14

Dit artikel hoort bij: Landmacht 08

Mijn Uitrusting: de genieduiker

Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto Louis Meulstee

Elke specialist heeft zijn eigen uitrusting. Weet jij wat je collega draagt in het veld? Welke ‘gereedschappen’ zijn onmisbaar? Maandelijks vertelt een landmachter over zijn vak, drijfveren en de materialen die hij tijdens het werk nodig heeft. Aflevering 4: de genieduiker.

‘Vaak zie ik geen hand voor ogen’  

De gereedschapskist van een genieduiker bestaat uit een veelzijdig assortiment hydraulische, elektrische en handgereedschappen, maar ook uit minder conventionele middelen zoals springstoffen. Met welke uitrusting de duiker te water gaat, hangt af van de opdracht. We lichten 7 van de meest gebruikte items uit.

Video-uitrusting

De duiker gebruikt de videocamera met name voor inspecties en verkenningen. Hij brengt de onderwatersituatie in beeld, terwijl de duikleider aan wal live meekijkt via een laptop. De camera is uitgerust met verlichting. Soms duikt de genist met een GoPro op zijn helm. Het nadeel is echter dan dat collega’s aan wal niet live kunnen meekijken.

Hydraulische slijptol

Hiermee kan de duiker diverse metaalsoorten doormidden slijpen. Bijvoorbeeld een autowrak of platen en palen van een brug.

Hydraulische spreider

Deze spreider heeft een spreid- en trekkracht van 8 ton; dit is het gewicht van ongeveer 6 personenauto’s. Door de hydraulische bekrachting (vergelijkbaar met stuurbekrachtiging in een auto, red.) kan de duiker de spreider met 1 hand bedienen. Hij opent er bijvoorbeeld deuren en daken van auto’s mee. Gebruikt de genist de spreider in open stand en draait hij de bek dicht, dan kan hij zelfs 2 brugdelen naar elkaar toetrekken.

Boutenschiethamer

Met de boutenschiethamer kun je bouten in beton of staal schieten. De genist kan zo 2 platen aan elkaar vastmaken, maar kan ook een ankerpunt creëren. Over de schroefdraad aan het uiteinde van de bout bevestigt hij dan een oogje, waardoor hij een trek- en tilkracht van 500 kilo creëert (afhankelijk van de ondergrond). Bij het schieten geeft de machine een behoorlijke terugslag, de duiker leunt er daarom met zijn volle gewicht tegenaan.

Umbilical

De duiker gaat altijd te water aan een 80 meter lange multifunctionele kabel. Hierdoor kan hij ademhalen (blauw), communiceren met zijn collega’s boven water (rood) en automatisch diepte meten (geel). Mocht de communicatielijn uitvallen, dan kan de duiker door middel van korte rukjes aan de kabel alsnog communiceren. Zo staat bijvoorbeeld 1 keer trekken voor ‘alles oké’ en betekent 4 keer trekken ‘ik kom omhoog’.

Broco

Met de Broco snijdt de duiker onder meer door staal en beton. Het apparaat zit aangesloten op een lasapparaat en een zuurstofslang aan wal. Wanneer de stroom en zuurstof samenkomen ontstaat er een vonk waardoor de staaf magnesium (dit is de ‘loper’ van het Broco) ontvlamt en onder een hitte van een paar 1000 graden wegsmelt. Met de blauwe vlam die ontstaat, kun je ‘snij-branden’. Binnen 30 seconden brandt de staaf op, die de duiker vervangt door een nieuwe uit zijn voorraadkoker.

Decompressietank

De decompressietank wordt gebruikt voor het voorkomen en behandelen van duikersziekten. Deze ziekten (kunnen er meerdere tegelijk zijn) ontstaan wanneer er teveel stikstof in het lichaam zit, waardoor bijvoorbeeld de bloedbanen geblokkeerd raken. Je lichaam neemt meer stikstof op afhankelijk van de diepte en tijdsduur onder water. Door geleidelijk naar de oppervlakte terug te keren, raak je deze overtollige stikstof vanzelf kwijt. Mocht dit langzaam opkomen niet kunnen of lukken, dan kan de decompressietank dit simuleren. De tank staat altijd binnen 2 uur reisafstand van de duiklocatie. Bij duiken dieper dan 15 meter staat de cabine op locatie.

Korporaal-1 Gijs van den Langenberg (29)
105 Geniecompagnie Waterbouw 

“Wat ga ik onder water aantreffen? Welke risico’s zijn er? Hoe gaan we de klus deze keer klaren? Elke operatie is anders en dat maakt het werk zo uitdagend. Vanaf het moment dat ik mijn helm opzet, zit ik letterlijk in mijn eigen bubbel. Ik hoor alleen de luchtstroom en soms de duikploegleider over de comms. Vaak zie ik geen hand voor ogen in de troebele Nederlandse wateren. Daarom werken we vooral op de tast. Tijdens een verkenningsduik probeer ik de situatie zo goed mogelijk in beeld te brengen. Met mijn handen volg ik de contouren, met mijn lichaamslengte meet ik. Alles wat ik tegenkom beschrijf ik direct aan de ploegleider. Eenmaal aan wal maken we met de duikgroep een plan. Het constructie- of deconstructiewerk dat dan volgt, kan ik feitelijk met mijn ogen dicht. Daar trainen we ook op. We opereren veel in de Nederlandse binnenwateren, een uitzending komt zelden voor. Zo assisteren we bijvoorbeeld de politie bij het zoeken naar bewijslast of het moordwapen of helpen we de Waterschappen bij lekkages van sluizen. Een opdracht kan 1 dag, maar ook een paar weken duren. We zijn eens 2 maanden bezig geweest om een Duitse mijnenlegger uit de Tweede Wereldoorlog te bergen. Het was een machtig groot ding van 45 bij 8 meter, bedolven onder een meter modder. Met de Broco (zie kader) brandden we door pantserplaten heen, waardoor we moesten oppassen voor zuurstofophopingen die onder water een explosie konden veroorzaken. Uiteindelijk hebben we het schip in 3 segmenten gesneden en uit het Veerse Meer gehesen. Het was mijn mooiste klus tot nu toe.”