Tekst Arno Marchand
Foto Uit collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Patriots bieden Turkije en Israël bescherming tegen Sadams Scuds

x
Leestijd: 8 minuten

De wereld staat versteld als het kleine oliestaatje Koeweit op 2 augustus 1990 wordt ingenomen door buurland Irak. Amerika reageert direct met de opbouw van een gigantische luchtvloot en grondleger in de Golfregio: Desert Shield. Vele landen sluiten zich bij de Amerikanen aan, zo ook Nederland. Vlak voordat de oorlog Desert Storm uitbreekt, nu 30 jaar geleden, vraagt Turkije Nederland om luchtverdediging te leveren en later ook Israël.

Een Scud launcher tijdens een oefening in de Verenigde Staten, mogelijk buitgemaakt in Irak. Een Scud en Patriot vliegen met Mach 6 op elkaar af. Bij de nadering ontploft de kop van de Patriot zodat de Scud door de scherfwolk vliegt. Foto: Wikimedia

‘Mijn opdracht: geheimhouden en voorbereiden’

Saddam Hoessein probeert de brede coalitie uit elkaar te spelen door vooral Israël maar ook andere landen met Scuds te bestoken. Ook Oost-Turkije ligt binnen het bereik van deze Theater Ballistic Missiles (TBM’s). Daarop vraagt Turkije via de NAVO of Nederland Patriots wil sturen. Die staan op dat moment bij 2 Groepen Geleide Wapens (GGW’s) in Duitsland. Op maandag 7 januari wordt Chef Operationele Dienst luitenant-kolonel Gilbert Schellart (kolonel b.d.) bij Commandant 5GGW kolonel Jaap Tees geroepen. “Officieel wist hij nog niets, maar hij had in de wandelgangen al wel lucht gekregen van het verzoek”, vertelt Schellart. “Mijn opdracht: geheimhouden en voorbereiden.”

Schellart haalt wel het Hoofd Bureau Actieve Luchtverdediging majoor Peer Oppers (kolonel b.d.) erbij. Ze maken plannen, maar weten nog niet waar naartoe. Ze schatten alleen in dat ze operationeel moeten zijn vóórdat op 15 januari het ultimatum verloopt en Irak zich moet terugtrekken uit Koeweit. Op vrijdag is duidelijk waar naartoe de GGW op missie gaat en krijgt ook Commandant 502 Patriot-squadron majoor Terry Snoek (luitenant-kolonel b.d.) het te horen. Hij zegt daarover: “Commandant Tees was duidelijk: ‘Er is oorlog, wij gaan eraan deelnemen en jullie gaan naar Turkije’.”

Voorbereiding op de thuisbasis van 5GGW (links, met Oppers zittend rechts) en het vertrek van het personeel met een Belgische Luchtmacht Boeing 727 vanaf de Duitse vliegbasis Wunstorf. Foto links: uit collectie Oppers

‘Nog nooit geschoten, behalve met een test’

Mocht niet, toch doen

“De logistieke operatie was gigantisch: alles moest bedacht worden”, vervolgt Oppers. “Maar out-of-area kenden we nog helemaal niet. Bovendien hadden we met de Patriot nog nooit geschoten, behalve met een test. En waar ligt in vredesnaam Diyarbakir? Dicht bij Irak, zo bleek en toen snapten we het wel.” In Duitsland worden inentingen, gasmaskers, persoonsgebonden uitrusting  en schiettesten voor handvuurwapens geregeld, maar ook snelhuwelijken. En natuurlijk materieel.

Adjudant Arend Ockeloen (kapitein b.d.) is destijds supervisor 502 Squadron: (auto)monteurs, gronduitrusting en verbindingen vallen onder hem. “In 48 uur hadden we alles uit de werkplaatsen en de voertuigen opgeladen. Verrassend snel. Mijn directe collega van het HAWK-Squadron bood meteen aan om te helpen. Sommige 5-tonners waren wel voor 7 ton beladen. Mocht niet, toch doen, want oorlog. Prio was het wapensysteem, de rest komt later wel. Maar hoe? We vroegen bij de US Army hoe zij dat deden. Binnen no-time liepen er 5 Amerikanen rond om te assisteren. Zij berekenden dat we 35 Galaxy-vluchten nodig hadden. ‘Wanneer kunnen we die krijgen?’, vroegen we. ‘Niet’ was het antwoord...”

Launchers en een radar van 502 en 503 Squadron van 5GGW staan paraat op Diyarbakir. Het personeel wordt na ongeveer een maand afgelost door dat van 2 squadrons van 3GGW. Foto: uit collectie Oppers

‘De Turken spraken geen woord Engels’

We can do it

Het grootste wonder noemt Oppers dat het transport gelukt is. “Binnen een week moesten we er zijn. We waren het meest groen van de blauwe luchtmacht, dus: ‘we can do it!’ Alleen, met onze luchtmacht F27’s lukte dat nooit. Als we de banden lieten leeglopen, paste sommige apparatuur nét in een Hercules of Transall.” Voor het meeste materieel worden daarom commerciële Russische vliegtuigen ingehuurd. Schellart: “De verzekering daarvoor was duurder dan het inhuren van de vliegtuigen zelf.” Personeel reist overwegend met Belgische, Duitse en Portugese militaire vliegtuigen. De F27 onderhoudt wel een dagelijkse luchtbrug naar Turkije.

Voertuigen moeten uit veiligheid vervoerd worden met het minimum aan brandstof. “Die stonden na uitladen op Diyarbakir dus vrijwel meteen stil”, vertelt Ockeloen. “Brandstof was nog niet geregeld op de vliegbasis en de Turken spraken geen woord Engels; diesel bleek geen internationale term… Toevallig kende een korporaal van ons het woord Mazut voor stookolie. Mazot leek erop en dat is Turks voor diesel.”

Met de Patriots gaan ook de Stinger-schutters mee. Zie voor dat verhaal de vorige Vliegende Hollander. Foto: uit collectie Oppers
De Patriot-, Stinger- en HAWK-inzet in Turkije krijgt de naam Wild Turkey mee.

Aanslagen

Op Diyarbakir is de GGW na 1 dag operationeel. Daar zijn ze echter totaal niet gewend om met geleide wapens en vliegtuigen op 1 plek samen te werken. Oppers: “De Turken hielden er dus totaal geen rekening mee dat wij hun vliegtuigen ook als doel konden oppikken.” Besef gaat traag, totdat op 24 januari 2 Patriots door een softwarestoring uit zichzelf de lucht ingaan. Daags ervoor hebben de Amerikanen hetzelfde op Incirlik. De raketten vernietigden zichzelf en de Turken weten dat de Patriot serious business is. En binnen no-time krijgt het systeem een update van fabrikant Raytheon.

Naast de geregelde dreiging van Scuds en het schuilen met gaspakken aan dat daarmee gepaard gaat, is er nog een veiligheidsprobleem. Diyarbakir ligt midden in Koerdisch gebied en het Turkse leger is vijand nummer 1. Oppers: “In de commandopost hoorden wij steeds als eerste van alle lucht,- en gronddreiging. Koerden zagen in het begin geen verschil tussen Nederlanders en Turken. Dat was soms best angstig hoor.” Tijdens de Nederlandse aanwezigheid zijn er diverse aanslagen. Ockeloen krijgt daarvan niets mee, “maar schoten heb ik wel gehoord. Het leek me daarom zinvol dat een aantal van ons een pistool had.” Maar de Turken waren ook heel gastvrij en beschermend, geeft Schellart aan. “Bij transport was er altijd Turkse bewaking. Ze voelden zich verantwoordelijk voor ons.”

Met de HAWK’s erbij was Diyarbakir volgens Schellart “de best beveiligde basis ter wereld.”

HAWK’s

Turkije komt na een paar weken met het verzoek of Nederland ook Patriots kan stationeren op vliegbasis Batman. “De site survey was een grote uitdaging, want de vliegbasis bevond zich midden in Koerdistan”, herinnert Schellart. “De tolk die meeging was heel zenuwachtig. Dat was voor ons al een teken.” Detachementscommandant op Diyarbakir kolonel Tees gaat zelf kijken. Batman ligt in een vallei, waarop Tees aangeeft dat de Patriot-radar zijn werk niet kan doen, dus geen Patriot plaatsing. “Dat vond ik sterk leiderschap.”

Als alternatief stuurt Nederland HAWK’s van 324 en 328 Squadron van 3GGW naar Diyarbakir. De raketten voor rondomverdediging op middellange afstand waren er meer voor als Irak ook met vliegtuigen Turkije zou aanvallen. Net als TBM’s kwamen die niet.

Diyarbakir ligt op 650 meter hoogte, wordt gezien als hoofdstad van de Koerden, is ongelofelijk vervuild en doet bijna middeleeuws aan. Er zijn wel auto’s, maar veel gaat met paard en wagen. Naast verharde wegen zijn er ook veel modderpaden. Er heerst veel armoede en vele kinderen lopen er op blote voeten.
De Patriot-inzet in Israël gebeurt onder de noemer Diamond Patriot.

Israël

Eind januari valt in Nederland een nieuw verzoek op de mat. In Israël komen Scuds namelijk met regelmaat naar beneden. Naast eigen Patriots en die van Amerikanen, wordt ook om Nederlandse gevraagd. Voormalig Plaatsvervangend Commandant van 5GGW overste Jo Vandewijer (commodore b.d.), wordt op 9 februari aangewezen als detachementscommandant. De luchtmachtstaf in Den Haag is dan al aan het plannen. 327 Patriot-squadron van 3GGW is zich net aan het klaarmaken om 502 in Turkije af te lossen. “Dat plan werd dus gewijzigd in bestemming Israël”, zegt Vandewijer. “De apparatuur ging niet per vliegtuig, maar per schip. Dat gaf ook wel een beetje de ‘enorme’ haast aan.” Op 24 februari is de aankomst van de ‘main party’ en begint het rijden van Tel Aviv naar de opstelplaatsen bij Jeruzalem. “Midden in de Scud-tijd”, vertelt Vandewijer, “tussen 6 uur ’s avonds en 6 uur ’s ochtends. Want dan komen de Iraki’s uit hun schuilplaatsen. Wij waren nog groen en gingen direct in dekking bij de 2 Scud-alarmen die nacht. Israëli’s reden gewoon door. Die waren het inmiddels gewend. We waren verbaasd dat ze zo makkelijk met de dreiging omgingen.”

Patriot launchers op de berg Har Eytan bij Jeruzalem. Op Israël worden tijdens Desert Storm zo’n 40 Scuds afgevuurd. Patriots vernietigen er daar 17 van. Foto: uit collectie Vandewijer

‘Ik heb zeker niet het idee dat we daar voor spek en bonen waren’

Inzet

Terwijl de Golfoorlog in alle hevigheid bezig is, werd het werk relatief langdradig, “maar dat waren we gewend”, vertelt Snoek “We zagen wel Scud-lanceringen, maar niet richting Turkije.” En ondanks de vele Scuds op Israël, komt ook 327 niet in actie. Dat ligt mede aan de Israëlische commandovoering waaronder de Nederlandse eenheid valt. “Dat was gewoon met een telefoonlijn in plaats van een Command and Control-systeem zoals gebruikelijk,” verduidelijkt Vandewijer. Op 21 maart, 3 weken na het einde van de grondoorlog tegen Irak, gaat het squadron in Israël van status. “Ik heb zeker niet het idee dat we daar voor spek en bonen waren. Het land werd dagelijks beschoten en we stonden geregeld klaar om op de knop te drukken. Wij waren er om te voorkomen dat Israël ook in oorlog zou raken. Daarvoor stonden we 24/7 paraat. Dat zit bij de geleide wapens in het bloed. In Duitsland of waar dan ook.”

Ook in Turkije zit het werk er dan op. “De inzet van het personeel is me het meest bijgebleven”, zegt Ockeloen. “Dat bleef maar doorgaan.” “We deden allemaal ons best”, vat Snoek samen. “De kameraadschap voerde echt de boventoon. Er gebeurde iets wat nog nooit was gebeurd.”

Na de inzet rijdt de GGW onder Turkse bewaking in een lint van 8 kilometer naar de havenstad Ískendrun. De Koerden weten nu waarvoor Nederland er was. Ze klappen, juichen en zwaaien naar de colonne, die op zijn beurt terug toetert.