13

Dit artikel hoort bij: Landmacht 10

Rode baretten tegen terreur

Tekst Vanessa Strijbosch
Foto SGT-1 Joyce Rutjes

Luchtmobiele Brigade ondersteunt politie

“Goed te zien dat er zoveel groen is in Amsterdam”, grapt politieman Carlo Vermeulen aan het begin van zijn briefing aan een bijzonder publiek. In het Amsterdamse politiecentrum luisteren 2 pelotons van de Charlie- en de Deltacompagnie van 11 Infanteriebataljon Garde Grenadiers en Jagers naar de orders van de agent. De anti-terreuroefening ‘Samen Sterker’ is in volle gang. 

Mokum was vorige maand het toneel van een bijzonder schouwspel. Er speelde zich een grootschalige terreuroefening af. De gemeente Amsterdam, het Openbaar Ministerie, politie, brandweer, geneeskundige diensten, de Dienst Speciale Interventie en de landmacht kregen te maken met een terroristische aanslag. Voor het eerst werkte Defensie op deze schaal samen met politie en gemeente.

Politie uitgeput

Met de aanslag in Las Vegas nog vers in het geheugen kan het Amsterdamse scenario pijnlijk genoeg niet actueler. Tijdens een festival rijdt een vrachtwagen in op het publiek. Daarna openen de terroristen het vuur op de bezoekers. Na deze zware terroristische daad raken de politie-eenheden snel uitgeput. De gemeente vraagt om militaire bijstand. Een noodverordening is van kracht.

Een bijzondere opdracht voor de rode baretten: bewaken en beveiligen van mensen en objecten middenin een stad die lijdt onder terreur.

Landmacht wordt opgeroepen

In het zogenoemde Operatieplan 10 (OPPLAN10) staat dat Defensie paraat moet staan om militaire bijstand en hulpverlening te bieden aan civiele autoriteiten. Een aantal gevechtseenheden van Defensie is aangewezen om hier op rouleerbasis voor gereed te staan. Voor 2 compagnieën van 11 LMB betekent dit dat zij voor deze oefening met spoed naar Amsterdam vertrekken. 

Een unieke ‘groen-blauwe’ mix in het Amsterdamse politietrainingscentrum.

Groen-blauwe mix

De gevechtspakken van de luchtmobielers steken fel af tegen het politieblauw. Dit ‘groen-blauwe’ kleurenpalet illustreert direct het unieke karakter van de terreuroefening. Alle hulpdiensten moeten met elkaar samenwerken om de nasleep van deze aanslag zo snel mogelijk te beëindigen en te zorgen dat de burgers veilig zijn.  

Zere plek

“Is het iedereen volledig duidelijk wat het inhoudt om te werken op basis van een noodverordening?” vraagt een liaisonofficier tijdens de operationele briefing. Hij legt de vinger op de zere plek, want juist dát aspect maakt de oefening complex. “Een noodverordening geeft de militairen extra bevoegdheden”, legt hoofdinspecteur Vermeulen uit terwijl hij deze stapsgewijs toelicht. “Dat de landmacht nu bijstand verleent aan de politie is vrij uniek. Meestal werken we samen met de marechaussee.” 

Noodverordening

Een noodverordening kan in Nederland door een burgemeester of gezaghebber worden vastgesteld indien er gegronde vrees bestaat voor ernstige wanorde. Een noodverordening geeft extra bevoegdheden:

  • Onderzoeken van voorwerpen, bagage, kleding en voertuigen
  • Aanspreken
  • Aanhouden op heterdaad
  • Vorderen ID-bewijs
  • Legitimatieplicht voor bestuurder en inzittenden van voertuigen
  • Verwijderingsverplichting
  • Verbod gebruik vaarwater
  • Geweldsgebruik conform instructiekaart 2-8
Een figurant misdraagt zich en wordt aangehouden.

Bijzondere opdracht

Na de briefing verplaatsen de luchtmobiele infanteristen zich met hun basisgevechtsuitrusting, persoonlijke wapens en kogelwerende vesten naar 2 locaties: een metrostation en een festivalterrein. ‘Bereid voor en voer uit de ondersteuning van de politie Amsterdam met beveiligings- en bewakingseenheden op locatie metrostation Europaplein voor een periode van minimaal 24 uur en maximaal 72 uur.’ Zo luidt de opdracht die het 2e peloton van de Charliecompagnie meekrijgt. Voor pelotonscommandant tweede luitenant Tom van Duinkerken betekent dit een nieuw schaakspel op een nog onbekend terrein.  

Pelotonscommandant Van Duinkerken: “Om binnen het civiele domein te acteren is het voor ons belangrijk dat we proportioneel kunnen optreden.”

Buddy’s

Dat weerhoudt hem er niet van om de ‘vreemde eend’ juist op te zoeken. Hij zoekt de oplossing in buddyparen: “We werken met kleine teams bestaande uit een agent en een militair. De commandopost is bemand met commandanten van de eenheid en van de politie.” Van Duinkerken vindt vooral de juridische kanten van operaties in het civiele domein interessant. “De bevoegdheden en bevelsverhoudingen moeten voor iedereen duidelijk zijn.”

‘Om elkaar te begrijpen, moet je elkaar regelmatig opzoeken’

Meekijken

Defensie traint regelmatig scenario’s gericht op terroristische dreiging. Ook Van Duinkerken probeert zijn peloton goed voor te bereiden op deze NATOPS (Nationale Operaties, red.) taken. “We trainen regelmatig om te kunnen reageren op crisissituaties. Ik denk dat wij in staat zijn om snel te kunnen anticiperen op dit soort nieuwe dreigingen.” Adjudant Luuk Kampman, zelf luchtmobieler, keek samen met afgevaardigden van politie en marechaussee mee tijdens de terreuroefening. Hij is positief over de opzet en uitvoering. “Ik ben heel blij dat we dit op deze manier samen met politie en gemeente trainen”, aldus de evaluator van het Land Training Centre. Wat Kampman betreft zijn er nog wel verbeterpunten. “Dat is niet erg, daarvoor oefenen we dit nu.”

Losse eindjes

Menno Groothof, coördinator Bureau Nationale Taken, lette tijdens de oefening vooral op het juridische kader. “Het proces van alarmering tot aan gereedstelling is goed gelukt”, vat hij samen. De politieman ziet nog wel wat losse eindjes. “Het is de uitdaging om elkaars taal te spreken. Om elkaar te begrijpen, moet je elkaar regelmatig opzoeken.” De officiële evaluatie van ‘Samen Sterker’ wordt binnenkort afgerond.

Volgens de hoofdinspecteur vinden volgend jaar nog 4 terreuroefeningen plaats in Nederland.

1. De aanslagen in Parijs, de situatie in Brussel en de verhoogde dreiging in Nederland laten zien dat een snelle beschikbaarheid van politie en militaire eenheden noodzakelijk is. Naar aanleiding van deze aanslagen is besloten om ook eenheden beschikbaar te houden voor een dreiging van terrorisme in Nederland (cf. OPPLAN 10).

2. Door voortijdige logistieke en operationele voorbereidingen is de eenheid in staat reactietijden (notice to move) van 6, 24 en 48 uur te halen. De reactietijd hangt af van de ernst van de situatie. Hoe hoger dreiging, hoe korter de tijd.

3. De uitrusting en het transport worden zo snel mogelijk in orde gemaakt. De militairen dragen derdelijns bepakking, gezichtsbedekking en een kogelwerend vest.

4. Conform de richtlijnen van OPPLAN 10 mag er voor nationale operaties tot nadere orders geen gebruik gemaakt worden van volautomatische wapens. Iedereen treedt op met COLT of pistool Glock.

5. Verplaatsing naar het inzetgebied gebeurt normaal gesproken over de weg met diverse militaire voertuigen: 2x vrachtauto (‘4-tonner’ YAP en YAD), 1x pickup (AMAROK) en 2x terreinwagens (MB).