Tekst André Twigt
Foto SGT Hille Hillinga | Video: SGT Henry Westendorp
Tankfest: veel plezier met serieuze ondertoon
De uitbeelding van de rauwe, harde gevechten tijdens de invasie van Normandië komt niet helemaal uit de verf. Maar zodra de wat houterig aandoende schermutselingen tussen Duitse en Geallieerde re-enactors zijn doodgebloed en de deelnemende tanks met veel stof en geluid aan hun victorierondje beginnen, is de bevrijding een feit. Het geratel van de rupsbanden komt met moeite uit boven het gejoel van duizenden uitzinnige toeschouwers. De bemanningen ontvangen lof en zwaaien hartelijk terug. Kijkend door je wimpers lijkt het net juni 1945.
Welkom op Tankfest en welkom in The Tankmuseum. Wie al kwijlt bij de gedachte aan tonnen brullend pantserstaal op rupsbanden, moet een keer op bedevaart naar Bovington. Op een klein uurtje rijden van Southampton bevindt zich de indrukwekkendste collectie tanks ter wereld. Tijdens Tankfest rijden ze er nog mee (deels, red.) ook. Het 3 dagen durende evenement vol typisch Britse gekte en verkleedpartijen wordt ieder jaar in mei gehouden.
Stapvoets
Wie naar Tankfest gaat, is niet alleen. Afgezien van een klein legertje Amerikanen, Australiërs, Duitsers, Russen, Nederlanders en zelfs Koreanen - tijgen ook veel patriottische Britten naar de zuidkust. De tank is een Engelse uitvinding en dat heuglijke feit wordt door het eigenzinnige volkje aan de andere kant van de ‘kleine plas’ ieder jaar weer met graagte gevierd. Het is overigens nu precies een eeuw geleden dat ze op het idee kwamen een tank te bouwen.
Op de Franse slagvelden van de Eerste Wereldoorlog waren de wat onhandig uitziende – zich met een slakkengangetje voortbewegende - stalen monsters bedoeld om makkelijker door de Duitse linies te breken. Daarvoor beschikten de pantsers over kanonnen en mitrailleurs. Door hun hoge gewicht bleken ze eveneens uitermate geschikt om prikkeldraad plat te drukken. Opgeworpen hopen van dat gemene spul maakten de loopgraven tot onneembare vestingen. Van de tanks van weleer zijn er helaas bitter weinig overgebleven.
Hout
In Bovington beschikken ze over meerdere exemplaren, waaronder één heel interessante. Namelijk de Mark IV replica-tank uit de film Warhorse. “Dit apparaat - dat voor de gelegenheid buiten in haar natuurlijke omgeving is te zien – blijkt niet van echt te onderscheiden, oordeelt museumsleutelaar-met-grote-snor Ron Leatham. Hij heeft gelijk. Zelfs het groen geschilderde interieur doet realistisch aan. Wie echter op een van de toegangsluiken klopt, merkt dat hiervoor geen pantserstaal, maar spaanplaat is gebruikt. “Een groot deel van de romp bestaat uit hout”, geeft Leatham toe. “In de film is alles nep”, lacht hij. Fabricage van het werkende ding kostte overigens een slordige 176.000 pond.
350
Tankfest, maar ook The Tankmuseum zijn uniek in hun soort. Dwalend door naar smeerolie geurende hallen raken bezoekers elkaar makkelijk kwijt. De collectie is breed en overdadig. Naast tanks, waaronder de enige complete verzameling Tigers in de wereld, zijn er ook veel pantservoertuigen en pantserwielvoertuigen van Britse makelij te zien. Volgens conservator David Willey zijn er in het museum zo’n 350 voertuigen te vinden. “We hebben ze niet allemaal tentoongesteld.”
Oude bekende
Een groot deel van de nog te restaureren exemplaren zijn volgens de welbespraakte Brit te vinden in de Vehicle Conservation Area. In de ietwat donkere hal staan de pantsers van weleer broederlijk naast elkaar te wachten op een opknapbeurt. Een Russische T-54 en een T-55 flankeren een oude bekende: een Nederlands YP-408. Het bekendste pantservoertuig van Neerlands grootste autofabrikant DAF. “Die kan wel een beurtje gebruiken”, mompelt vrijwilliger bij het Amersfoortse Cavaleriemuseum Frank Ridder met gevoel voor understatement. De handen van de meestersleutelaar jeuken.
Niet tippen
De al een tijdje gepensioneerde Ridder maakt er geen geheim van dat hij enorm is geïmponeerd door hetgeen ‘Bovington’ biedt. Tegelijk zijn de Britten onder de indruk van de Nederlandse musea. Daarbij zijn ze opgetogen over de komst van drie Nederlandse topstukken naar Tankfest. Waaronder een Humber Mk 4, een Engelse gevechtswagen met 37 mm kanon. “Hier staat er ook een”, begint Ridder. “Maar die kan niet tippen aan de onze. Dit materieel heeft meegedaan aan de Politionele Acties in Nederlands-Indië. Daarbij rijdt-ie als een tierelier.”
Stilte
Met een overdaad aan rijdende en statische pantsers, optredens van diverse re-enactmentgroepen - waaronder een Russische die het beleg van Stalingrad uitbeeldt – merk je weinig van de serieuze ondertoon van Tankfest. "Het gaat hier om meer dan tanks.”, aldus conservator Willey. Het evenement dat ieder jaar in belangstelling toeneemt, vormt een uitgelezen kans voor een nadere kennismaking met het Britse leger. “The British Army is not in the public eye”, aldus Willey. Maar dat wil het Defense Department wel. Vandaar dat ze het evenement ondersteunt en het publiek met een vaste expositie kennis wil laten maken met wat ‘insurgency operations’ in Afghanistan en Irak precies inhouden.
Ander ding is dat voor Tankfest uit gewoonte een hoge Britse generaal wordt uitgenodigd om vanaf de tribune het saluut van de voorbij rijdende troepen in ontvangst te nemen. Aansluitend volgt een moment stilte voor ‘all service personnel’ dat voor onze vrijheid het leven liet. Willey: “Het verhaal vertellen van de tank en van hen die ermee opereerden, verdient een wijde verspreiding. Daar zullen wij alles aan blijven doen.”