x

Systems Battery helpt Pijpleidingorganisatie met proef

“De Defensie Pijpleiding Organisatie is een voorstander van innoveren”, zegt programmamanager Pijpleidingen René Vissers. Dat dit klopt, bewees onlangs een proef om het leidingennetwerk van Defensie met een drone van het type Raven te gaan inspecteren.

Op dit moment gebeurt dat nog per helikopter. De pilot stond onder regie van dé drone-eenheid van de landmacht, 107 Aerial Systems Battery uit ’t Harde. Decor was het luchtruim boven een polder bij IJsselstein, waar één van de vele (ondergrondse) pijpleidingen van Defensie doorheen loopt. Ze dienen om kerosine naar vliegbasis in het zuiden van ons land, Schiphol en naar NAVO-locaties in het buitenland te pompen. Het tracé is zowel economisch als militair belangrijk en wordt daarom regelmatig per helikopter gecontroleerd. Dat kan mogelijk efficiënter, reden voor de test met de Raven. 

Hulde voor mensenredder

Korporaal-1 Bart Snellink van 220 Transportcompagnie is medio november verrast met de bronzen legpenning van het Carnegie Heldenfonds, omdat hij een automobilist het leven heeft gered.

De landmachter ontving de onderscheiding uit handen van burgemeester Arjan Gerritsen van Almelo die hem daarbij lof toezwaaide. “Waar getuigen in zo’n situatie vaak verstijven, heb jij gehandeld en veel verdriet voorkomen. Je hebt een voorbeeld gegeven.” Snellink is medio oktober na een avondje stappen op weg naar huis wanneer hij een wiel ziet liggen. Na een korte ‘verkenning’ treft hij een rokende auto aan. Zodra hij een portier opent, laaien de vlammen op. Snellink trekt de bestuurder uit de auto en redt zo vrijwel zeker diens leven. Snellink zelf reageert nuchter op zijn onderscheiding. “Mooi dat ze dit soort dingen doen.”

x

Verkenners doen Mannequin Challenge

Na de politie van Hoorn, sterren in het Witte Huis en voetbalteams kon een Mannequin Challenge van de 42 Brigade Verkennings Eskadron niet uitblijven. Op de kazerne in Budel staan de verkenners bijna 1 minuut doodstil. Zo is goed te zien hoe een inbraak in zijn werk gaat, zodat 3 terroristen overmeesterd kunnen worden.

x

Frans-Nederlandse samenwerking naar grotere hoogte

“Het is prettig samenwerken met de Nederlandse militairen. Ze kennen de NAVO-procedures en spreken goed Engels”, aldus sergeant Clément (FRA). Hij trainde onlangs samen met enkele tientallen militairen van 13 Lichte Brigade in de Franse Alpen. De militairen oefenden er het aanvragen en leiden van vuursteun in de bergen onder winterse omstandigheden.

De oefening was onder meer in de omgeving van het Franse Valloire, dat op ruim 1.500 meter hoogte ligt in het uitgestrekte berggebied Massif de Cerces. De teams werden gesteund door een mortiergroep van 13 Lichte Brigade. Ook kapitein Michael en opperwachtmeester Patrick blikken tevreden terug: “Met het beoefenen van NAVO-procedures hebben we erg veel leerwinst behaald. Ook is de samenwerking met de Fransen en het wederzijdse vertrouwen verder uitgebouwd, een belangrijke stap richting een eventuele gezamenlijke inzet.”

Medaille voor Irak- en Afghanistangangers

“De troepen die nu strijden om Mosul, zijn mede door u getraind. Ze brengen vaardigheden in de praktijk die u ze heeft aangeleerd. Vaardigheden die hun slagvaardigheid vergroten en levens sparen, kostbare levens. Want dat is wel de kern van uw werk geweest de afgelopen maanden.”

Zo vatte P-CDS vice-admiraal Rob Bauer vandaag het werk samen van de Nederlandse instructeurs van de Capacity Building Mission in Irak. Zij onderwezen samen met instructeurs uit andere landen grote aantallen Peshmerga-strijders in militaire basisvaardigheden. Samen met collega’s die in Afghanistan dienden, ontvingen zij in november in Steenwijk de Herinneringsmedaille Internationale Missies.

“Het zijn kleine stappen die we daar zetten”, zei hij over het werk van de Nederlandse militairen in Afghanistan. “3 vooruit, en dan weer 2 achteruit, om uiteindelijk toch een verschil te kunnen maken. Maar we weten ook: We dragen wel iets bij. Die ene stap vooruit, maakt wel een verschil!”. Volgens hem was het Afghaanse leger daarom in staat de Taliban buiten Kunduz te houden tijdens de recente aanvallen. 

Oudste KNIL-veteraan (101) in Bronbeek overleden

Adjudant-onderofficier b.d. Cornelis Willem Ottevanger is op 3 november op 101-jarige leeftijd overleden. Hij behoorde tot de laatste generatie van oud-militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Ottevanger was de oudste bewoner van het Koninklijk Tehuis voor Oud Militairen en Museum Bronbeek.

Hij werd op 13 augustus 1915 geboren in Tjimahi op Java als zoon van een naar Indië vertrokken Nederlandse boer, die had getekend voor het koloniale leger. Zelf tekende Ottevanger in 1934 voor het KNIL. Tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië 1942-’45 was hij korte tijd krijgsgevangene op Celebes. Na de Japanse capitulatie meldde Ottevanger zich weer voor de dienst. Na zijn KNIL-periode vervolgde hij zijn militaire loopbaan bij de Koninklijk Landmacht tot zijn eervol ontslag in 1957.

DCC begin volgend jaar operationeel

Het Defensie Cyber Commando (DCC) is vanaf begin volgend jaar operationeel. Deze speciale eenheid kan vanaf dat moment worden ingezet bij missies.

“De belangrijkste taak van het DCC is het ondersteunen van militaire operaties. Een cyber operations team kan de staf van de commandant tijdens een missie versterken”, vertelt commandant van de nieuwe eenheid brigadegeneraal Hans Folmer. “Wij oefenen met het Defensie Computer Emergency Response Team (DEFCERT) onder meer de bescherming van onze eigen systemen. Dat team moet er voor zorgen dat militaire operaties geen hinder ondervinden en de informatiesystemen van Defensie betrouwbaar zijn.” Het DCC wordt ook voor offensieve taken ingezet, zoals het verstoren of uitschakelen van digitale netwerken en systemen van de vijand, zoals telefoons, computers, maar ook wapen- of brandstofsystemen of een hoogtemeter van een vliegtuig.

Onderhoudend optreden 13X

Met de brigadegeleide oefening Rhino Avenger trainde 13 Lichte Brigade in Duitsland 17 Pantserinfanteriebataljon en de ondersteunende eenheden in het gemotoriseerde optreden op bataljonsniveau.

Het gemotoriseerde optreden van het 17e is bij uitstek geschikt voor het optreden in dorpen en steden en in uitgestrekte operatiegebieden met een verspreid optredende tegenstander. De oefening Rhino Avenger kenmerkte zich naast de operationele niveau-meting door de aandacht voor onderhoud aan materieel als onderdeel van het optreden. Met gebrekkig materieel win je immers geen gevecht. In de Defensiekrant van vrijdag 2 december een uitgebreid verslag.