Tekst Arjen de Boer
Foto KPL Zadrach Salampessy
In de hightech-wereld van de Koninklijke Marine werken mens en machine nauw samen. Sterker nog, de een kan niet zonder de ander. In deze nieuwe rubriek zetten we een marineman- of vrouw en zijn of haar vak in de spotlights. Dit keer sergeant Technische Dienst Daniëlle Polack (30), instructeur Goalkeeper op Marinekazerne Erfprins in Den Helder.
‘Op het water voel ik me vrij’
Vriendenboekje
“De marine oefende op mij altijd al een forse aantrekkingskracht uit. Laatst keek ik in zo’n vriendenboekje van de basisschool. Bij de vraag ‘Wat wil je later doen?’, had ik ingevuld ‘iets bij de marine’. Dat mijn vader vroeger marinier is geweest en later vrijwilliger was bij een museumschip van de marine, zal hier vast iets mee te maken hebben.”
“Ik was nieuwsgierig naar techniek, dat werd echt een passie. Niets leukers dan dingetjes uit elkaar halen en weer in elkaar zetten. Daarnaast was ik enthousiast lid van de scouting en zeilde ik graag. Op het water voel ik me vrij. Die weidsheid, de frisse lucht als je opstaat, het leventje aan boord. Er is weinig mooiers dan varen bij de marine.”
Een eer
“Lesgeven ligt me wel, merkte ik aan boord. Daar gaf ik weleens instructies over de Goalkeeper en wapenlesjes. Toen er in 2013 een plek op wal vrijkwam, heb ik een klein jaar lesgegeven bij Veiligheid en Vakmanschap Mechatronica bij de Koninklijke Marine Technische Opleidingen. In 2014 ben ik overgestapt naar deze functie.”
“Op de middelbare school kreeg ik vroeger les van docenten die met een ontevreden blik hun verhaal afdraaiden. Die kant wil ik absoluut niet op. Ik mix theorie en praktijk met enthousiasme, probeer iedere dag anders te laten zijn. Samen met een superleuk team leiden we ieder jaar zo’n 10 servicemonteurs op voor de Goalkeeper. Ik probeer leerlingen te laten beseffen dat ze niet aan zomaar een wapensysteem werken. Het is een eer hier aan te mogen sleutelen.”
‘Soms moet je wel engelengeduld hebben als instructeur’
Maatwerk en aandacht
“Soms moet je wel engelengeduld hebben als instructeur. De ene leerling heeft sneller door hoe iets werkt dan een andere. Die verschillen tussen individuen vind ik interessant. Voor mij is het de uitdaging daar rekening mee te houden en iedereen mee te krijgen in de lessen. Zo was er laatst een jongen die ervoor koos ietwat achteraan te staan tijdens de instructies. Maar hij bleek alles wel goed te snappen. Toch probeer ik zo iemand er dan meer bij te betrekken, zodat hij meer zelfvertrouwen krijgt om zich te uiten in de les.”
Laatste redmiddel
“De Goalkeeper is bijzonder; het laatste zelfverdedigingsmiddel wanneer andere wapensystemen laagvliegende en inkomende doelen niet meer kunnen neerhalen. Het is een complex wapensysteem. Je kunt het enkel draaiende houden in samenwerking met anderen. Alleen lukt het echt niet. Je moet alles goed in het snotje houden. Want als er iets fout gaat, gaat het ook goed fout.
De Goalkeeper wordt gebruikt op korte afstand, daarom is het essentieel dat het systeem operationeel gereed is en blijft. Dat is belangrijk werk. Dan heb ik het niet alleen over de techniek, maar ook over het personeel. Die mensen moeten goed getraind zijn.”
Cupido´s pijl
“De Goalkeeper heeft veel aspecten. De mechaniek, het elektrische, de computersystemen om maar wat te noemen. Maar er is veel meer. Via de Goalkeeper heb ik mijn vriend Bas leren kennen. Ik voer aan boord van De Zeven Provinciën en er kwam een invaller aan boord, ook een Goalkeepermonteur. Dat was Bas. In eerste instantie sprong de vonk niet over en waren we een jaar vrienden. Maar daarna zijn we gaan daten en nu, een paar jaar later, hebben we een kindje.”
Combineren
“Er zitten weinig vrouwen bij de Technische Dienst, dat vind ik wel jammer. Een andere vrouwelijke sergeant en ik zijn momenteel de enige (storings)monteurs voor de Goalkeeper. Terwijl het een prachtige baan is waar je zoveel kanten op kunt. Ik ben vorig jaar moeder geworden en het is prima te combineren.”
“Daarvoor heb ik jarenlang gevaren en dat mis ik eerlijk gezegd wel. Maar sinds mijn kleine er is, gaat dat niet meer. Althans, voorlopig niet. Ik sluit zeker niet uit dat ik ooit weer de zee opga. Misschien over een paar jaar.”