De Algemene Rekenkamer heeft haar bevindingen gepresenteerd over de onderzoeksfase van de onderzeebootvervanging.
In het rapport ‘vizier op de vervanging van de onderzeeboten’ concludeert de Rekenkamer dat er positieve stappen zijn gezet op het gebied van studies, levensduur en de kosten-baten. Deze verbeteringen dragen bij aan een transparante en doelmatige besluitvorming.
De Rekenkamer ziet financiële risico’s bij de aankoop van het nog te ontwikkelen wapensysteem. Defensie stelt er tegenover dat risicomanagement een doorlopend proces is, dat gebruikt wordt om tijdig bij te kunnen sturen en het project financieel inpasbaar te houden. Defensie hanteert voor dit project ook een risicoreservering die ruimer is dan gebruikelijk.
De 4 huidige onderzeeboten van de Walrusklasse lopen tegen het einde van de levensduur aan. Volgens de huidige planning moet de eerste nieuwe onderzeeboot in 2028 door de bouwer worden opgeleverd.
De zogeheten B-brief (onderzoeksfase) is eind vorig jaar naar de Tweede Kamer gestuurd en daar eerder dit jaar behandeld. Na de B-fase gaat het zogeheten Defensie Materieel Proces over in de D-fase (verwervingsfase), waarin nog 3 aanbieders over zijn: Naval Group, Saab Kockums en ThyssenKrupp Marine Systems. (Foto: John van Helvert)
Crossen op de simulator
De huidige quad-simulator is af van het stempel ‘innovatief experiment’ en gepromoveerd naar ‘een bruikbaar systeem’.
De realisatie komt voort uit een samenwerking tussen DMO’s innovatiecentrum MIND (fysieke hardware), het Joint IV Commando/KIXS (ICT-componenten) en Special Operations Command (gebruiker). De opdracht voor 3 systemen ligt bij de Nederlandse startup REEQ en maakt vanaf eind dit jaar een virtuele hand over take over mogelijk door plaatsing op complexen Rucphen en Roosendaal.
Eerder stond de quad-simulator op het tech event DefLab in het Nationaal Militair Museum, waar bezoekers in een virtueel spel een rondje op de quad konden rijden. Het Korps Commando Troepen was toen al erg enthousiast. Nu krijgt dat dus een vervolg met de productie van 3 nieuwe systemen, die in een virtuele kopie van een echte operationele omgeving kunnen rijden. Niet zozeer als simulator om beter op een quad te kunnen rijden, maar om de overdracht tussen eenheden in een genetwerkte omgeving beter te laten verlopen. (Foto: sergeant-majoor Maartje Roos)
Nieuwe BV’s
Het Korps Mariniers krijgt vanaf 2024 de beschikking over 124 nieuwe rupsvoertuigen als vervanger voor de verouderde Bandvagn 206- en Viking-voertuigen.
De nieuwe wagens zijn licht gepantserd en moeten inzetbaar zijn in extreme omstandigheden, zoals bijvoorbeeld in de sneeuw en lastig begaanbaar terrein. Ze moeten dus minstens net zoveel terreinmobiliteit hebben als de huidige BV’s. Nederland werkt bij de verwerving samen met Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Daarvoor is vorig jaar het Memorandum of Understanding Multinational Cooperation on All Terrain Verhicles gesloten. De landen willen in grofweg dezelfde periode als Nederland de BV-206 vervangen. Zweden coördineert dit project.
Er zijn ook plannen om de resterende BV-206- en Viking-voertuigen te vervangen. Dit moet gebeuren met kleinere all terrain patrouillevoertuigen. Hiervoor komt een apart project, waarover de Kamer volgend jaar wordt geïnformeerd.
Defensie nam de Bandvagn 206 in de jaren 80 in gebruik. Het ging in 1e instantie om 156 voertuigen, waarvan er in de loop der jaren 127 zijn gemoderniseerd om nog in ieder geval tot en met dit jaar mee te kunnen. De Viking Bandvagn S10 werd al eerder aangekocht als vervanger van de ongepantserde BV-206 D6. (foto: adjudant Eva Klijn)
Robots voor landmacht
Meer nieuws uit Estland, want De Koninklijke Landmacht heeft samen met het Estse Centre for Defense Investment (ECDI) 7 THeMIS onbemande grondvoertuigen (UGV's) gekocht. De landmacht heeft al langere tijd 2 van deze UGV’s in gebruik en krijgt er nu 4 bij. De krijgsmacht van Estland neemt er 3 af in het gezamenlijke contract.
Tot nu toe is de THeMIS met succes gebruikt door operationele eenheden van de 13 Lichte Brigadevoor onderzoek en experimenten. Dat gebeurde in Schotland, Duitsland, Nederland en tijdens een brandoefening in Oostenrijk. “De toevoeging van 4 THeMIS-voertuigen met een Remote Controlled Weapon System geeft ons de mogelijkheid om door te gaan met het ontwikkelen van concepten om de gevechtskracht te vergroten en het risico voor onze soldaten te verkleinen '', aldus luitenant-kolonel Martijn Hadicke, commandant Robot en Autonome Systemen (RAS). (Foto: Hans Roggen)
Een eco-knop, zoals je die hebt in de auto, op een marineschip? Kan dat? Het is een vraag die MIND, het innovatiecentrum van de Defensie Materieel Organisatie, wil beantwoorden. Dat doet MIND (Military Innovation by Doing) samen met de Afdeling Maritieme Systemen (AMS) van de DMO en met het maritieme onderzoeksinstituut MARIN.
De oorsprong van dit experiment ligt in de Oceans-1 Challenge; een wedstrijd voor bemanningen van zeeschepen. De bemanning die het meeste onderneemt om hun ecologische footprint te reduceren, wint. In de challenge is technische ondersteuning voorzien door een digitaal platform op het internet. Op het sociale vlak gebruiken ze tools zoals GPAL (video learning) en Sensemaker (verhalen analyse) om hun ervaringen te delen. Inmiddels doen 9 schepen, waaronder 6 eenheden van het Commando Zeestrijdkrachten, mee aan de wedstrijd.
CSS steeds dichterbij
Damen Schelde Naval Shipbuilding (DSNS) heeft contracten getekend met 2 bedrijven die meewerken aan het nieuwe Combat Support Ship.
DeIP Company staat garant voor de levering en installatie van een Wireless Communication & Messaging System (WCMS). Facet Nederland levert het helikopter-tanksysteem aan boord. Het Amsterdamse bedrijf is geen onbekende, want het leverde ook het WCMS aan boord van de Ocean Going Patrol Vessels (OPV) van de Hollandklasse én op Zr.Ms. Karel Doorman. (Foto: Damen Shipyards)
Facet uit Almere is ook een oude bekende. Dit bedrijf is gespecialiseerd in het leveren van filtratieoplossingen voor verschillende industrieën, zoals scheepvaart, energie, luchtvaart en milieu. De samenwerking van Damen met Facet Nederland begon al in 2004.
Even geduld
De komst van de 2 nieuwste Nederlandse F-35’s naar Vliegbasis Leeuwarden laat iets langer op zich wachten.
Door een probleem in de productie van de toestellen worden ze 2 en 4 weken later geleverd. Bij het controleren van een Italiaanse F-35 zijn afwijkingen gevonden in de lengte van bouten. Hiermee worden panelen aan het toestel bevestigd. Een steekproef op de andere toestellen van de Italiaanse productielocatie bracht dezelfde afwijkingen aan het licht. (foto: Ministerie van Defensie)
De afwijkingen vormen geen veiligheidsrisico en de vluchten met de F-35 gaan gewoon door. Wel heeft de leverancier besloten om alle panelen van de productietoestellen in Italië (waaronder de Nederlandse AN-13 en AN-14) te controleren en waar nodig te herstellen. Momenteel wordt bekeken welke inspecties de 4 toestellen die al in Nederland zijn, moeten ondergaan en wanneer dit het beste kan gebeuren.
Hercules vervangen
De 4 C-130H Hercules-transportvliegtuigen gaan eerder met pensioen dan gepland.
De toestellen zijn in 1992 (2 nieuwe) en in 2005 (2 gebruikte) gekocht. De oudste komt uit 1978. Defensie is tot de conclusie gekomen dat onderhoud niet zorgt voor de noodzakelijke verbetering. Vervangen is financieel voordeliger en verbetert de inzetbaarheid.
Defensie heeft behoefte aan minimaal 2.400 vlieguren per jaar. Een vliegtuig moet meer soorten materieel (inclusief munitie en voertuigen) of minimaal 60 parachutisten kunnen vervoeren. Daarmee is een afstand van 2.000 zeemijlen te overbruggen. De vliegtuigen krijgen zelfbeschermingsmiddelen en communicatie- en informatievoorzieningen voor deelname aan informatiegestuurde operaties.
De kosten bedragen tussen de €250 miljoen en €1 miljard. Daarvoor worden toestellen ‘van de plank’ gekocht. Dit zijn bestaande vliegtuigen die zich al hebben bewezen. In de vervolgfases wordt bekeken hoe de Nederlandse industrie is te betrekken. (Foto: adjudant Eva Klijn)
STRONGbus op pad
Het aanmeten van de nieuwe helm en uitrusting komt inmiddels goed op gang.
Dat is mede te danken aan de STRONG-pasmobiel. Deze ‘mobiele paskamer’ doet de komende maanden in heel Nederland Defensieterreinen aan. Onlangs bezocht staatssecretaris Barbara Visser legerplaats Oirschot, thuisbasis van 13 Lichte Brigade. Hier kunnen momenteel militairen nieuwe uitrusting aanmeten in de pasmobiel.
Defensie voorziet de komende jaren alle militairen van nieuwe kleding, helmen, uitrusting en laarzen. Dit gebeurt middels STRONG (Soldier Transformation OnGoing). Om deze grote pas- en meetoperatie zo effectief mogelijk te laten zijn, bezoekt het kledingbedrijf van Defensie, het KPU-bedrijf, de militaire locaties. Militairen hoeven dus niet meer vanuit het hele land naar het KPU-bedrijf in Soesterberg af te reizen.
Staatssecretaris Visser sprak in Oirschot mensen van het KPU-bedrijf én militairen van 13 Lichte Brigade die werden opgemeten. Visser: “Het geduld van onze collega’s wordt soms aardig op de proef gesteld. Maar ik hoop dat de nieuwe uitrusting het wachten waard is. Het is een grote en complexe klus, maar het is goed te zien dat we grotendeels op schema liggen.”
De marechaussee krijgt vanaf oktober al helmen, maar andere onderdelen krijgen deze begin 2021. Door vertragingen in het aanbestedingsproces kan de nieuwe kleding niet eerder dan 2023 worden geleverd. Hiervoor is een tijdelijke oplossing: een interim gevechtstenue geënt op de forest-gevechtskleding van het Korps Mariniers. Dit krijgen alle militairen vanaf medio 2021. Dat geldt ook voor de nieuwe gevechtslaarzen. (Foto’s: Rob Gieling).