Tekst kapitein Saminna van den Bulk
Foto sergeant-majoor Gerben van Es

‘De ideale plek om nieuw optreden uit te proberen’

x
Leestijd: 4 minuten

Simulatie wordt al jaren gebruikt voor opleiden en trainen. De volgende stap is om deze virtuele omgeving in te zetten bij het voorbereiden en plannen van missies. Het CLSK Aerospace Battle Lab (CABL) biedt de mogelijkheid hiermee te experimenteren.

Acht landingsplekken, verschillende Combat Arm Teams op de been en verscheidene transport- en gevechtsheli’s in de lucht. Plus: een vijand die met zwaar geschut klaarstaat om in te grijpen.

Sinds 2019

In 2019 werd simulatie aangewezen als een van de te stimuleren ontwikkelrichtingen voor 5th generation airpower. In 2019 zag CLSK Battle Lab het levenslicht. Het doel: een platform bieden waar de luchtmacht (in samenwerking met andere eenheden) het eigen optreden kan ontwikkelen en daarmee kan experimenteren. Op dit moment wordt CABL gerund door luitenant-kolonel Peter van Onzenoort en testvlieger majoor Harm Cazemier.  

Een kijkje achter de schermen bij CABL Warrior II, gericht op ‘Verspreid Optreden’. Half september namen zestig mensen, waaronder dertig operators uit het veld, deel aan de oefening. Deze werd mede mogelijk gemaakt door onderzoeksbureau TNO, KIXS en het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum.
Luitenant-kolonel Peter van Onzenoort, coördinator Modelling and Simulation. Foto: Hans Roggen

Ieder zijn eigen oorlog

De strijd barst los, maar wel in volledige stilte. Dit gevecht vindt namelijk plaats op de gaming computers in hangaar 342 op Gilze-Rijen, de huidige thuisbasis van CABL dat onderdeel uitmaakt van het Air & Space Warfare Centre. “Het volledige scenario zit in de simulatie. Iedereen speelt hier op de computer zijn eigen oorlog”, vertelt luitenant-kolonel Peter van Onzenoort, coördinator Modelling and Simulation. “Dit battle lab is als een virtuele speeltuin. CABL biedt een constante CD&E (Concept Development and Experiment, red.)-omgeving. Door te experimenteren in computersimulaties kunnen eenheden zich joint en combined voorbereiden op de inzet van nu en in de toekomst.”

Uitproberen en ervaren

Stakeholders kunnen met hun vraagstukken aankloppen bij CABL. Het battle lab is het platform om tot antwoorden te komen. Zo testte CABL potentiele toepassingen voor de MQ-9 Reaper. Defensie heeft vier van deze onbemande verkenningsvliegtuigen aangekocht; in 2023 moet het systeem volledig operationeel zijn. Van Onzenoort: “De Reaper is een ware informatiestofzuiger. Dit lab is bij uitstek geschikt om te experimenteren hoe je kunt omgaan met al de data die je binnenkrijgt en hoe je die data kunt gebruiken in een missie of opdracht.”

Tussen de andere eenheden doet ook een Reapereenheid mee aan de oefening. Diens enemy reports belanden bij de deelnemende operators.

Partners

CABL is als een spin in het web. Hun stakeholders zijn luchtmachtonderdelen zoals Defensie Helikopter Commando, Air Operations Control Station Nieuw Milligen en Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando. Daarnaast werkt het lab samen met andere krijgsmachtdelen (bijvoorbeeld CD&E CLAS, CD&E CZSK en JIVC) en externe partners, zoals onderzoeksbureau TNO en het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum.

Testvlieger majoor Harm Cazemier, die samen met Van Onzenoort CABL runt. Foto: Hans Roggen

Technologische toekomst

CABL biedt ook een kijkje in de technologische toekomst van de ‘nieuwe’ Apaches. De gehele vloot aan gevechtsheli’s wordt momenteel gemoderniseerd en uitgerust met Link16. Van Onzenoort: “Dat levert een extra informatiestroom op in de cockpit. Wij hebben op verzoek een testomgeving opgezet waarin men virtueel kon ervaren welke mogelijkheden dit nieuwe systeem binnen de operatie biedt.” Dat is namelijk het grote voordeel van de simulaties: het is een wereld van onbegrensde mogelijkheden.

Hoe ze dat aanpakken?

Een derde voorbeeld van het werk van Van Onzenoort en Cazemier is de oefening CABL Warrior II, gericht op ‘Verspreid Optreden’. Een training met eenheden op de grond en in de lucht. Van Onzenoort: “Het idee achter Verspreid Optreden is al jaren oud. De eenheden willen uitzoeken of er nieuwe mogelijkheden zijn in dit type optreden.”

De simulatie speelt zich af binnen VR Forces van KIXS, de IT-innovatieafdeling van Defensie. Een geavanceerd systeem dat volgens Van Onzenoort nog nooit op zo’n grote schaal is uitgeprobeerd. “Natuurlijk loop je dan ook tegen bugs aan. Zoals dat we de troepen wel de heli inkregen, maar er niet meer uit.”

Daarom zitten er ervaren vliegers en luchtmobielers achter de schermen om virtueel te experimenteren. Hoe ze dat aanpakken? “We hebben verschillende scenario’s bedacht voor de operators”, vertelt Cazemier. “Een deel daarvan is gescript. Het andere deel is vrij in te vullen door de deelnemers. Deze set-up biedt de kans om een scenario meermaals te ervaren. De complexiteit van het scenario kunnen we gedurende de oefening laten toenemen. De mate van dreiging, de aanwezigheid van luchtafweersystemen, de snelheid waarmee en de hoogte waarop de heli vliegt… Het zijn allemaal factoren die in de simulatie aan te passen zijn.”

Majoor Cazemier is naast testpiloot ook Apachevlieger. Onmisbare expertise tijdens een simulatie-oefening als deze.

Fouten maken

Ander voordeel: één druk op de knop en je staat weer in de beginsituatie. Ook kun je door middel van opnameapparatuur je eigen optreden naderhand bekijken. Van Onzenoort: “Wat ging er goed? En waar is een andersoortige aanpak te verzinnen? Zo kun je een complexe samenwerking verbeteren binnen een virtuele omgeving. Het is de ideale plek om nieuw optreden uit te proberen en vooral ook om fouten te maken. Want van fouten maken leer je het meest.”

Fit for purpose

Het is aan de eenheden om ervaring op te doen binnen de simulaties. Tegelijkertijd is het pionieren voor de mannen van CABL. Zij kregen drie jaar de tijd om het battle lab op eigen benen te laten staan. “Wij kijken continu of we fit for purpose zijn. Voldoet wat wij aanbieden aan de behoeften die de operators hebben? Eind 2022 hopen we een permanente infrastructuur te hebben ingericht; fully operational capable is de volgende stap. We hopen zoveel mogelijk stakeholders te bedienen”, aldus Onzenoort. Hij richt zich tot hen wanneer hij besluit: “Zit je met een operationele vraag, experiment of case, neem vooral contact op. Daar is deze virtuele speeltuin voor bedoeld.”