Tekst Arno Marchand
Foto Louis Meulstee
Poging grootste paradropping gaat letterlijk mist in
Het geduld van de veteranen werd op de Ginkelse Heide danig op de proef gesteld. Op deze landingsplaats even ten oosten van Ede stond 20 september de grootste naoorlogse paradropping in Nederland op het programma. Zowel in de ochtend als middag zouden 11 militaire transportvliegtuigen ruim 1000 parachutisten droppen. Mist was de grote spelbreker. Daarmee vertoonde de herdenking opvallende gelijkenis met de echte operatie in 1944.
De aanvulling van de 2000 para’s die hier op 17 september 1944 landde, kon ook toen niet springen door mist. Het was 1 van de oorzaken waardoor Market Garden mislukte. De gastheer van 11 Luchtmobiele Brigade haalt in zijn speech nog aan wat een Amerikaanse vlieger vertelde over de operatie: “Ik had al veel respect voor para’s, maar als ik ze nu de hel in zie springen, denk ik dat ze gek zijn.”
Dit jaar echter breekt tijdens de herdenkingsceremonie bij het Airborne-monument de zon door. Dan ontvouwt zicht vanonder een witte deken beetje bij beetje de Ginkelse Heide. Verdeeld over de middag droppen een aantal vliegtuigen hun para’s. De naar schatting 60.000 bezoekers zijn na het signaal taptoe als eerbetoon aan de omgekomen strijders 1 minuut muisstil. De para’s worden met luid applaus ontvangen.
Angel of mercy
John Jeffries (links, 92 jaar, 1st Airborne Divisional Signals) en Fred Cooper (89, 156 Batallion) zitten beiden in dezelfde groep die op de Ginkelse Heide landt. “Maar ik kom hem tijdens deze herdenking voor het eerst tegen”, zegt Cooper. “Ik kom hier ieder jaar. Om herinneringen uit te wisselen. Deze herdenking is altijd erg mooi.” Beiden springen op maandag 18 september 1944. Jeffries: “De ‘Gerries’ zaten verstopt in de bosrand. Ze beschoten ons van alle kanten. Ik werd geraakt in m’n arse!” “His buttocks”, verbetert zijn vrouw Elisabeth hem lachend. Jeffries: “Ik kwam terecht in hotel Tafelberg in Oosterbeek. Een noodhospitaal. Er was 1 Nederlandse dokter. Echt een brick! Zijn dochter van 17 stelde iedereen gerust. Zij was onze angel of mercy. Ik kreeg van haar een manicure terwijl er een oorlog gaande was!”
Buren
Soldaten Joe McAllister (links, 90) en Joseph Mawdsley (89) kennen elkaar niet tot ruim 20 jaar geleden. Dan komen ze op 500 meter van elkaar te wonen en leren ze elkaar via via kennen. Mawdsley landt op 17 september per parachute en McAllister een dag later met een Horsa. “Daar leek het eerst niet op”, zegt hij, “want de dag ervoor werd de vlucht na zo’n 50 mijl afgebroken. We gingen terug naar Broadwell. Dat was het dan voor mij, dacht ik. Maar nee, de volgende dag dus weer. In het bos bij Wolfheze bediende ik het Projectory Infantery Antitank weapon. Ik moest op een gegeven moment naar de overkant van de weg om ontstekers te halen. Een Duitse sniper schoot me toen neer. Ik raakte gewond aan mijn schouder en rug.”
Overleefd dankzij Duitsers
Mawdsley kiest met zijn collega’s de ‘middle route’ naar Arnhem. “Onderweg kwamen we de dode Duitse majoor-generaal Friedrich Kussin tegen. De B Company van 3rd Parachute Battalion had hem uitgeschakeld, vlak voordat wij voorbij kwamen.” Hij raakt zelf gewond door een mortiergranaat en ligt daarna gewond aan de Rijnoever. “Op een gegeven moment komen twee SS’ers uit hun tank naar mij toe gelopen. Ik dacht, nu is het afgelopen. Maar nee, ze tillen me op en leggen me in de begroeiing langs de hoger gelegen weg. Daar pikt een Duitse vrachtwagen me later op en brengt me naar het hospitaal in Apeldoorn. Ik leef dus eigenlijk nog dankzij de Duitsers.”
Geen krasje
Glider pilot sergeant bd Bernard Osborn, stijgt als onderdeel van het B Squadron op 17 september op van vliegbasis Brize Norton. “We werden getrokken door een Albemarle, een tot sleepvliegtuig omgebouwde bommenwerper. Het is zwaar vliegen in een Horsa, want je voelt constant de slipstream van het vliegtuig voor je. Op een paar mijl voor Landing Zone S werden we losgekoppeld, ik schat op een paar honderd voet hoogte. Je glijdt naar beneden en zoekt een plek waar je kunt landen. Niet makkelijk want er landen zo’n honderd kisten tegelijk. Als iedereen het goed deed, kwam je allemaal min of meer gecontroleerd in dezelfde richting aan.” Osborns zweefvliegtuig vervoert een jeep met aanhanger en 5 man. ‘We kwamen perfectly safe aan. Nog geen krasje op de verf. Ik ben er erg trots op glider pilot te zijn geweest.”
Veilig
11 Luchtmobiele Brigade organiseert de jaarlijkse paradropping op de Ginkelse Heide. De KLu ondersteunt, onder andere met een display director. Kapitein Freek Bouwhuis van Maritiem Vliegkamp De Kooy (rechts) en kapitein Stijn de Graaf van het AOCS Nieuw Milligen regelen het vliegverkeer boven de heide. Daarbij krijgen ze veel ondersteuning van dit radarstation, want telefoonverbindingen zijn door de drukte amper te gebruiken. Bouwhuis: “Ook bij dit soort evenementen geldt: veiligheid voorop.”