De Cougar vliegt hier op vijf- tot zesduizend voet hoogte, volgens de majoor. Dat is vergelijkbaar met zo’n kleine twee kilometer. “Hier merk je echt dat je door de lage luchtdichtheid minder vermogen hebt om te accelereren en te klimmen. Een manier om tóch bovenop of achter een bergtop te komen, bijvoorbeeld voor het oppikken of afzetten van mensen, is de wind in je voordeel gebruiken. Tijdens deze oefening zoeken vliegers bewust de limieten van het systeem op.” Daarbij leren de oefendeelnemers de tactische voordelen van een wolkendek. “Vanuit een bepaald oogpunt kan het één stabiel dek lijken, maar als er openingen inzitten kun je die gebruiken, waardoor je mensen tactisch veilig kunt afzetten of oppikken.”
08
Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 08-09 | 2021