Tekst Evert Brouwer
Foto NEN en Mediacentrum Defensie
Veiligheid in alle facetten onder de loep
Veiligheid en krijgsmacht, het lijkt in alle opzichten een tegenstelling. Ook bij de Defensie Materieel Organisatie, waarvan onder meer het Defensie Munitiebedrijf (DMunB) deel uitmaakt. Maar er is meer dan fysiek veilig zíj́n. Denk bijvoorbeeld aan je veilig voelen binnen een organisatie; de sociale veiligheid. De NEN Veiligheidsladder maakt dat allemaal zichtbaar. In een aantal artikelen in de Materieelgezien meer over de NEN-ladder.
“De directie van de DMO heeft al een paar jaar geleden de wens geuit om de veiligheidscultuur binnen de organisatie te verbeteren. Iedere medewerker moet in alle opzichten veilig kunnen werken”, vindt projectleider NEN, Mike ter Horst. “Uit Werkblik (een enquête onder Defensiepersoneel, red.) blijkt dat dit niet overal het geval is.”
Rapport Van der Veer
Aanleiding om het onderwerp veiligheid nadrukkelijk onder de aandacht te brengen, was het rapport Van der Veer. Op verzoek van Defensie onderzocht oud-Shell-topman Jeroen van der Veer de bedrijfsveiligheid bij het departement. De titel van het rapport ‘Het moet en kan veiliger’ spreekt boekdelen.
In 2018 heeft de DMO mede vanwege de conclusies het niveau van de veiligheidscultuur in kaart gebracht. Met behulp van een objectief meetinstrument, de NEN Veiligheidsladder. “Daarbij werd een ruime trede 2 gemeten, dus bijna ‘berekenend’. Dat is over het algemeen een goed begin. Er zijn vanzelfsprekend wel verschillen tussen de respectieve afdelingen en bedrijven”, schetst directeur Bestuur & Bedrijfsvoering, Harmen Alkema, onder wiens ressort het project valt.
Leren van elkaar
“Een goed voorbeeld is de Defensie Pijpleinding Organisatie (DPO). De DPO staat al hoog op de ladder en daar zijn regelmatig evaluaties van de verbeteringen in veiligheid”, stipt Mike aan. “Het mooie is dat andere directies en afdelingen hun aanpak en aanbevelingen overnemen. We leren dus van elkaar en dat is nou net de bedoeling. Je mag ook niet van alle DMO-onderdelen verwachten de hoogste trede te halen. Het DMunB is van nature een hoog risicobedrijf. Maar verbeteren kun je altijd. En overal.”
Informatie voor de metingen haalt Mike uit een enquête, overlegverslagen, uitgevoerde audits, inspecties, managementrapportages kritieke prestatie-indicatie (KPI), meldingen van voorvallen, interviews en werkplekonderzoeken. ‘Zijn’ bureau, het cluster Veiligheid, Kwaliteit, Arbo en Milieu, kortweg VKAM, is daarmee aan de slag gegaan. “Wij moeten als VKAM deze zaken als eerste op orde hebben, dat zijn we aan onze stand en naam verplicht. We worden gelukkig steeds bekender, maar velen wisten of weten niet dat ze bij ons terecht kunnen voor advies over de NEN Veiligheidsladder.
Trapleuning
Het gaat dan niet alleen om het vaststellen van regels met elkaar, maar zeker ook om een cultuurverandering. “Het begint met het vasthouden van de leuning als je de trap afgaat”, haalt Mike ter Horst het aloude adagium maar weer van stal.
De zogenoemde 0-meting heeft er toe geleid dat er verschillende verbetermaatregelen in gang zijn gezet. Het gaat dan om workshops, roadshows, cursussen en overleggen over veiligheid. DMO-breed. “Er is inmiddels een stuurgroep en een werkgroep NEN Veiligheidsladder, die de veiligheidsonderwerpen snel ter hand neemt. De werkgroep van de NEN Veiligheidsladder heeft onder leiding van DB&B en CL-VKAM veel werk verricht in het geven van advies, ondersteuning en richting om verbetering mogelijk te maken”, vindt Harmen.
1-meting
In het eerste kwartaal van 2020 heeft de DMO een 1-meting laten uitvoeren. Een extern bureau is gevraagd te bepalen of de volgende sport op de veiligheidsladder al is bereikt. Informatie voor de metingen wordt gehaald uit uitgevoerde audits, inspecties, managementrapportages KPI’s, meldingen van voorvallen, interviews en werkplekonderzoeken. Die resultaten zijn positief en DMO maakt nu een sprong op de ladder ten opzichte van de 0-meting in 2018 en komt daarmee in 2020 op een trede 3 (berekenend) te staan. Zeker vermeld mag worden dat een aantal DMO onderdelen op trede 4 (proactief) uitkomen. Al met al een prima resultaat.
Ruggensteun
Harmen en Mike denken dat de komende 2 jaar een verbetering mogelijk moet zijn. “We verwachten dat voor een aantal onderdelen van de DMO trede 4 binnen bereik is. Voor anderen zelfs een trede 5 (vooruitstrevend). Gemiddeld streven we ernaar de gehele organisatie over 3 jaar gemiddeld op trede 4 hebben. Een agenda, met daaraan gekoppeld reeds bestaande verbeterplannen, is daarvoor beschikbaar. De NEN Veiligheidsladder functioneert daarbij als ruggensteun.” Dat kan ook in deze tijden gelden. “De coronacrisis heeft weer een andere dynamiek met zich meegebracht waar het de veiligheid betreft. Hoe zit het nu met veilig thuiswerken? Het maakt het thema veiligheid actueel voor iedere individuele medewerker. Wat mag een leidinggevende wel of niet van jou vragen. Moet Defensie vanuit goed werkgeverschap mondkapjes verstrekken? Het zijn vragen waarmee iedereen zich bezig moet houden. Veiligheid moet tussen de oren zitten.”
De NEN-ladder in het kort
De NEN (NEderlandse Norm) Veiligheidsladder stimuleert het veiligheidsbewustzijn en bewust veilig handelen. Het doel is het terugdringen van het aantal onveilige situaties met minder incidenten (verzuim, schades) tot gevolg.
De Veiligheidsladder verdeelt het veiligheidsbewustzijn en -gedrag over 5 laddertreden:
1. Pathalogisch (‘wat niet weet, wat niet deert),
2. Reactief (verandergedrag is ad-hoc en van korte duur),
3. Berekenend (veiligheidsregels worden belangrijk gevonden),
4. Proactief (veiligheid heeft een hoge prioriteit en wordt doorlopend verbeterd),
5. Vooruitstrevend (veiligheid is volledig geïntegreerd in alle bedrijfsprocessen). Hoe meer verantwoordelijkheid, reflectie en investeringen in veiligheid hoe hoger de score. De score wordt bepaald op basis van verschillende bedrijfskarakteristieken die dienen als beoordelingscriteria.