.

Applicatie bepaalt landingsplek

Dankzij een nieuwe applicatie berekenen helikopterbemanningen in de toekomst veel efficiënter potentiële landingszones voor helikopters. De software neemt werk uit handen, is sneller én veiliger. Het nationaal technologieproject Automated Military Landingzones (MiLZ) is ontwikkeld door technologiebedrijf CGI in samenwerking met 11 Luchtmobiele Brigade en het Defensie Helikopter Commando.

CGI begon anderhalf jaar geleden met de ontwikkeling van het systeem. Om een ideale landingspot te vinden, heeft de applicatie data nodig. De soort en gesteldheid van de ondergrond en bodem, soort en hoogte van de vegetatie in de omgeving en de hellings- en invlieghoeken zijn belangrijke gegevens. Ofwel: slope, size, surface, shoots en security.

Deze vijf s’en zijn welbekend bij loadmaster Alain: “Die analyseren is nu nog een tijdrovend proces. We moeten er bijvoorbeeld zien achter te komen hoe hoog de bomen zijn, waar greppels zitten en hoe veilig het in de omgeving is. Zeker in een groot gebied is dat een aardige klus. De MiLZ -applicatie kan dit een stuk sneller voor ons berekenen.” Hierdoor hoeven verkenners en pathfinders van de landmacht in de toekomst minder vaak het voorterrein in. Dat is veiliger voor de militairen en de operatie.

Project MiLZ bestaat naast de rekenapplicatie uit een kleine, stille verkenningsdrone voor extra detailterreinopnames. Momenteel werkt het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum aan een prototype. Op termijn kan ook de MQ-9 Reaper data aanleveren om de satellietbeelden aan te vullen. Samen met innovatiecentrum KIXS van de Defensie Materieel Organisatie kijken land- en luchtmacht hoe zij het systeem kunnen implementeren. Foto’s: korporaal Gregory Fréni

Primeur: luchtverkeersleiders begeleiden MQ-9

Dat ze geschiedenis schrijven is wellicht wat overdreven, maar feit is dat eerste luitenant Max en tweede luitenant Danny de eerste Nederlandse luchtverkeersleiders zijn die een MQ-9 in het Nederlandse luchtruim ‘mochten’ begeleiden. Dat deden ze op 1 en 2 september toen een Amerikaans toestel demonstratievluchten uitvoerde voor de Britten.

De luchtverkeersleiders moesten rekening houden met iets andere procedures dan bij bemande vliegtuigen. Samen met de vlieger, die opereerde vanaf een grondstation in Groot-Brittannië, oefenden ze twee keer de aankomst- en vertrekprocedures boven Vliegbasis Leeuwarden. Max: “Die wijken wat af van die van ‘normale’ vliegtuigen omdat de MQ-9 de bochten bijvoorbeeld niet zo scherp kan nemen.” De test verliep zonder problemen.

Een ander verschil waarop ze vooraf moesten anticiperen, was een mogelijke verstoring in de satellietverbinding. Daardoor zou de vlieger het toestel niet meer kunnen besturen. “In dat geval valt de MQ-9 vanzelf terug op een voorgeprogrammeerde route naar een ‘veilig’ gebied in het luchtruim”, vertelt Max. “Die alternatieve route hebben we van tevoren al bekeken, zodat we al het andere vliegverkeer daar uit de buurt konden houden op het moment dat het nodig was.”

De begeleiding tijdens de oefening verliep naar eigen zeggen verder als gewoonlijk. “Je praat gewoon met een echt mens – de vlieger – en het radarbeeld is niet anders dan normaal. Ondertussen waren we ook bezig met het andere vliegverkeer. Eigenlijk was er voor ons weinig verschil met het dagelijkse werk”, besluit Max nuchter.

De Amerikaanse vliegtuigfabrikant General Atomics-Aeronautical Systems Inc. was met de MQ-9B SeaGuardian in het Verenigd Koninklijk omdat de Britten onlangs besloten om een aantal van deze types aan te schaffen. Later werd de MQ-9B ook ingezet bij de oefening Joint Warrior waarbij ook Nederlandse landmacht- en marinecollega’s en beeldanalisten van het 306 Squadron op Leeuwarden betrokken waren. Nederland heeft vier toestellen van het type MQ-9A Block 5 aangekocht. De Koninklijke Luchtmacht verwacht de eerste eind dit jaar in ontvangst te nemen. Video: Paris Hidden

Woensdrecht verwelkomt heli's uit Gilze-Rijen

Vanaf september oefenen er elke maandagavond van 19.00 tot 22.00 uur één of meerdere Chinooks, Apaches of Cougars op Vliegbasis Woensdrecht. De oefenvluchten lopen in principe tot 1 april door.

De heli's stijgen op vanaf Gilze-Rijen en komen op en rond de Woensdrechtse baan circuitvliegen. Dit betekent tactische manoeuvres uitvoeren op diverse hoogtes, procedures oefenen, een plek naderen en er weer vertrekken, verticaal landen. Na de training keren de helikopters terug naar Gilze-Rijen. Er worden geen grote aantallen tegelijkertijd verwacht en mogelijk slaan vliegcrews ook weleens een maandag over.

Tegen het Brabants Dagblad vertelt vliegbasiscommandant kolonel Ellen Meeuwsen-Scholten dat twee zaken voorop stonden toen het Defensie Helikopter Commando krap kwam te zitten qua oefencapaciteit: haar collega's helpen én haar buren sparen. Daarom wil de commandant het houden bij één avond per week. Trainen bij schemering en in het donker is belangrijk, omdat dit ook regelmatig voorkomt in missiegebieden.

Iedere vliegbasis heeft te maken met een maximale ‘geluidsruimte’. Zo kan Gilze-Rijen er niet veel meer bijhebben en is de limiet op Leeuwarden, Volkel en Eindhoven ook zo goed als bereikt. Woensdrecht had wat dat betreft de meeste rek. Normaliter wordt er met buitenlandoefeningen ook geluid geëxporteerd, maar door corona zijn die opties nog beperkt. Foto: sergeant Cinthia Nijssen

10.000 sorties met kustwachtvliegtuigen

Op Schiphol-Oost werd op 20 augustus een klein feestje gevierd in de hangaar van de twee Dornier 228-212 kustwachtvliegtuigen. De twee toestellen vlogen met 22.250 uren liefst 10.000 vluchten voor de Nederlandse Kustwacht. De patrouillevliegtuigen kwamen in 2007 in dienst en staan gestationeerd op Schiphol-Oost. Vanaf daar voeren ze controle- en observatievluchten uit boven de Noordzee.

De toestellen worden beheerd door Defensie en gevlogen door het 334 Squadron van het Air Mobility Command. De luchtmacht en marine leveren samen de vliegers. Daarnaast heeft het toestel tijdens een vlucht twee sensoroperators aan boord. Eén van hen is van Rijkswaterstaat en is gespecialiseerd in milieuovertredingen op zee. De andere operator komt van de Douane of Koninklijke Marechaussee en houdt zich bezig met handhaving zoals grensbewaking, visserij-inspecties en naleving van verkeersregels.

De planning is om in het tweede kwartaal van 2022 de twee Dorniers te vervangen door twee Dash 8-100 patrouillevliegtuigen. Die toestellen worden dan niet meer gevlogen en beheerd door Defensie. Het bedrijvenconsortium JetSupport uit Nederland en Provincial Aerospace uit Cananda worden eigenaar en operator van de nieuwe toestellen. Zij leveren dan zelf de vliegers. De waarnemers blijven ongewijzigd afkomstig van Rijkswaterstaat, Douane en Koninklijke Marechaussee. Het onderhoud van de Dorniers was al in handen van een civiel bedrijf. Foto’s: JetSupport

Schotten winnen contract voor reddingsvluchten op zee

Het Schotse helikopterbedrijf Bristow uit Aberdeen gaat de komende tien jaar in opdracht van de Nederlandse overheid de reddingsvluchten op zee uitvoeren. Daarmee komt een einde aan het langjarig contract met het Belgische Noordzee Helikopters Nederland, meldt het AD.

Bristow houdt Den Helder aan als hoofdlocatie voor de twee permanente reddingshelikopters, en kiest voor het Zeeuwse Arnemuiden als tweede vliegveld. De locatie Rotterdam Pistoolhaven vervalt.

De Schotten rolden als beste uit de bus na een Europese aanbesteding die door het ministerie van Defensie was uitgeschreven. Bristow schreef voor 158 miljoen euro in, Noordzee Holland bood het werk uit te voeren voor 169 miljoen euro. De conclusie werd aangevochten door het verliezende Noordzee Helikopters, dat naar de rechter stapte. In een kort geding oordeelde de rechtbank Den Haag dat de aanbesteding correct is verlopen. Bron: ANP MediaWatch; foto: Bristow

Reddingshelikopter van Bristow.

Bommenwerper vliegt door Oorlogsmuseum Overloon

Het nieuwe Lancaster Paviljoen in Oorlogsmuseum Overloon gaat vliegend van start. Op het schuine dak van het paviljoen liggen de resten (meer dan tweeduizend grotere en kleinere wrakstukken) van een Britse bommenwerper tentoongesteld. Uniek in de wereld want nergens anders is een vliegtuig op deze manier te zien. Bijzonder is dat de expositie sinds augustus wordt verrijkt met een augmented reality beleving.

Bezoekers kunnen via hun smartphone de app ‘Lancaster NN775 Overloon’ downloaden waarmee het enorme toestel van 21 bij 31 meter in augmented reality wordt getoond. Een bijzondere beleving want de zware bommenwerper is daardoor vliegend te zien in het museum. Bij het toestel zijn drie grote vloerstickers geplaatst die bezoekers kunnen scannen met hun smartphone. Hierna kunnen ze zien hoe de Avro Lancaster NN775 eruit zag en hoe deze opereerde. Ook is de app verder uitgebreid met alle informatie over de cockpit, staart, motoren en het landingsgestel.

Bij het vliegtuigwrak is ook ruimte voor herdenken. Er wordt stilgestaan bij de zevenkoppige bemanning die om het leven kwam bij de crash in 1945. Hun namen en gezichten worden niet vergeten. Beeldmateriaal: Oorlogsmuseum Overloon