Tekst Leo de Rooij
Foto Hans Roggen
Interview commandant MatlogCo
De taal is ferm: “Aanpakken van een veelkoppig monster over 5 hoofdschootslijnen.” “Durven opruimen in plaats van alles in stand willen houden.” Voor kolonel Gerhard Schonewille, commandant Materieellogistiek Commando Land (MatlogCo), zijn de prioriteiten helder: de materiële gereedheid van landsystemen moet omhoog en het vertrouwen van de klanten teruggewonnen. “Eerst de balans versterken, daarna het MatlogCo toekomstbestendig maken”, luidt zijn devies.
Het MatlogCo valt weliswaar onder de Koninklijke Landmacht, maar is verantwoordelijk voor de instandhouding van al het grondgebonden materieel van de krijgsmacht. Dus of het nu gaat om wapens van de marechaussee, aggregaten van een F-16-squadron, motoren van een CV90 of nachtzichtapparatuur van mariniers in Mali, het MatlogCo ‘is ervan’. Een fikse verantwoordelijkheid, erkent Schonewille. “Maar daar hebben mijn klanten terecht geen boodschap aan. Die willen de spullen waar ze recht op hebben: op tijd, in goede conditie, goed onderhouden en met voldoende reservedelen op de plank. En daar gaan wij voor zorgen.”
Merkbare verbeteringen
Op weg naar stabiliteit en balans was 2014 volgens de kolonel een overgangsjaar. “We hebben keihard gewerkt om de zaken op de rails te krijgen en zo het vertrouwen van eenheden terug te winnen. Er zijn extra inspanningen gepleegd die voor de materiële gereedheid van de operationele eenheden direct merkbaar waren. Voorbeelden? 43 Gemechaniseerde Brigade kon haar oefening in Tsjechië met voldoende CV90's afwerken door het aanschaffen van complete beurtpakketten en die direct af te leveren bij de hersteleenheden. De omvorming van een gemechaniseerd bataljon naar wiel bij 13 Lichte Brigade liep geen vertraging op omdat onze afdeling Techniek zelf onderdelen voor de MB 280 CDI fabriceerde die bij de industrie niet tijdig leverbaar waren. Kijk, met dergelijke acties bouw je vertrouwen op en gaan je klanten weer meedenken.”
‘Eenheden worden weer eigenaar’
Eigen verantwoordelijkheid
Belangrijk daarbij is het verleggen van het Eerste Aanspreekpunt in het onderhoudsproces, dat weer op pelotonsniveau wordt gebracht. “Dat stond te ver van de gebruikers af”, weet Schonewille. “Tevens willen we het eigenaarschap terugbrengen naar waar het hoort: bij de gebruiker. Vergelijk het met je eigen auto; daar ben je zuinig op, je zorgt dat ‘ie op tijd een beurt krijgt, schoon blijft, met voldoende olie in het blok en lucht in de banden. Dat eigenaarschap binnen de eenheid wordt weer mogelijk zodra we de beschikbaarheid van systemen zoals CV90 en Bushmaster op niveau hebben. Laat ze hun ‘eigen’ voertuig waar ze zuinig op zijn dan ook vooral weer een naam geven!”
‘Qua reservedelen zijn we er nog niet’
Lange adem
Eer het MatlogCo de gewenste balans bereikt, moet er nog heel wat gebeuren, meent Schonewille, die dan ook veel tijd steekt in het managen van de verwachtingen bij zijn klanten. “Versterken van die balans is een kwestie van de lange adem. Er zijn veel factoren die meespelen en die hebben we niet altijd in eigen hand. Belangrijk is natuurlijk het budget voor reservedelen en overige artikelen. Vorig jaar zijn we er in geslaagd dit budget op te maken en zo de belangrijkste knelpunten op te lossen. We zijn er echter nog lang niet. Gelukkig komt er extra geld beschikbaar voor de aanschaf van reservedelen. Dat geeft lucht.”
Beter sturen met SAP
Maar er is meer. “Het informatiesysteem SAP geeft verhelderend inzicht om tot een verhoogde materiële gereedheid te komen. Ik zie dingen die je een paar jaar geleden nergens kon terugvinden. Dat geeft mij uitstekende handvatten om te sturen. Maar daarvoor moet het systeem goed werken, gevuld worden met correcte gegevens en moeten de gebruikers ermee leren omgaan. Om dat te bevorderen sturen we nu teams het land in om de eenheden wegwijs te maken in dit complexe systeem. SAP loopt, maar de verschillende OPCO's zitten ieder op een ander kennisniveau. We zijn er dus nog lang niet.”
Hoewel het tekort aan reservedelen vaak de meeste aandacht opeist bij discussies over het instandhoudingsproces, is personeel toch het belangrijkste kapitaal van het MatlogCo. “Er is veel kennis en expertise bij onze mensen en we moeten dat zien vast te houden. Denk aan het vullen van vacatures, het op peil houden van het opleidingsniveau. Toch constateer ik dat het vertrouwen bij onze mensen weer terugkomt, ze krijgen er weer zin in. Ook zij zien dat er verbeteringen in gang gezet zijn.”
Binnen het gehele materieellogistieke veld zie je nu dingen gebeuren, de inktvlek van verbetering spreidt zich langzaam maar gestaag uit. “We gaan de goede kant op, maar zijn er nog lang niet”, waarschuwt een realistische commandant Schonewille. “Ja, de materiële gereedheid is stijgend, maar er is nog geen reden om ‘hoera’ te roepen, daarvoor is het te vroeg. En bedenk, we zijn nog steeds bezig met het in balans brengen, daarna begint pas het toekomstbestendig maken. De belangrijkste voorwaarde daarbij? Durf op te ruimen! Het krampachtig in stand willen houden van oude structuren en gewoontes werkt alleen maar remmend. Laten we er met zijn allen voor zorgen dat we het momentum vasthouden!”