijdens deze bijeenkomsten bespreken de P&O’ers nieuwe morele dilemma’s en andere zaken die met integriteit te maken hebben. Zo blijft het thema onder de aandacht. Een extern bureau, Governance and Integrity, zal in eerste aanleg de TMO en het Morele Leeroverleg verzorgen. Dit bureau heeft ook een ‘train the trainer’-programma opgezet zodat eigen personeel op den duur de sessies zelf kan geven.
Naast het verder professionaliseren van de P&O-functionarissen, biedt de TMO ook een unieke gelegenheid om het aantal en de soorten dilemma’s waarmee het personeel te maken krijgt, te inventariseren. Met die gegevens wil de projectorganisatie in de toekomst een manifest over morele dilemma’s uitbrengen.

kaderlijn