06

Dit artikel hoort bij: Landmacht 10

Walhalla voor de infanterist

Beiers oefenen

Hammelburg: het thuis van dé Duitse infanterieschool. Dat kun je letterlijk nemen, want de Truppenübungsplatz vormt een walhalla voor optreden in verstedelijkt gebied. Zo’n 300 militairen van 13 Lichte Brigade, zowel infanteristen als genisten, leefden zich uit in de Beierse oefendorpen.

Tekst: Ingmar Kooman

Foto’s: KAP Evert-Jan Daniels

Virtuele bodycount

Twee tegen acht, dat lijkt een ongelijke strijd. Maar op de Infanteriekampfbahn is de verdediging dik in het voordeel. Vanuit kraters, ondergrondse gangen en lage bebouwing werken 2 logistiekelingen aan hun virtuele bodycount. “De MAG is een gruwelijk effectief wapen”, weet sergeant-majoor Patrick G. “Op het moment dat die begint te vuren, komt niemand boven de dekking uit met z’n geraamte. Zelfs John Rambo blijft dan lekker zitten.”

Markante plekken

Ortskampfanlage Bonnland is wel de meest bijzondere locatie van het bijna 15 vierkante kilometer grote oefengebied. Het is een oud dorp dat in 1965 is ingelijfd als militaire oefenlocatie. De dorpskerk en de begraafplaats vormen de meest markante plekken van Bonnland. Hier wordt uit respect voor de oorspronkelijke bewoners niet geoefend, maar de rest van het 120 gebouwen tellende oord biedt een realistische oefenervaring.

Snelheid en agressie

In het 72 uurs-scenario zetten 2 compagnieën van 42 Bataljon Limburgse Jagers elkaar flink onder druk. De ganzen (Alpha) en bulldogs (Bravo) belagen elkaar zowel in het dorp Bonnland als in de omliggende bossen. Daarbij passen de infanteristen Duitse tactieken toe. Fühlung mit der Feind, daar draait het om. “Oftewel constant actief op zoek naar de vijand”, legt eerste luitenant Ruud S. uit. “Snel en agressief handelen, vuren en bewegen. Door voortdurend je tegenstander onder druk te zetten, behoud je het initiatief. En leid je minder verliezen dan door voorzichtig op te treden.”

Plastic realisme

Nog een belangrijke plus van het oefenen bij Hammelburg: speciale live firing exercise-munitie. De Limburgse Jagers lieten zich hiervoor omscholen op de Duitse G36 (foto) en de MG3, het Duitse standaard machinegeweer. Deze plastic patronen zijn tot op 50 meter dodelijk, maar hun dracht is beperkt: tot zo’n 150 meter. Dat geeft echt een extra dimensie aan de slogan train as you fight. In een speciaal oefendorp annex schietbaan kunnen militairen daadwerkelijk 360 graden rondom schieten en zo hun stedelijke skills & drills realistisch in praktijk brengen. Soldaat-2 Jeffrey: “Voor je schiet moet je 1000 procent zeker zijn dat je doel vrij is.”

Parate brandstof

‘Hammelburg’ is een operationele belevenis. Zeker voor soldaat-2 Perry. “Ik ben nu 4 weken paraat. Je blijft hier leren. Mijn opleiding heeft me de brandstof gegeven. Nu maak ik kilometers.”

Vuur en beweging

“De Nederlandse manier van optreden is terughoudender dan de Duitse”, zegt korporaal Guido. “Je moet de vijand geen tijd geven om aan te leggen. Constant vuur en beweging, daar gaat het om. Voorwaarts, er overheen klappen.”

Opmars

412 Pantsergeniecompagnie ondersteunt de infanteristen bij hun opmars op schietbaan 19, het grote live firing dorp. Met bangalores en kruisladingen ruimen ze hindernissen als concertina’s, deuren en muren. Na een immense dreun regent het stukken prikkeldraad. Voorwaarts!

Vuurdoop

Een opmars met scherpe munitie vergt ook scherpte van de groepsleden. Door de onderbezetting van de eenheden krijgen verschillende korporaals en onderofficieren hun vuurdoop als groeps- of zelfs pelotonscommandant. Zoals korporaal Bram: “Nu geen geintjes, daar ben ik wel streng op. Communicatie binnen en tussen de groepen is heel belangrijk. Blue on blue, het vuren op eigen troepen, moet je absoluut voorkomen.”

Bokser

De infanteristen en genisten vechten zich 3 uur lang van huis naar huis. Metalen schietschijven springen voor en rond de mannen op. “Je bent als een bokser”, schetst Hauptfeldwebel Sebastian Kaiser, een van de vele veiligheidsofficieren op de schietbaan. “Je moet voortdurend in beweging zijn. Sta je stil, dan ga je neer.”