02

Dit artikel hoort bij: Landmacht 06

Gastvrij Litouwen blij met NAVO-militairen

Tekst TLTN Bianca Brasser
Foto SM Gerben van Es | video: SGT Ruud Mol

Oploskoffie in bloemetjesservies

De zachte zomerzon schijnt op de uitgestrekte velden. Een knalblauw landbouwvoertuig tuft voorbij. Verderop steekt een hert zijn kop boven het hoge gras uit. De omgeving van het Litouwse Rukla vormt een vredig plaatje. Dan denderen 4 Nederlandse CV90’s langs. 2 Duitse Leopards stuiven er gebroederlijk achteraan. Vanuit de bosrand klinkt het ronken van nog eens 4 Nederlandse CV90's. Klaar om de frontlinie over te nemen en de naderende vijand zo lang mogelijk te vertragen.

De Litouwse brigadecommandant kolonel Mindaugas Steponavicius prijst zich gelukkig, zo stelt hij met een brede glimlach. Hij heeft de leiding over de 2-weekse internationale oefening Iron Wolf. Vanaf dit moment, halverwege juni, valt de enhanced Forward Presence (eFP) battlegroup van de NAVO onder zijn brigade, die ook de naam Iron Wolf draagt. 

Een CV90 raast over de weg in Litouwen. Deze en nog 7 Nederlandse CV90’s namen deel aan de oefening Iron Wolf.

‘We zijn sterk, samen, en helpen elkaar waar nodig’

Samen sterk

Nederland vormt sinds begin dit jaar samen met de Noren, Duitsers en Belgen deze eFP battlegroup. Luxemburg sluit later aan. In Litouwen trainen zij onder meer het vertragend gevecht. Op verzoek van het land zelf, want de ontwikkelingen in het oostelijk deel van Europa, met name het Russische optreden in Oekraïne en op de Krim, baart hen zorgen. “Er is geen angst, maar we voelen ons wél bedreigd”, zegt Steponavicius. “Wij en de NAVO-landen zenden nu een sterke boodschap naar Rusland: We zijn sterk, we zijn samen en we zullen elkaar helpen als dat nodig is.”

De Litouwse brigadecommandant kolonel Mindaugas Steponavicius heeft nu de leiding over de NAVO-battlegroup, waar ook Nederland deel van uit maakt.

In Litouwen, een land met nog geen 3 miljoen inwoners, rijden tijdens Iron Wolf plots 5.300 NAVO-militairen rond met een arsenaal aan pantservoertuigen. Daarvan zijn 1.000 internationale militairen, uit de eFP battlegroup, permanent gestationeerd in het Baltische land. Ruim 80% van de Litouwers is vóór deze inzet, zo blijkt uit onderzoek in opdracht van het Litouwse ministerie van Defensie. Geografisch is Rusland dichtbij, gevoelsmatig de nare Sovjet-geschiedenis misschien nog wel meer.

NAVO-militairen in de achtertuin. Tijdens de oefening Iron Wolf kregen deze Litouwers op het platteland bezoek.

Koffie in de berm

De steun voor de militairen uit zich niet alleen in een onderzoek op papier, maar is ook merkbaar in het veld. Een Litouwer met grijze baard loopt zijn erf af. Richting de weg, waar uitgestegen infanterie in de berm ligt. Een keffend hondje huppelt achter hem aan. Bloemetjesservies en een blik oploskoffie in de hand. De boer spreekt geen woord Engels, maar 2 duimen omhoog zeggen genoeg. De kopjes met gouden randjes, worden zorgvuldig gevuld met koffiekorrels. Maar nog voor deze zijn opgelost, rijdt een CV90 voor. De militairen stijgen in. De oude man zwaait, lacht, fluit zijn hond terug en sjokt zijn erf weer op. Terug naar zijn alledaagse werkzaamheden. 

Ruim 80% van de Litouwers steunt de permanente stationering van NAVO-militairen in hun land, zo blijkt uit onderzoek.

Waar staan we?

De oefening Iron Wolf markeert het moment waarop de troepen van de battlegroup onder de Litouwse brigade vallen en is tevens een meetmoment. Dit doet een internationaal team. Deze zogenoemde OTE-teams (observing, training and evaluation) rijden af en aan. Hoe staat de battlegroup er voor? Hoe verloopt de integratie? De OTE-observators schrijven een rapport dat onder andere op het bureau van Steponavicius terecht komt. Maar voor hem is het nú al duidelijk. “Alles gaat excellent. Dit zijn mooie dagen. Ik zie veelal jonge gemotiveerde mannen. Professioneel. Goed getraind. Iedereen is druk. Kaarten staan vol symbolen. Voertuigen rijden rond. Ik ben blij. En nee, ik kan niks noemen wat niet goed gaat.” 

Een CV90 pikt uitgestegen infanterie op langs de weg.

Is het de Litouwse trots die hier spreekt, een politiek-correct antwoord, of valt er echt niks te verbeteren? Plaatsvervangend commandant van de eFP battlegroup, de Nederlandse majoor Ruud Lenoir lacht. “Er gaat echt heel veel goed, maar er kunnen altijd dingen beter.” De integratie van de battlegroup in de Litouwse brigade is vooral merkbaar op stafniveau. Elkaar begrijpen is van essentieel belang. “Voor geen van de landen is Engels de voertaal”, zegt Lenoir. “Wat betreft communicatie zijn er nog verbeterpunten. Maar hier zijn ook al grote stappen in gezet. Als we elkaar niet begrijpen, of het niet zeker weten, vragen we om het nog eens te herhalen. Dat gebeurt nu al veel meer dan in het begin.” 

De integratie van de NAVO-battlegroup in de Litouwse brigade betekent vooral op stafniveau samenwerken.

Bekijk hier de beelden van de oefening:

Nederlandse vulling battlegroup

Tot deze week zorgde 44 Pantserinfanteriebataljon Johan Willem Friso van 43 Gemechaniseerde Brigade voor de vulling van de NAVO-battlegroup in Litouwen. Nu is het de beurt aan 42 Pantserinfanteriebataljon Limburgse Jagers van 13 Lichte Brigade uit Oirschot. In 2018 gaat opnieuw een eenheid van 43 Mechbrig naar Litouwen. Ook in Estland, Letland en Polen zijn NAVO battlegroups. Gelijktijdig met Iron Wolf vonden hier grote oefeningen plaats onder de noemer Saber Strike.

Brug bouwen

Naast de 4 eFP battlegroup-landen en Litouwen laten nog 5 NAVO-landen zich zien tijdens de oefening Iron Wolf: de Verenigde Staten, Engeland, Polen, Portugal en Roemenië. Gezamenlijk oefenen zij in het vertragend gevecht onder meer een rivieroversteek. Amfibische bruglegvoertuigen van de Duitsers en de Britten zorgen binnen 10 minuten voor een tijdelijke brug. Zodra de Duitse Leopards als hekkensluiter aan de overkant zijn, verdwijnt de brug weer net zo snel als deze werd neergelegd. De rivier zorgt nu voor een natuurlijke verdedigingsbuffer.

Een Leopard-tank trekt zich terug via een tijdelijke brug.

Het zijn vooral die tanks van de Duitsers en de Noren die de ogen van Steponavicius doen stralen. “When you kill one tank, you have to kill another”, lacht hij. Maar ook de Nederlandse CV90's doen hem goed. “We moeten het samen doen, alles bij elkaar. Dan staan we sterk.” 

‘We moeten voorbereid zijn op het onverwachte’

Het onverwachte

Hoe lang de battlegroup in zijn land blijft, is aan de politiek. Nederland heeft de intentie om de komende jaren een bijdrage te leveren. Als het aan Steponavicius ligt, gaan zijn bondgenoten de komende 10 jaar niet weg. “Of het ooit tot een gevecht komt, weet ik niet. Maar de Krim laat ons zien dat alles kan. We moeten voorbereid zijn op het onverwachte.”