05

Dit artikel hoort bij: Landmacht 10

Kamp Castor in Duits beheer

Tekst RITM Henny de Boer
Foto SM Eva Klijn

‘Er komen vast een paar regels bij’

Bunkers, tankstations, ICT-netwerken, medische faciliteiten. Het lijstje van contingentscommandant luitenant-kolonel Timo Beaufort gaat maar door. Hij somt in totaal 35 onderdelen op van Kamp Castor in Mali, tijdens de Transfer of Authority (TOA) eind november. Na 4 jaar is het beheer van het kamp van bijna 400.000 m2 – een klein dorp – overgegaan van Nederlandse in Duitse handen.

‘Dit kamp is iets om trots op te zijn’

“Nederlanders zijn niet snel trots, maar dit kamp is iets om trots op te zijn”, sprak Beaufort tijdens de officiële overdrachtsceremonie. Nederlandse genisten bouwden het kamp in 2014 vanuit het niets op in het dorre en snikhete woestijngebied in het noordelijke Gao. Woon- en werkchalets, een bar, waterzuiveringsinstallaties en sanitaire voorzieningen werden in rap tempo uit de grond gestampt. De afgelopen jaren zijn de genie en de logistiek eindeloos in de weer geweest om het kamp uit te breiden.

Met de symbolische overhandiging van de sleutel en een ferme handdruk is de overdracht beklonken. D171129EK2165: Militairen uit onder meer Bangladesh en Mali wonen de TOA bij.

Op het hoogtepunt verbleven meer dan 450 Nederlandse militairen in het kamp. Momenteel is dat aantal gedaald naar zo’n 250. Het aantal Duitse bewoners daarentegen – die aanhaakten in 2016 – blijft gestaag toenemen, naar inmiddels 1.000 man. Dan is een overname niet onlogisch. Maar vervolgens rijst de vraag: wat gaat er veranderen? 

Zelfspot

Aan de vooravond van de TOA brengt premier Mark Rutte een bezoek aan het kamp. Tijdens zijn toespraak aan de aanwezige militairen refereert hij aan de overdracht. “Er zullen wel een paar regels bijkomen”, grapt de politicus. De Duitsers haken er tijdens de TOA met de nodige zelfspot op in. Nadat overste Beaufort een symbolische sleutel heeft overhandigd aan zijn Duitse collega, kolonel Johannes Derichs, krijgt hij een grote stapel mappen terug. “Hierin kunt u de samenvatting vinden van onze regels”, grijnst Derichs.

Nederland krijgt een stapel mappen: de samenvatting van de Duitse regels.

Geel gekleurd

Op de achtergrond wordt al maandenlang gewerkt aan een soepele overdracht. Aan de wand van het containerkantoor van de laatste Nederlandse infra-officier van kamp Castor, kapitein Guillaume van 101 Geniebataljon, prijkt een plattegrond van het kamp. Een groot deel van ‘Castor’ was begin dit jaar al overgedragen aan Duitsland in verband met het vertrek van de Nederlandse helikopters. Nagenoeg alle overige Nederlandse complexen zijn inmiddels geel gekleurd op de kaart. Dat betekent dat ze nu onder Duits beheer vallen. 

Guillaume en zijn Duitse evenknie bespreken de plattegrond van het kamp.

Guillaume probeert nog zoveel mogelijk te regelen en assisteren tot zijn vertrek begin februari. Namens de DOPS woont hij allerlei vergaderingen bij om op de hoogte te blijven van de veranderingen en tot op het laatste moment advies te geven. Het Nederlandse Infra Support Detachement is inmiddels huiswaarts gekeerd. Het 9-koppige team van onder andere elektriciens en loodgieters hield het kamp de afgelopen jaren draaiende. 

Opbouw van gepantserde legering in 2015.

Zonnepanelen

Sommige zaken waren eenvoudig over te dragen. Zo behoeven de zonnepanelen op de Nederlandse chalets slechts een eenmalige reiniging per maand; het rode woestijnzand eraf spuiten en de zon doet de rest. Andere zaken zijn aangepast aan de Duitse eisen. Een genietaakteam van 101 Geniebataljon heeft bijvoorbeeld ondergronds her en der tussenleidingen aangelegd, zodat het drink- en douchewater kan worden rondgepompt. Het water blijft dan nog meer in beweging, wat de kans op afbreuk aan de kwaliteit verkleint.  

Het Nederlandse monument met de namen van de gesneuvelde militairen verhuist aan het eind van de Nederlandse missie hoogstwaarschijnlijk naar het Nationaal Militair Museum in Soesterberg.

Kapitein Guillaume: ‘Soms moet je loslaten’

Militaire ‘voetafdruk’

De wijzigingen zijn van praktische aard, maar sommige gaan Guillaume aan het hart, bekent hij. Zo heeft de gedreven infra-officier veel energie gestoken in het Nederlandse contract om het afvalwater te recyclen. Doel is de militaire ‘voetafdruk’ in het droge gebied zo klein mogelijk maken. De Nederlandse norm ligt op 100 liter watergebruik per persoon per dag. Mede dankzij het 2-minuten-douchebeleid is dit teruggedrongen naar zo’n 70 tot 75 liter. De Duitsers daarentegen hebben een norm van 150 liter per dag. Daarom zijn zij tot Guillaumes grote spijt begonnen met het aanboren van extra bronnen, zonder eerst de opties van waterreductie uit te werken. “Het liefst heb ik alles zelf in de hand, maar soms moet je loslaten”, erkent de kapitein.

Kostenvrije koffie

Menig verandering is duidelijk zichtbaar: de beheerder van transitiekamp Treurenburg is nu Duits en het assortiment in de bar is ineens vooral Duits georiënteerd. Daarnaast gaan er geruchten dat de gratis Nederlandse koffie in de bar verdwijnt. De Duitse militairen hebben namelijk geen recht op kostenvrije koffie van hun baas. Maar cateringmanager adjudant Henk stelt iedereen voorlopig gerust: om de Duitsers én de Nederlanders tegemoet te komen blijft de koffie in de bar de eerste helft van 2018 gratis.

Links: Guillaume ondertekent een van de vele ‘release-documenten’, een bewijs van overdracht aan zijn Duitse collega. Rechts: Het assortiment in de bar is ineens vooral Duits georiënteerd.

‘De ware uitdagingen liggen buiten deze muren’

Gewetenloze vijand

Veel zaken zijn intussen afgerond, andere lopen nog. Hoewel er stiekem best nog veel moet worden geregeld, wijst de Duitse kolonel tijdens de TOA op de relativiteit van deze problematiek. “De ware uitdagingen liggen buiten deze muren, waar wij vrede en stabiliteit willen terugbrengen naar de bevolking”, herinnert hij zijn gehoor aan de gevaren. “We hebben daar te maken met een sterke en gewetenloze vijand. Daarom is er geen ruimte om moeilijk te doen over kampzaken. Die gaan we sowieso oplossen.”