05

Dit artikel hoort bij: Landmacht 06

Hoogvliegers van de landmacht

Tekst KAP Arjen de Boer
Foto Mediacentrum Defensie

Drone-operators krijgen erkenning met uitreiking wings

Het unmanned aerial vehicle, of populair gezegd drone, is een vaste waarde binnen de krijgsmacht. Maar het was niet meteen liefde op het eerste gezicht. Want ‘onbemand maakt onbemind’, zoals de vliegers vroeger gekscherend zeiden.

Afghanistan, Kamp Holland, 2006. Ritmeester Tom Kalkhoven stapt enthousiast het kantoor van de commandant binnen. Hij heeft iets extra’s te bieden, ogen hoog in de lucht, een goed overzicht dankzij de Sperwer. Het is de eerste keer dat dit onbemande vliegtuig operationeel wordt ingezet. Maar de reactie is koeltjes, vertelt Kalkhoven. “De commandant zei dat ‘ie liever een extra peloton infanterie had.”

Al in 1998 ging de landmacht aan de slag met uav’s. Door alle trainingen en eisen duurde het jaren voordat er echt kon worden gevlogen.

Babystapjes

Het is inmiddels bijna 20 jaar geleden dat de landmacht met de oprichting van 101 Remotely Piloted Vehicle Compagnie de eerste stapjes zette op het gebied van unmanned aerial vehicles (uav’s). Het was een nieuwe tak van sport en de spelers moesten bij nul beginnen, opleidingen volgen en ervaring opdoen.

Wing = erkenning

Inmiddels heeft 107 Aerial Systems Battery – zoals de eenheid nu heet – 4 operationele pelotons. De militairen moeten voldoen aan de hoogste eisen en certificering van de (inter)nationale luchtvaartautoriteiten. Daarom kregen oudgedienden, veteranen en zittend personeel eind vorige maand hun wing uitgereikt. Het vaardigheidsembleem is een stuk erkenning voor hun vakkennis en inzet de afgelopen jaren.

De wing is een vaardigheidsembleem voor dronepiloten van de landmacht, marechaussee en het Korps Mariniers. Zij moeten aan strengen eisen voldoen om voor deze eer in aanmerking te komen. (foto: KPL-1 Erik Morren)

Extra ogen in de lucht

Extra adelaarsogen

Onbekend maakt onbemind, dat was in 2006 de teneur. Of zoals de uav-mannen en –vrouwen gekscherend zeiden: ‘onbemand maakt onbemind’. “Het systeem was in feite bedoeld voor de artillerie om dieper in het voorterrein te kunnen kijken”, zegt Kalkhoven, die zich nu bij DMO bezighoudt met de verwerving van uav’s.

De infanterie sloeg daar niet meteen op aan. “Maar wij wisten dat we een meerwaarde konden bieden.” Want een extra paar ogen in de lucht geeft een heel nieuw beeld van een operatiegebied. Wat zijn de toegangswegen? Wat gebeurt er binnen de muren van die quala, waar zijn de deuren, de ramen, hoe is de indeling?

De ScanEagle heeft tijdens missies in Mali en Somalië talloze uren gevlogen om informatie te verzamelen.

Onmisbaar

De antwoorden op dergelijke vragen geven commandanten bruikbare informatie om hun operatie te plannen en een actie bij te sturen. “Al snel werd duidelijk dat geen enkele operatie meer zonder uav's kan”, aldus de ritmeester. “Het is een game changer en force enabler.”

De Raven is ideaal voor verkenning van de directe omgeving. Volgend jaar wordt dit toestel vervangen door een verbeterde versie.

Duizenden vlieguren tijdens missies

Boven woestijn en polder

De Sperwer is in 2011 vervangen door de ScanEagle, die geavanceerder is en langer in de lucht kan blijven (zie infographic onderaan). Daarnaast is er de kleinere Raven, die eenheden te velde de lucht in kunnen sturen. Alles bij elkaar is er met deze toestellen vele duizenden uren aan missies gevlogen. Niet alleen boven de woestijn van Mali of voor de kust van Somalië, maar ook boven Nederland om politie en justitie te ondersteunen bij de opsporing van personen en het meekijken bij verdachte praktijken.

Defensie koopt nieuwe UAV-systemen

Nieuwste snufjes

Ondertussen gaan de technologische ontwikkelingen razendsnel. De ScanEagle en Raven zijn aan vervanging toe, daarom is het contract voor de Integrator ondertekend. Dit toestel, simpel gezegd een verbeterde versie van de ScanEagle, moet eind 2018 bij de landmacht instromen.

Daarnaast staat de instroom van de Puma, de Wasp en de nieuwste versie van de Raven op stapel. Met deze 3 modellen van verschillende grootte kunnen eenheden per opdracht, per weerbeeld kiezen welke type het beste is.

Drie nieuwe uav’s van links naar rechts: de Wasp, de Puma en de nieuwe Raven. (foto: Courtesy AeroVironment, Inc.)

Past in de hand

Net als bij andere apparaten geldt ook voor uav’s dat ze steeds kleiner worden. Zo bestaan er nano-uav’s, die makkelijk in een volwassen hand passen. “Daar bestaat bij de eenheden veel interesse voor”, aldus Kalkhoven. Maar zo ver is het nog niet, want er moet wel geld voor zijn. Toch is dat wel de toekomst, denkt de ritmeester. “Uiteindelijk gaan we er naar toe dat iedereen, tot op groepsniveau, eigen uav-capaciteit heeft.”

‘We willen niet dat jullie gaan’

Na 18 jaar Leopards moest adjudant Wim overstappen. Net op tijd, want kort daarna werden de gevechtstanks uit de bewapening gehaald. De cavalerist in hart en nieren zag zich in 2007 gedwongen zich een nieuw stuk gereedschap eigen te maken: de Sperwer, het eerst onbemande vliegtuig bij Defensie.

En dat was niet alleen voor hem wennen, maar ook voor de rest van Defensie. “Tijdens mijn missie in Afghanistan in 2008-2009 was het: ‘We weten niet zo goed wat we met jullie moeten’. Maar na een half jaar zeiden ze: ‘We willen niet dat jullie gaan’”, vertelt Wim.

De lessen uit Afghanistan over grenzen en mogelijkheden van het systeem kwamen goed van pas bij de volgende missies. Bijvoorbeeld in Mali waar Wim met de ScanEagle vloog (2014-2015). “Dat was een verschil. De Sperwer kon 3 uur in de lucht blijven. Maar dat is niet lang genoeg om een pattern of life waar te nemen”, zegt Wim. “Met de ScanEagle hebben we missies van wel 20 uur gedraaid.”

In de 10 jaar dat Wim bij de uav’s zit, is hij van dit stuk gereedschap gaan houden. Het werk is divers, technologisch hoogstaand en hij moet constant het koppie erbij houden. “De eisen zijn toch anders dan die van de stoere vent die 3 weken in een bos onder een boom kan leven. De verantwoordelijkheid is anders. Je moet heel nauwkeurig werken, want het is druk in de lucht en je wilt een botsing voorkomen. Met een drone vliegen, is echt anders dan recreatief met een vliegtuigje spelen. We zijn bevoegd en voldoen aan alle strenge eisen.”