Tekst Jack Oosthoek

Voorman Verkerk zegt marine na 39 jaar vaarwel

“Jammer dat het is afgelopen. Ik kijk terug op een mooie carrière. Tegen mijn opvolger zeg ik: blijf dicht bij jezelf, wees toegankelijk. Dan gaan de mensen met je in gesprek. Al is je dat soms misschien niet welgevallig.” Na 39 jaar marine is het ‘over en sluiten’ voor Commandant Zeestrijdkrachten luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk. Op 22 september geeft hij het roer over aan vice-admiraal Rob Kramer. Hoe kijkt de vertrekkende vlootvoogd terug op zijn loopbaan? Wat is de stand van zaken binnen de marine?

Op de valreep van het adieu neemt het werk de generaal nog steeds volop in beslag. Hij heeft nog nauwelijks tijd gehad om over zijn leven ná de marine na te denken. Verkerk is voor banen benaderd, maar hield de boot tot nog toe af. Eerst afstand nemen. “Even niets doen lijkt me aantrekkelijk. Kijken wat ik leuk vind; waarin ik geloof en waar ik goed in ben. Niet langs de deur leuren, geen gebakken lucht verkopen en geen bazen meer. Dat maakt het lekker overzichtelijk. Maar op een gegeven moment zal misschien iets mijn pad kruisen.”
 

'Een Commandant Zeestrijdkrachten moet vaak afdalen naar de werkvloer’

Na een periode van kaalslag ziet Verkerk het marinebudget weer bescheiden groeien. (Foto John van Helvert)

Niet rooskleurig

Verkerk vond het prachtig om, zoals hij het omschrijft, voorman van de marine te zijn. Werden zijn voorgangers met kaalslag geconfronteerd, hij ziet zijn begroting weer groeien. Zij het bescheiden. Vervanging en vernieuwing van maritieme capaciteit is hard nodig. In de ogen van de generaal is de mondiale veiligheidssituatie niet rooskleurig. “De wereld globaliseert verder. Dat gaat gepaard met instabiliteit. Een gevaarlijke cocktail. Een handelsland als Nederland heeft zijn krijgsmacht hard nodig. Om bij te dragen aan vrede en veiligheid dicht bij huis, maar ook tot ver voorbij onze grenzen. Handelswegen op zee moeten worden beschermd om het ongehinderde gebruik hiervan zeker te stellen. Voor de wereldhandel, maar ook om versterkingen aan te voeren in geval van een conflict. Qua defensie is ons kleine land afhankelijk van collectieve verdediging in bondgenootschappelijk verband. Daar moeten wij naar rato van onze economische draagkracht aan meebetalen. Met minder dan 1,2% van het BBP, inclusief pensioenen en wachtgelden, zitten we daar ruim onder. Er moeten geloofwaardige stappen worden gezet. Natuurlijk zit het niet alleen in geld, maar telt ook commitment, in de vorm van deelname aan internationale crisisbeheersingsoperaties. Benieuwd waar het nieuwe kabinet mee komt; er lijkt geld te zijn. Ik zou niet weten waarom dat niet deels naar Defensie gaat. Er moet minimaal 1 miljard euro structureel bij. Anders houd je deze tent niet draaiend. Maar eigenlijk moeten we naar het Europese NAVO-gemiddelde.” 

LTGENMARNS Verkerk ging graag op werkbezoek. Op de foto neemt hij in België poolshoogte bij een oefening van mariniers met Belgische en Duitse militairen. (Foto: SM Eva Klijn)

Meer zekerheid

Verkerk laat een marine achter zich die met een gebrek aan voldoende personeel kampt. “Het uitblijven van een CAO, onderdeel van goed werkgeverschap, helpt daar niet bij”, verzucht hij. Verkerk signaleert dat veel mensen hun heil in het bedrijfsleven zoeken. “Dat komt niet alleen omdat het gras bij de buren groener is, maar ook omdat mensen zekerheid en perspectief willen. Weten wanneer ze van huis zijn en wat ze hierna gaan doen. Niet rondgepompt worden om gaten met gaten te vullen. Blijven doen waar ze goed in zijn. Ik ben er een voorstander van om mensen zoveel als mogelijk 5 jaar op functie te plaatsen en zo rust te creëren. Verder moeten we flexibeler op de arbeidsmarkt inspelen. Bijvoorbeeld door in bepaalde gevallen hogere beloningen te bieden. Zo los je mogelijk het tekort aan junior NCO’s in bepaalde dienstvakken op. Het grootste probleem is om ons personeel binnenboord te houden. Maatwerk kan daarbij een oplossing bieden. Evenals het loslaten van het Flexibele Personeels Systeem. Kijken naar persoonlijke omstandigheden en iemands loopbaan daarop aanpassen. Wees niet rigide en durf terug te keren naar beheer. Besteed de werving uit aan de markt.” 

Verkerk, derde van links, bezocht vorig jaar in Belize, Midden-Amerika, de jungletraining van mariniers en ‘rode baretten’ van 11 Luchtmobiele Brigade. (Foto: SGT Hille Hillinga)

Mooie resultaten

Bij zijn afscheid heeft Verkerk nog een advies: benadruk ownership en geef degenen die verantwoordelijk zijn meer bevoegdheden en eigen regelruimte. Die les – maak altijd iemand verantwoordelijk – leerde hij tijdens de Praktische Opleiding tot Officier der Mariniers van zijn baksmeester en spreekt hem nog steeds tot de verbeelding. In de ogen van Verkerk bereiken zelfsturende teams vaak mooie resultaten, mits doel en kaders duidelijk zijn. “Accepteer daarbij dat het niet altijd gaat zoals je het zelf zou doen. Verantwoordelijkheid geven met de daarbij behorende bevoegdheden is in het huidige besturingsmodel van Defensie onvoldoende geregeld. Een operationeel commandant blijft daarin teveel afhankelijk van andere defensieonderdelen om zaken snel zelfstandig te kunnen oplossen. Het loopt allemaal te stroperig; verantwoordelijkheden zijn versnipperd. Niets gaat vanzelf en overal heb je iemand van buiten je eigen organisatie voor nodig. Optimalisatie van deelprocessen binnen de keten draagt niet altijd bij aan slagvaardigheid van de keten als geheel. Dat gaat ten koste van de effectiviteit. Mijn advies: beleg het ownership duidelijker en geef operationele commando’s meer ruimte en budget om zelf te beslissen.”

‘Even niets doen lijkt me aantrekkelijk’

De agenda van Verkerk zat tot op de laatste dag vol. (Foto: John van Helvert)

Mount Igman

Terugblikkend op de klussen die hij – eerst als adelborst en daarna als officier der mariniers – in 39 jaar klaarde, bewaart Verkerk vooral goede herinneringen aan zijn periode als operatieofficier van de vredesmacht United Nations Protection Force (UNPROFOR) in het door oorlog geteisterde voormalige Joegoslavië. In die functie was hij betrokken bij de beschieting van Bosnische-Servische stellingen bij Sarajevo vanaf Mount Igman, door een multinationale brigade onder Franse leiding. Nederlandse mariniers maakten deel uit van die brigade. Uiteindelijk betekende dit een keerpunt in de oorlog en het begin van een einde van alle ellende. Volgens Verkerk vormde het ook een eerste aanzet tot de vredesakkoorden van het Amerikaanse Dayton.

Later was hij op de Balkan op de achtergrond betrokken bij de (gevaarlijke) arrestatie van verdachten van oorlogsmisdaden, persons indicted for war crimes (PIFWC’s). “Het was boeiend en motiverend om deel uit te maken van een relatief klein team dat dingen deed die potentieel een grote impact hadden – vanwege het afbreukrisico – op het gezicht van Nederland in de wereld”, herinnert Verkerk zich. 

Verkerk vindt het belangrijk dat de hoogste marineman afdaalt naar de werkvloer. “Dan hoor je hoe het werkelijk zit.” (Foto: Zadrach Salampessy)

Bliksemactie

De bevrijdingsactie door Nederlandse mariniers van de bemanning van het gekaapte Duitse koopvaardijschip Taipan, bij Somalië, vond hij eveneens een hele ervaring. In die tijd was Verkerk Directeur Operaties van het Commando Zeestrijdkrachten. In een bliksemactie vanuit de helikopter van Zr. Ms. Tromp overrompelden de mariniers de kapers. Sloegen ze in de boeien en bevrijdden de bemanning van de Taipan. Ook operatie Baracuda staat in het geheugen van Verkerk gegrift. Daarin saboteerden mariniers van de Maritime Special Operations Forces (MARSOF) vanaf marineschepen in het diepste geheim moederschepen van Somalische kapers. Ook weer link, maar succesvol door de kracht van het team.

Dieptepunten waren voor Verkerk de mensen die hem gedurende zijn loopbaan ontvielen, als gevolg van ziekte, maar vooral ook in en door de dienst. “Ik vond het dankbaar en belangrijk om eind mei steeds bij de jaarlijkse herdenking te zijn van overleden marinepersoneel in actieve dienst, burgers en militairen. Het was intens om met de achterblijvers in contact te zijn en te proberen hen te steunen. Opvallend dat vaak ook de motivatie van de overledenen voor hun marine de nabestaanden troost biedt bij het verwerken van het zware verlies.”

Geen blad voor de mond

Vraag de generaal naar de leukste ervaring uit zijn militaire carrière en hij noemt het contact met het personeel. “Marinemensen – vloot, mariniers en burgerpersoneel – zijn loyaal en gaan ver in wat ze belangrijk vinden voor het krijgsbedrijf. Ze hebben een sterke hang naar professie en zijn zeer betrokken bij het werk. Als er wordt geklaagd – en dat wordt er – dan is het meestal omdat ze de juiste spullen niet hebben. Daarbij zeggen ze wat ze vinden en nemen geen blad voor de mond. Dat hoort bij de tijdgeest en dat is goed. Een Commandant Zeestrijdkrachten moet daarom vaak afdalen naar de werkvloer. Dan hoort hij hoe het werkelijk zit. Anders kom je in een ivoren toren te zitten” 

“Zelfsturende teams bereiken vaak mooie resultaten.” (Foto: John van Helvert)