Tekst Arno Marchand
Foto sergeant-majoor Maartje Roos
Cougars zorgen voor lange arm bij amfibische operaties
Oefenen op zee staat niet standaard op het menu van een luchtmachteenheid, maar voor een detachement van het 300 Squadron was het met 2 Cougars 4 weken lang dagelijkse kost. Een landhelikopter aan boord van een schip is precies wat nodig is voor amfibische ondersteuning van de mariniers. Dat was dan ook de opdracht tijdens de oefening Dynamic Mariner.
Nieuw is het personeel van het 300 Squadron al lang niet meer aan boord van schepen van de Koninklijke Marine. Al sinds 2010 vaart een boordvliegploeg geregeld mee op ofwel 1 van de 2 amfibische transportschepen of het Joint Support Ship. Na een plotselinge corona-inzet van 2 Cougars, dit voorjaar op Sint-Maarten aan boord van Zr. Ms. Karel Doorman, is Dynamic Mariner de geplande oefening op zee voor het 300 Squadron in 2020.
Amfibische reactiemacht van de NAVO
Dit jaar geeft de Netherlands Maritime Force leiding aan de amfibische reactiemacht van de NAVO, de zogeheten Amfibische Taakgroep die binnen 30 dagen wereldwijd inzetbaar is voor allerhande militaire of humanitaire operaties. Aan boord van amfibisch transportschip Zr. Ms. Rotterdam zijn daarvoor een Stinger-eenheid van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) en een detachement van het 300 Squadron.Dynamic Mariner staat onder leiding van de Franse marine die zich opwerkt voor de reactiemachttour van volgend jaar.
‘Een realistischer proces dan wanneer je alleen je eigen club traint’
Elk niveau getraind
Hoe groter een oefening, hoe meer lagen de informatie moet doordruppelen om bij de uiteindelijke uitvoerder te komen. Volgens detachementscommandant (detco) van het 300 Squadron kapitein Jimmy is dat geen probleem. “Daardoor komt het proces realistischer over dan wanneer je alleen je eigen club traint en je delen overslaat. Nu merkte je dat het een hele grote oefening was omdat elk niveau getraind moest worden. Wij worden ook duidelijk betrokken bij de planning van de schepen. Onze Future Ops Cell draaide daar zelfs al van begin af aan in mee.”
‘De vliegtuighangar is ook sportschool en het helidek tevens schietbaan’
Mooie mogelijkheden
Een groot deel van 300 heeft ondertussen ervaring met opereren vanaf een schip. “Het squadron is niet heel groot, dus je bent vrij vaak met dezelfde mensen op pad”, zegt Jimmy, normaliter commandant Vlucht 1 van 300 Squadron. “De meesten vinden het ondertussen wel een leuke tak van sport. Goed verzorgd, maar je moet bijvoorbeeld je ruimtes wel delen: de vliegtuighangar is ook de sportschool en het helidek tevens de schietbaan. Dat is natuurlijk anders dan op een vliegveld. Maar je komt ook op mooie plekken met evenzo mooie mogelijkheden. Nu konden we bijvoorbeeld bergvliegen op Corsica en oefenen met het Stinger-team.”
‘Voor een plek waar snel mariniers nodig zijn, is altijd helikopterinzet nodig’
Uitschuifbare arm
Maar primaire taak van de helikopters is amfibische ondersteuning. “Dat betekent invloed uitoefenen in het gebied dat grenst aan de zee, tot zo’n 40 mijl landinwaarts. Daarna worden het landoperaties”, legt de detco uit. De hoofdmoot van de mariniers wordt met kleine boten aan land gezet en de helikopters vormen de uitschuifbare arm van het schip. “Voor een lastig bereikbare plek of 1 waar mariniers snel nodig, is altijd helikopterinzet nodig”, gaat Jimmy verder. “Wij komen uit het landdomein want we hebben jaren met de Luchtmobiele Brigade samengewerkt, maar ook met mariniers. Die kennis komt nu heel erg van pas bij amfibisch optreden.”
‘Zout koekt overal aan vast’
Met z’n allen schrobben
De Cougar is echter een landhelikopter, die niet ‘zomaar’ boven zee kan opereren. 5 stuks zijn geschikt gemaakt voor scheepsoperaties. Ze worden daarvoor speciaal voorbereid en aan boord is extra onderhoud nodig. “Zout koekt overal aan vast”, geeft Jimmy aan. “Daarom worden ze dagelijks met water gewassen en eens per week met zeep. Dan staan we met z’n allen aan dek te schrobben.” Terug in Nederland gaan ze in groot onderhoud waar onder andere extra gelet wordt op corrosie. “Dat is het grootste verschil met de Cougars die boven land worden gebruikt”, zegt de detco. “Er zitten veel metalen dingen in zo’n heli en die zijn gevoelig voor roest.”
‘We maakten echt het verschil voor de mariniers’
Dikke pluim
Maar het duo houdt zich voorbeeldig, “wat absoluut de verdienste is van het technisch personeel”, zegt Jimmy die al 9 jaar op de Cougar vliegt. “Dat heeft ervoor gezorgd dat we geen vliegdag stilgestaan hebben voor onderhoud en daarvoor verdienen ze een dikke pluim; echt uitmuntend. Zo konden ook de flightcrews de maximale trainingswaarde uit de oefening halen: het plannen en geïntegreerd optreden met de landeenheden en alle mogelijkheden die zich onderweg aanboden. Ook de samenwerking met de marine was supergoed.”
“Covid was een extra uitdaging, waardoor veel zaken ‘last minute’ veranderden. Maar daarin zit wel de kracht van 300: we passen ons makkelijk aan. We hebben aan boord duidelijk aangetoond waarin onze meerwaarde zit en daarmee zetten we de luchtmacht op de kaart. We maakten echt het verschil voor de mariniers om een operatie te kunnen uitvoeren. Dat hebben we deze oefening wel bewezen,” besluit Jimmy met een lach, “anders stonden ze nu nog op het strand.”
27 luchtmachtpaxen aan boord
Om beide Cougars 6 dagen lang, 12 uur per dag en/of nacht inzetgereed te houden, bestond het detachement uit 2 onderhoudsploegen van 5 personen, onder leiding van een S4 Air, aangevuld met een debriefer, een logistiekeling en een specialist voor survival- en vlieguitrusting. Aan de Ops-kant waren er 3 man missieondersteuning van wie 1 aan boord van de Johan de Witt als liaison voor de Rotterdam en een flightcrew van 2 gunners, 3 loadmasters en 5 vliegers: in totaal 27 mannen en vrouwen.