Tekst Jack Oosthoek
Foto Rob Gieling
Ver buiten de landsgrenzen, bij een ander krijgsmachtdeel, overheidsinstelling of in het bedrijfsleven: luchtmachters zetten zich overal in voor Defensie. In deze rubriek vertellen zij over hun bijzondere plaatsing.
Wie:
sergeant-majoor Tim Gramser (35)
Functie:
opleidingsinstructeur Koninklijke Militaire Academie bij de Nederlandse Defensie Academie van het Defensie Ondersteuningscommando
Standplaats:
Breda
‘Als iemand opbloeit, bloei ik ook op’
De op Vliegbasis Volkel werkzame Tim Gramser besluit begin 2019 op de sollicitatietoer te gaan. Op dat moment werkt hij als vluchtsergeant bij 640 Beveiligingssquadron. Hij wil vooruit in wat zijn passie is: leidinggeven. “Ik geniet ervan wanneer mensen het beste uit zichzelf halen”, vertelt hij. “Als iemand opbloeit, bloei ik ook op. Ik ben een leidinggevende die zichzelf als het ware aan de kant zet. Het draait om de groepspresentatie, als die soepel loopt gaat het met mij ook goed.”
‘Het duurde even voordat ik geloofde dat ik was aangenomen’
Het mekka
Het lijkt hem interessant om nieuwkomers bij Defensie op te leiden en te vormen tot militair. Zijn kennis over coachen en leidinggeven kan hij dan verder ontwikkelen. Gramser solliciteert bij de KMA, in zijn ogen het mekka van de defensie-opleidingen. En wordt aangenomen. “Hoe prachtig is het om dáár les te geven? De stijl, de omgeving, alles ziet er zo statig uit... Ze vonden dat ik goed in het team paste. Het duurde even voordat ik geloofde dat ik was aangenomen.”
Andere wereld
Als junior-instructeur stoomt Gramser luchtmachtcadetten van het verkorte model (20 weken) klaar voor het militaire werk. Elke week een ander thema. Van CBRN tot schieten. Iedereen beleeft het programma anders. “Sommigen haken af omdat Defensie niet is wat ze hadden verwacht. Anderen groeien snel en weer anderen hebben tijd nodig om zich zaken eigen te maken”, vertelt Gramser die er niet omheen draait: de wereld van de KMA is een andere dan waarin hij op Volkel werkte.
‘Nu moet ik procesgericht zijn’
“Daar was alles gericht op uitvoering, nu moet ik procesgericht zijn. Wat stop ik erin, wat komt eruit? Zo moet een cadet leren omschakelen naar de militaire context van Defensie. Ook krijgt hij met een gedragscode te maken waarin verantwoordelijkheid een belangrijke rol speelt. Wat betekent dat voor een militair? Dit ligt anders dan bij burgers. Ja, ook ik leer hier veel. Voor een doener als ik is het zinvol om af en toe pas op de plaats te maken en zaken te overdenken. Waarom is iets wat het is? Ik verschilde een keer met een cadet van mening over gedrag. In een rondje feedback vertelde hij me dingen waar ik iets mee kon. Zelfreflectie is goed. Misschien moet je dat wel elke dag doen.”
Andere doctrine
Gramser is op de KMA niet de enige instructeur met een luchtmacht-achtergrond. De samenwerking is goed, vertelt hij. “Qua gedachtegang zitten we op dezelfde lijn, qua aanpak verschillen we hier en daar vanzelfsprekend.” Daarentegen staat de samenwerking met de instructeurs van landmacht en Marechaussee op een minder hoog pitje. “We werken samen, maar niet wekelijks. Reden is dat zij een wat andere doctrine hanteren omdat de opleiding van cadetten voor Marechaussee en landmacht veel langer duurt. Ach, het eindresultaat van de cadettenopleiding is goed en dáár gaat het uiteindelijk om.”
‘Nu ik buiten de luchtmacht sta, leer ik eigenlijk wat die is’
Hoewel de sergeant-majoor sinds zijn aantreden in 2004 telkens mooie functies had, mist hij de luchtmacht niet echt. Dat de besluitvorming op de KMA stroperiger verloopt, begrijpt hij wel. “Het is een groot instituut en als iets groot is, beweegt het minder snel.”
Minder ambtelijk
Gramser kan er ook wel mee leven dat de KMA landmachtgeoriënteerd is, waardoor alles volgens hem strakker en minder buigzaam is geregeld dan bij de luchtmacht. “Nu ik buiten de luchtmacht sta, leer ik eigenlijk wat die is: een innovatieve organisatie, meer bedrijf dan defensieonderdeel en minder ambtelijk dan de landmacht. Deze functie is een eye opener, die mijn kijk op zaken verbreedt.”