Tekst Ingmar Kooman
Foto KPL Jasper Verolme

Oosterburen maken kennis met innovaties landmacht

De krakende boordradio maakt plaats voor een loepzuivere beeldverbinding. Ontbrekende reservedelen rollen uit de 3D-printer. En worden ingevlogen met een drone. Toekomstmuziek? Nee, de landmacht zet op materieellogistiek gebied stevige stappen in de 21e eeuw.

Op het verste punt van de patrouille kapt je MB ermee. Kijkend onder de motorkap zakt de moed je in de schoenen. Dit is echt een klus voor de mannen van 'Herstel'.

Gelukkig bevinden die zich op niet al te grote afstand. Via de beeldverbinding op hun tablet worden de monteurs snel bijgepraat over de situatie van de onfortuinlijke collega’s. Een van hen ‘swipet’ onderweg nog even door het technische handboek, op zoek naar het euvel. Eenmaal bij het voertuig blijkt dat ze de klus toch niet kunnen opknappen met slechts hun gouden handen. Een reserveonderdeel is nodig.

De techneuten hebben hier al op geanticipeerd. Terwijl zij onder de motorkap keken, heeft op het kamp de 3D-printer staan zwoegen op een vervangend reservedeel. Een drone vliegt het cruciale onderdeel in. Met dit ‘thuiskomertje’ kunnen de collega’s met voertuig en al terugkeren naar de uitvalsbasis.

Ver-van-je-bed-show

Dit scenario schotelde de Army Steering Group hun Bundeswehr-collega’s voor tijdens een recent bezoek aan ’t Harde. Innovatie is voor veel mensen een ver-van-je-bed-show. Hier laten ze zien hoe nieuwe technieken door gebruikers op slimme manieren kunnen worden ingezet. “De combinatie van deze toepassingen levert een grote toegevoegde waarde”, vertelt kapitein Stephan Wildenberg, stafofficier bij het Kenniscentrum Logistiek. “Het resultaat is dat een voertuig of wapensysteem minder lang buiten gebruik is. Daarnaast verklein je de logistieke voetafdruk van een missie.”

Monteurs kunnen dankzij technische hulpmiddelen als promise mon (een FaceTime- of Skype-achtige satellietbeeldverbinding) andere collega’s letterlijk mee laten kijken. “Je hoeft minder heen en weer te rijden met herstelvoertuigen. Daardoor leg je een minder groot beslag op mensen en middelen en spaar je brandstof uit”, schetst Wildenberg. “Voor de logistiek heeft dit veel potentie.”

Kapitein Stephan Wildenberg: “Logistiek heeft dit veel potentie”

Augmented reality

Telemaintenance, noemen ze het. Repareren op afstand. Heb je geen monteur bij de hand, dan bel je in en probeer je het technische probleem samen op te lossen. “De toepassing van promise mon is nog maar de eerste stap”, vertelt kapitein Ewout van Dort, van het Simulatiecentrum Land. “Straks gaan we ook augmented reality gebruiken, brillen die je extra sensordata geven.” In het voorbeeld van het defecte voertuig: je kijkt onder de motorkap en het te vervangen onderdeel licht meteen op. “Je hebt gewoon een extra paar ogen in je binnenzak.”

Augmented reality valt ook goed te gebruiken bij het trainen van procedures, vertelt luitenant-kolonel Arie van Ringelesteijn namens de Army Steering Group. “In virtual reality is vrijwel alles mogelijk. Je hebt niet langer de hardware nodig om te trainen.”

Zijn Duitse gasten kijken vol belangstelling hoe een collega met een virtual reality-bril een satellietschotel bedient. Van Ringelesteijn: “Je kunt een verbindelaar door het bos laten rijden met een trailer om te ontdekken wanneer je goede ontvangst hebt. Maar dat kun je ook virtueel, zonder viertonner.”

Bart Zwiep (midden): “3D-printen is een middel, geen doel op zich”

3D-printer

“Wij moeten nu echt de innovatieve kracht bij mensen losmaken”, zegt Bart Zwiep van DMO. “3D-printen is een middel, geen doel op zich. Als mensen zelf zien wat ze met dit soort nieuwe technologie kunnen, dan bedenken ze zelf allerlei toepassingen.”

De ingenieur zag met eigen ogen hoe er in Mali een run was op de 3D-printer van het onderhoudspeloton. “Als eerste printten we een nieuwe GPS-houder voor de quads van de commando’s. Al snel stroomden de aanvragen van alle kanten binnen. Van een neusvleugel voor een bril en een wapenklem voor een MB tot een miniatuurkopie van het monument voor de omgekomen militairen, bedoeld voor hun nabestaanden.”

Een voorbeeld van additive manufacturing. Met een 3D-geprint verloopstukje klik je een smartphone aan je verrekijker. Zo kan de staf meekijken met de waarnemer.

Duct tape

De 3D-printer is volgens Zwiep het nieuwe duct tape. “Nu maken we beugeltjes en haakjes. Straks kunnen we ook rubber printen voor stofhoezen, covers of slangetjes. Materiaal dat echt effect heeft op de operationele beschikbaarheid.”

“Dit soort innovaties in de materieellogistiek hebben daadwerkelijk positieve gevolgen voor onze manier van optreden”, beaamt Wildenberg. “Maar”, zo waarschuwt Zwiep. “We moeten militairen dit soort innovaties niet door de strot duwen. Laat ze zelf het potentieel ontdekken, dan gaan ze erom vragen.”

‘Gewoon doen’

De Duitse majoor Michael Eschweiler is enthousiast over het pionierswerk van zijn Nederlandse collega’s. “Het 3D-printen zit bij ons vooral nog in de sfeer van hobbyisme. Ik vind het heel interessant dat jullie het al daadwerkelijk toepassen. Bij ons gaat het over veel schijven: je moet het heel erg specificeren. Daar gaat veel tijd overheen. Jullie willen iets en doén het gewoon.” 

Veel procedures zijn al virtueel te trainen met een ‘slimme’ bril. Veel meer zullen nog volgen als het aan de techneuten ligt.

Duitse Grundlichkeit plus Nederlandse ondernemingsgeest

De Nederlanders en Duitsers hebben tijdens deze workshop afgesproken dat ze operationeel hun krachten gaan bundelen in een experiment op Kamp Castor in Mali. Samen maken ze werk van zogeheten additive manufacturing, het maken van aanvullende constructies als klemmen of beugels met 3D-printers.

In Gao staat al een Nederlandse 3D-printer. In München richten de Duitsers een grootschalige site in, waar ze ook onder meer metaal kunnen printen. Met hulp van de 3D-printers willen beide landen de operationele inzetbaarheid van hun Fenneks vergroten.