.

Vernieuwing C-130 eerder dan gepland

Defensie vervangt de totale Herculesvloot van 4 toestellen tussen 2021 en 2028 door een nog onbekend aantal nieuwe transportvliegtuigen. Het 1e nieuwe toestel wordt in 2026 verwacht. Dat is sneller dan verwacht en financieel voordeliger. Bovendien verbetert hierdoor de inzetbaarheid. Door de vervroegde vervanging gaat het eerder voorgenomen onderhoudsprogramma niet door.

Uit onderzoek blijkt dat verder onderhoud niet zorgt voor de noodzakelijke verbetering van de inzetbaarheid. Bovendien zouden de kisten dan de komende 4 jaar nóg minder ingezet kunnen worden, waardoor de toch al beperkte capaciteit verder onder druk komt te staan. Eerder was de vervanging van de C-130 voor de periode 2031-2033 voorzien.

De nieuwe vliegtuigen, die zogenoemd ‘van de plank’ worden gekocht, krijgen zelfbeschermingsmiddelen en communicatie- en informatievoorzieningen voor deelname aan informatiegestuurde operaties. Ook wordt er een cockpit- en een vrachtruimsimulator aangeschaft. Daardoor zullen de vliegtuigen vaker beschikbaar zijn. De totale kosten bedragen tussen de € 250 miljoen en € 1 miljard.

De huidige toestellen werden in 1992 (2 nieuwe) en in 2005 (2 gebruikte) gekocht. De oudste komt uit 1978. Daarmee is de normale levensduur van 30 jaar ruim verstreken. Foto: adjudant Arnoud Schoor

50 vliegtuigen trainen nucleaire inzet

Vanaf onder meer Vliegbasis Volkel beoefenden zo’n 50 vliegtuigen van verschillende bondgenoten een nucleaire missie. Dat doen ze elk jaar boven West-Europa en de Noordzee. Maar het was dit jaar voor het eerst dat de NAVO de aard ervan bekendmaakte. De reguliere oefening staat dus los van actuele ontwikkelingen.

Secretaris-generaal van de NAVO Jens Stoltenberg (op de foto in pak) bezocht de oefening en benadrukte het defensieve karakter van de NAVO. Maar ook stelde hij dat het bondgenootschap op alle denkbare dreigingen voorbereid moet zijn. Het bondgenootschap streeft volgens hem onverminderd naar een wereld zonder nucleaire wapens. Maar zolang kernwapens nog niet uit de wereld zijn, maken ze deel uit van de afschrikking. Om dat veilig, effectief en geloofwaardig te houden, moet er regelmatig worden geoefend.

Volgens minister Bijleveld, die de hoogste baas van de NAVO begeleidde bij zijn bezoek, is de oefening ook een uiting van solidariteit van de lidstaten. “Daarbij beschermen zij elkaar met de hiervoor beschikbare capaciteiten. In deze tijd van toenemende dreiging en instabiliteit is dit van groot belang.” Foto links: sergeant Cinthia Nijssen; foto rechts: sergeant Jan Dijkstra

JTAC’s testen ‘digitale communicatie’ met Apache

Communicatie tussen een Joint Terminal Attack Controller (JTAC) van de landmacht en een F-35 of Apache-vlieger gebeurde tot nu toe mondeling. Met Digitally Aided Close Air Support (DACAS) kan dat door het uitwisselen van databerichten en het streamen van video sneller, veiliger en zonder spraak. Maar dan moet de apparatuur van Apache, F-35 en de JTAC wel dezelfde computertaal spreken. Nu verschilt de software van de radio’s nog te veel, vergelijk het met Windows 3 versus Windows 10.

De innovatieafdeling van het Commando Landstrijdkrachten testte onlangs op Vliegbasis Gilze-Rijen de Joint Air-Ground Gateway (JAGG), een tussenstation waarin alle – digitale – informatiestromen van land en lucht samenkomen. Die test werd uitgevoerd met hulp van een aantal JTAC’s, personeel van TNO, de hard- en softwarefabrikanten van de DACAS-kit uit Nederland en de USA en uiteraard een Apache-vlieger.

“Voor ons een zeer belangrijke test”, vertelt kapitein Maarten van het 299 Squadron. “De landmacht is namelijk onze primaire partner en zo werken we naar de toekomst toe.” Het is echter geen kwestie van stekker erin en klaar, maar proberen wat werkt. En dat deed het, zij het niet meteen en nog niet volledig. Oplossing is een deel van de software van de JTAC-apparatuur herprogrammeren.

De test op Gilze-Rijen is een voorbereiding op wat komen gaat: de nieuwe AH-64E Apache Guardian. Die heeft de nieuwste apparatuur aan boord, waarmee de JTAC – weliswaar ook na een aantal testen – digitaal moet kunnen communiceren. Tot die tijd is DACAS bedoeld als aanvulling op spraak. Foto: Remco Lassche

Test: met ‘smartshooter’ drones uitschakelen

De dreiging van unmanned aircraft systems (UAS), oftewel drones, neemt snel toe. De luchtmacht detecteert vele UAS-bewegingen bij vliegvelden en vaak vormen ze een ernstige bedreiging voor zowel de militaire als de vliegveiligheid. Het gebruik van het persoonlijk vuurwapen door bewakingseenheden is vooralsnog de meest reële optie tegen deze dreiging. Dit is echter niet effectief. Een state of the art-richtsysteem kan hier op termijn verandering in brengen.

De luchtmacht was al bekend met de mogelijkheden van het slimme richtsysteem ‘smartshooter’. Onbekend was alleen of het ook effectief is in combinatie met het Colt C7 5.56mm-geweer op grote afstand. Toen de landmacht een schietdag organiseerde om te experimenteren met het smartshooter-systeem, sloten de sectie Force Protection en afdeling Onbemande Vliegtuigen van de staf CLSK aan om de effectiviteit tegen drones te testen.

De werking ervan is als volgt: een schutter richt zijn wapen met de smartshooter op het doelwit. Dat gaat hetzelfde als bij een gewoon richtsysteem. Dan selecteert de schutter het doelwit met de smartshooter door de trekker over te halen en vast te houden terwijl hij mikt. Zodra het systeem met behulp van videoanalyse ‘ziet’ dat het doel geraakt zal worden, laat de smartshooter het wapen ‘automatisch’ afgaan. Het werkt dus niet autonoom.

Op deze manier vuurden de schutters op verschillende soorten drones, die een dwarsdoorsnede vormden van de top 10 meest gedetecteerde varianten door de luchtmacht in Nederland. Binnen enkele schoten schakelden zij verschillende doelen uit. Hoewel de test succesvol was, moet het systeem nog verder worden onderzocht en ontwikkeld. Niet alleen technisch, maar ook qua manier van optreden. Foto’s: Defensie

9e MRTT aangekocht voor NAVO-vliegtuigpool

De NAVO heeft een extra Airbus A330 Multi Role Tanker Transport (MRTT) besteld voor de Europese vliegtuigpool van het bondgenootschap. Die aankoop werd gedaan omdat deelnemer Luxemburg het aantal vlieguren uitbreidt van 200 naar 1.200. Of het 9e toestel wordt gestationeerd op Eindhoven of het Duitse Keulen is nog onduidelijk.

Deze zomer ontving Vliegbasis Eindhoven de eerste 2 toestellen, later komen daar nog 3 exemplaren bij. De andere 3 gaan naar de forward operating base in het Duitse Keulen. De planning is dat de vloot over 4 jaar helemaal is geleverd. De A330’s worden ingezet voor tankeroperaties (circa 50%), militair luchttransport en medische evacuaties. De planning hiervan verzorgt het European Air Transport Command.

Alle MRTT’s zijn Nederlands geregistreerd, maar eigendom van de NAVO. Ze zijn echter gefinancierd door 6 deelnemende landen die een aantal uur ‘trekkingsrecht’ naar rato hebben: Nederland (2.000 uur), Duitsland (5.500 uur), België (1.000 uur), Luxemburg (1.200 uur), Noorwegen en Tsjechië (ieder 10 uur). Foto: sergeant Jasper Verolme

Modificatie Hercules bespaart kosten én CO2

Kleine details kunnen het verschil maken. Dat bewijzen de microvanes die begin oktober zijn aangebracht op de Hercules. 20 kleine ‘vinnen’ zorgen voor een brandstofbesparing van maximaal 7,7% bij vliegoperaties zonder external tanks. Dat komt voor de gehele C-130 vloot neer op een jaarlijkse CO2-reductie van 295.000 kilo en een brandstofbesparing van ongeveer € 200.000.

De microvanes , die aan de achterzijde van het toestel amper opvallen, zorgen voor een vertraging in de scheiding van luchtstromen. Daardoor verlaagd de luchtweerstand en is er minder brandstof nodig om van A naar B te komen. De komende maanden worden alle C-130’s voorzien van de ‘vinnen’.

Vliegtuigplaatwerkers en schilders van de Vliegbasis Eindhoven brengen de microvanes met een speciale mal en lijmtechniek aan op de huidbeplating van de Hercules. De nieuwe vliegtuigonderdelen zijn bespoten met de nieuwe chromaatvrije verf, waarmee binnenkort de beplating van alle Herculessen wordt voorzien.

Wanneer de toestellen external tanks gebruiken, besparen ze 4% brandstof en 149.000 kilo CO2. Binnen ongeveer 2 jaar wordt de investering van € 555.000 terugverdiend. De modificatie is gefinancierd via een CLSK-duurzaamheidsproject. Foto: sergeant Cristian Schrik

NH90 weer actief in Caribisch gebied

Na 2,5 maand beschikt stationsschip Zr.Ms. Groningen, dat momenteel in de West opereert, weer over een NH90. De helikopter werd op 7 oktober met een C-17 vanaf Vliegbasis Eindhoven ingevlogen. Dat gebeurde volgens het oorspronkelijk geplande wisselmoment van de heli’s.

De maritieme boordhelikopter ondersteunt het schip bij de uitvoering van kustwachttaken, reddingsacties, counter-drugsoperaties en het verlenen van noodhulp.

De wrakstukken van de in juli gecrashte NH90 kwamen op 24 september aan op Vliegbasis Gilze-Rijen voor nader onderzoek. Tot op heden is er over de oorzaak van het ongeluk nog niets bekend gemaakt. Foto: sergeant Cristian Schrik

Luchtgevechten in simulatoroefening

In een digitale omgeving een oorlog simuleren: die techniek zal in de toekomst mogelijk steeds vaker worden gebruikt. In tijden waarin het coronavirus de wereld in zijn greep heeft, is het bij uitstek een manier om tóch in internationaal verband met elkaar te trainen. In september ontmoetten gevechtsleiders en -vliegers van Canada, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Nederland, Spanje en de Verenigde Staten elkaar op het virtuele slagveld. Dat deden ze onder de noemer ‘Spartan Warrior’; de gepresenteerde scenario’s waren vergelijkbaar met jachtvliegoefeningen Frisian Flag en Red Flag.

“Het vliegen is dan wel gesimuleerd, maar het praten met de internationale partners is live, net zoals dat in het echt zou gaan”, zegt majoor Carine de Vries, Master Controller van de gevechtsleiding. Er doen dan ook echte jachtvliegers mee. “Dat werkt veel realistischer dan wanneer een collega-gevechtsleider een vlieger ‘speelt’.”

De Nederlandse deelname werd georganiseerd door het Air en Space Warfare Centre (ASWC) van de Koninklijke Luchtmacht. Die onderzocht in de week ervoor of het ook een vergelijkbare digitale omgeving kan bouwen net als partnerlanden Amerika en Duitsland, die de grootschalige NAVO-oefening organiseerden. Het ASWC werkte daarvoor samen met TNO, het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium en andere onderzoeksbureaus van Defensie. Van de 2 experimenten die plaatsvonden, was de uitslag positief.

Het CLSK Aerospace Battle Lab (CABL), zoals de testomgeving heet, wordt nu verder ontwikkeld. Doel is om het daarna op elk defensieonderdeel te kunnen uitrollen. Overigens kan digitaal oefenen de ‘live’ versies niet volledig vervangen, maar wel aanvullen. Foto: Jawad Maakor

Eind september nam de luchtgevechtsleiding van het AOCS NM aan nóg een oefening deel:  Uedem Awakening. Lees de reportage hierover in deze Vliegende Hollander.

Vleugel Spitfire op Zeeuws strand

Tijdens zijn ronde over het strand bij Vrouwenpolder trof strandwacht Jasper Boeije woensdagochtend 14 oktober iets heel bijzonders aan: de resten van een Spitfire-jachtvliegtuig.

In eerste instantie dacht de medewerker van de Stichting Strandexploitatie Veere (SSV) dat er een zeehond langs de vloedlijn lag. Hij stopte zijn auto om het dier even goed te bekijken. Vervolgens realiseerde hij zich dat het geen zeehond was. Wat wel? Dat was niet direct duidelijk. “Ik dacht dat het misschien om een stuk roer ging of iets anders van een schip.”

Hij sleepte zijn vondst naar een strandpost om het schoon te spuiten. Pas daarna zag hij dat het mogelijk om een vliegtuigvleugel ging. Toen hij goed keek, las hij het woord ‘Spitfire’ en besefte hij dat hij zo goed als zeker te maken had met de restanten van een jachtvliegtuig uit de Tweede Wereldoorlog.

Boeije nam vervolgens contact op met museum Het Polderhuis in Westkapelle om te horen wat hij met die vondst moest doen. Dat bracht hem in contact met mensen van Wings to Victory, het museum over de luchtoorlog boven Zuidwest-Nederland. Die waren, aldus Jasper Boeije, zeer geïnteresseerd en hebben de vleugel opgehaald. Volgens de Middelburger gaan ze proberen te achterhalen om welk toestel het gaat en wie de piloot was. Als blijkt dat die piloot nog steeds vermist is, kunnen ze nabestaanden vertellen wat er mogelijk gebeurd is. Bron: Provinciale Zeeuwse Courant. Foto’s: Jasper Boeije