Tekst RITM Arthur van Beveren
Foto Hans Roggen

Technologie ondersteunt militairen van de toekomst

Zelfrijdende voertuigen, drones en big data zijn in de civiele wereld niet meer weg te denken. Militaire ontwikkelingen op dit gebied gaan ook razendsnel. De RAS-eenheid van 13 Lichte Brigade doet onderzoek naar de mogelijkheden. “We moeten nu verder met robotica.”

Robotica en Autonome Systemen (RAS) bieden steeds meer mogelijkheden om intelligente machines zelfstandig taken te laten uitvoeren. Dit geeft het CLAS in de toekomst de mogelijkheid om gevechtskracht te ontwikkelen met minder mensen en de risico’s voor hen in het gevechtsveld te verminderen.

Sergeant-1 Jordan manoeuvreert met de 4e generatie Milrem THeMIS door het terrein. Zolang het voertuig in beeld is, werkt de radioverbinding. De Mission Master, een wielvoertuig van Rheinmetall, gaat deze zomer ook mee naar een oefening in Schotland en is in staat vooraf ingevoerde routes te rijden.

Integratie

“Dit gaat over oplossingen waar onze militairen echt iets aan hebben”, aldus luitenant-kolonel Jules den Ouden, commandant RAS-eenheid. “Daarom is gekozen voor integratie in de brigade, om de eenheden laagdrempelig kennis te laten maken met deze nieuwe technologie.” De 12-koppige eenheid is juist bezig met de voorbereidingen van een oefening met 42 Pantserinfanteriebataljon Limburgse Jagers in Schotland. Voor het eerst rijden 4 onbemande voertuigen, 2 op rupsbanden en 2 op wielen, mee in een scenario begeleid door de RAS-eenheid.

Moeiteloos rijdt hij het ‘minivoertuig’ van 1.400 kilo steile heuvels op en af. Besturen gaat via een game controller. Hellingen van maximaal 30% zijn haalbaar.

Denkwijze

De RAS-eenheid heeft meer noten op haar zang: verschillende drones, sensoren en de randapparatuur om al die gadgets met elkaar te laten praten. Maar het gaat de overste niet zozeer om de hardware. “Ik vind het belangrijk dat robotica onderdeel wordt van onze denkwijze, dat we de meerwaarde gaan ontdekken van al die technologische systemen.” Dat nadenken gebeurt niet alleen binnen Defensie. “Met de kennisinstituten van Nederland en de Brainport Eindhoven in het bijzonder hebben we hoogwaardig technologisch intellectueel kapitaal tot onze beschikking”, stelt Den Ouden. “Het koppelen van dit kapitaal aan de behoefte van de landmacht biedt voordelen voor Defensie, het bedrijfsleven, kennisinstellingen en andere overheidsinstellingen.”

De operator heeft een vest en rugtas met bedieningstablet, zender en batterij.

Demografische ontwikkelingen

Gezien de demografische ontwikkelingen moet de landmacht wel gebruik maken van moderne hulpmiddelen. “Vulling is een groot probleem. Het aantal jongeren in dit land wordt steeds kleiner, en daarmee de groep die Defensie kan versterken”, vertelt Jules. “Het personeel dat er is, wordt steeds kostbaarder. Een machine is te vervangen en kan risico’s voor militairen verkleinen. Misschien bestaat een peloton over 15 jaar uit 4 hoogopgeleide operators.”

De maximumsnelheid is 22 kilometer per uur. Apparaten zijn op verschillende manieren op te laden, waaronder USB.

Bevostraat

Op het oefenterrein in Oirschot laat sergeant-1 Jordan zijn rijkunsten zien. Hij is opgeleid op de THeMIS, een onbemand rupsvoertuig van de Estse startup Milrem waarvan er nu 2 in bezit zijn. “In Schotland kijken we hoe we hem goed kunnen inzetten. Bij de bevoorrading kan hij een grote rol spelen, zodat een eenheid minder hoeft te verplaatsen. Waarom zouden wij naar een bevostraat gaan als die naar ons toe kan komen?”

De THeMIS kan ruim 700 kilo vracht meesjouwen. In hybride stand houdt hij het 8 tot 10 uur vol, met aggregaat uit en op accu’s tussen een half en 1,5 uur.

Toekomst

13 Lichte Brigade is samen met de RAS-eenheid bezig met doorontwikkeling. “Denk aan een grotere RAS-eenheid binnen de brigade op pelotons- of compagniesniveau ingebed in een manoeuvre-eenheid”, legt overste Jules uit. “Ook onderzoeken we de mogelijkheid voor de integratie van gewapende platforms.” Hij is natuurlijk benieuwd wat de oefening oplevert. “Wij willen horen hoe de mannen in het veld het werken met onbemande voertuigen ervaren. Die inzet zit niet verwerkt in de standaard doctrine en daarom begeleiden wij de eenheden in het gebruik. In het bergachtige terrein van Schotland kunnen deze apparaten echt laten zien wat ze kunnen. Zo ontdekken we eventuele kinderziektes en zoeken we gezamenlijk met de fabrikanten naar verbeteringen.”