Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto sergeant Cristian Schrik
Wie zijn onze luchtmachtbazen? Wat houdt hen bezig, waar krijgen ze energie van en hoe vullen ze hun vrije tijd? In elk nummer stellen we één van hen aan u voor.
Wie: sergeant-majoor Xiomara Nora (43)
Functie: squadronsergeant-majoor 931 Squadron op Vliegbasis Gilze-Rijen
Sinds: maart 2018
Thuisfront: kinderen Xavier (15), Xavannah (13) en Xelaina (10)
Woonplaats: Rotterdam
“Mensen enthousiasmeren hun persoonlijke doelen na te streven, kansen te pakken en hun talenten te ontplooien. Dan wordt je vanzelf nog gemotiveerder en beter in je werk.
Verder vind ik sociale veiligheid erg belangrijk. Om dat te bereiken durf ik van geijkte paden af te wijken. Defensie is opgebouwd uit tradities, maar niet iedereen vindt het bijvoorbeeld prettig om bier over zich heen te krijgen bij een bevordering. Aandacht daarvoor en waar gewenst iets aanpassen moet kunnen, vind ik. Gelukkig staat mijn nieuwe commandant hier ook achter, net als de vorige die momenteel zijn functie overdraagt.
Om nog beter te worden in het coachingsaspect van mijn werk, volg ik momenteel 2 opleidingen: neurolinguïstisch programmeren en toegepaste psychologie. Ik zie nog genoeg groei voor mezelf als onderofficier en denk dat ik nog veel voor mijn collega’s kan betekenen. Daarom ga ik in november op gesprek voor het Management Development-traject. Ik hoop zo dat ik erdoor kom!”
“Ik ben erg ambitieus en wil er veel voor doen, alhoewel ik 3 kinderen heb. Die werk-privébalans wil ik beter bewaken dan dat ik vroeger deed toen ik nog verpleegkundige was. Toen kon Defensie me midden in de nacht bellen en paste mijn ouders of broertje op de kinderen. Dat wil ik niet meer. Ik wil ze zien opgroeien en geen mijlpalen missen.
Verder moet ik leren geduldig zijn. Ik ben erg resultaatgericht en maak dingen graag af. Maar coaching en verandermanagement hebben tijd nodig. Dan is het niet ‘spuit erin en direct zien dat het helpt’.”
“Als ik zie dat mensen genieten van bijvoorbeeld een welverdiende luxe lunch op het squadron. Of mijn kinderen die zich ontwikkelen en stappen durven zetten. Zelf kan ik helemaal opgaan in de vechtsport en vroeger in turnen en atletiek.”
“Allereerst wil ik graag benadrukken wat wél goed gaat, aandacht daarvoor vind ik heel belangrijk. Zo zie ik bijvoorbeeld dat commandanten veel benaderbaarder zijn in vergelijking tot zo’n 5 à 10 jaar geleden. Ze zijn bezig met hoe ze hun squadron en mensen naar een hoger niveau kunnen helpen en betrekken de werkvloer daarbij. Ook voeren we binnen Defensie steeds meer de dialoog over diversiteit in de breedste zin van het woord en hoe we die kunnen gebruiken. Er wordt minder in hokjes gedacht. Ik zie dat mensen zich hier steeds meer thuis voelen. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen van waarde kan zijn voor dit bedrijf, ongeacht achtergrond, opleiding, gender of huidskleur.
Wel piept en kraakt aan alle kanten door personeelstekort. Opleidingen die beter aansluiten op de werkvloer, zouden kunnen helpen. Een naadloze overgang van specialistenopleiding naar eerste functie is er niet altijd. Nieuwe medewerkers hebben in het begin meestal veel begeleiding van collega’s nodig. Dat frustreert aan beide kanten, ook door die ondercapaciteit. Ook worden mensen regelmatig eerst elders tijdelijk te werk gesteld, omdat er niet direct een functie beschikbaar is.”
“Dat ik de stap heb gemaakt om na 23 jaar de geneeskunde uit te stappen om een nieuwe uitdaging aan te gaan. En dat de selectiecommissie, die vertegenwoordigers had uit alle productverantwoordelijke eenheden, míj gekozen heeft. Het vertrouwen dat ik van hen kreeg ondanks dat ik uit een ander vakgebied kwam: wauw! En ik moet zeggen, deze stap is echt een verrijking. Ik had die persoonlijke ontwikkeling nodig.”
“Dat ik een intimiderende powervrouw ben. Zo kom ik blijkbaar in het eerste contact op mensen over. Dan hoor ik achteraf dat ze me een warme persoonlijkheid vinden en makkelijk in de omgang, maar dat ze me heel anders hadden ingeschat: veel strenger en moeilijker. Waarschijnlijk was ik op dat moment dan heel gefocust.”
“Mijn 3 uitzendingen als verpleegkundige. Dat waren voor mij echt meetmomenten: kan ik dit en past dit bij me? In al mijn enthousiasme gaf ik me vrijwillig op voor mijn eerste uitzending met de Chinooks in 2003 naar Irak. Vlak van tevoren voelde ik opeens die spanning: als ik het maar goed doe en niemand dood laat gaan. Het was een leuke club van zo’n 100 man en het gaf mij de bevestiging dat ik het kon. Het jaar erop ging ik opnieuw met de Chinooks naar Irak en 3 jaar geleden vertrok ik met een F-16 detachement naar Litouwen. Het waren fantastische ervaringen.”
“De vechtsport! Daarin ben ik heel fanatiek. Ik vergeet dan alle verantwoordelijkheid van het dagelijks leven en ben dan even geen moeder, partner of werknemer meer. Het maakt mijn hoofd leeg, put me uit, maar geeft me tegelijkertijd ontzettend veel energie. Wegens een schouderblessure, maar ook vanwege mijn leeftijd, fulltime baan, studie en de opvoeding van mijn kinderen doe ik dit niet meer op wedstrijdniveau. En met turnen en atletiek ben ik gestopt. Maar paardrijden doe ik nog wel recreatief en ontspant me net zo.”
“Stappen! Ik ben gek van dansen en mijn heupen losgooien. Zeker als er iemand draait die ik te gek vind. Alcohol heb ik daarbij niet nodig. Ook kan ik enorm genieten van uit eten gaan. En weekendjes weg met vriendinnen, met of zonder onze kinderen.”
“Mijn carrière zie ik binnen Defensie. Het is hier niet perfect, maar de afgelopen jaren heb ik veel verandering en verbetering gezien. Het is een mooie organisatie. Groot, maar toch klein genoeg want je komt elkaar altijd weer ergens tegen. Sommige collega’s zijn ook echte vrienden geworden. Ik hoop dat ik verder kan in een Management Development-functie.
En stel dat ik ooit om wat voor reden dan ook Defensie moet verlaten, dan red ik het ook wel. Ik ben een vechter en ga niet bij de pakken neerzitten. Ergens anders land ik ook wel weer. Dat vertrouwen heb ik.”