05

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 03 | 2016

Parate weerpraatjes

Meteorologen JMG actief voor NRF

‘Het regent, het regent, de pannetjes worden nat. Daar kwamen twee soldaatjes aan, die vielen op hun gat.’ Tja, en dat is nou precies wat je niet wilt in vijandelijk gebied. Om dit en erger leed te voorkomen, levert de Joint Meteorologische Groep gevestigd op de  vliegbasis Woensdrecht daarom bovenop hun reguliere werk voor de Nederlandse krijgsmacht dit en volgend jaar de weersverwachtingen voor de NATO Response Force (NRF). Zowel tijdens oefeningen als bij een daadwerkelijke inzet.

"Het JMG is een volwaardig meteocentrum dat we natuurlijk graag als zodanig inzetten." Luitenant-kolonel Douwe Minnema, commandant JMG. Foto: Jasper Verolme

We zijn niet van suiker en militairen natuurlijk al helemáál niet. Dus een beetje regen kunnen we best hebben. “Maar als je daardoor geen hand voor ogen ziet in een helikopter of je voertuig zakt weg in de blubber, zet je mensenlevens op het spel,” weet luitenant-kolonel Douwe Minnema, commandant van de Joint Meteorologische Groep (JMG). Hij en zijn mensen nemen het maken van een juiste weersverwachting dan ook uiterst serieus. “Hoewel we veel met geautomatiseerde systemen werken, is de menselijke inbreng essentieel. Computermodellen en satellietbeelden maken nog geen weersverwachting.”

Continu proces

“Weersverwachtingen maken is een continu proces. Wanneer nodig geven we een update”, vertelt Minnema. De JMG-meteorologen werken dan ook 24/7. Kun je zo’n NRF er dan nog wel bij hebben? “Een kwestie van slim met je capaciteit omgaan en gebruik maken van innovatieve systemen die werk uit handen nemen”, zegt de overste. “We hebben zelf voor deze functie geopteerd bij de NAVO”, meldt hij trots. En met reden, vertelt Minnema. “Sinds 2 jaar bezitten we een werkstation dat alle wereldwijde forecast data kan verwerken die het European Centre of Medium-range Weather Forecasting (ECMWF) in Engeland berekent. Daardoor kunnen we zelf de ingrediënten uitkiezen waarop we onze verwachtingen willen baseren. We zijn zo dus niet meer afhankelijk van halffabricaten van het ECMWF. Dat maakt ons een volwaardig meteocentrum dat we natuurlijk graag als zodanig inzetten.”

Zij vragen, wij draaien

Vooruitlopend op een mogelijke NRF-inzet maakt de JMG nu al diverse meteorologische producten voor het gebied tussen de Atlantische Oceaan en het Oeral-gebergte in Rusland. De deelnemende NRF-landen kunnen de informatie met hun account zelf van de NAVO-website plukken. Minnema: “Het aanbod hebben we uiteraard afgestemd met het NAVO-hoofdkwartier en de deelnemende landen. Zij vragen, wij draaien. En regelmatig vragen we of de verstrekte info voldoet.”

‘Computermodellen en satellietbeelden maken nog geen weersverwachting’

Op het moment dat de NRF wordt opgeroepen, kan de JMG binnen 12 uur weersdata leveren. “Door ons voorwerk is het simpel gezegd een kwestie van een paar vinkjes aanzetten in een bepaald gebied waarover je meer informatie wilt”, legt Minnema uit. “Verwachtingen als temperatuur, luchtvochtigheid, windsnelheden op diverse hoogtes lopen dan automatisch bij ons binnen. Een meteoroloog interpreteert die informatie en kijkt daarbij ook naar gebiedskenmerken zoals bodemgesteldheid, reliëf en wateren. Die zijn namelijk van grote invloed op het weer. Vervolgens produceert hij een begrijpelijke en overzichtelijke weersverwachting en giet dat in een kaartje of tekstdocument. Het is maar net hoe de klant zijn informatie wenst te ontvangen.”

Het zand bestormt Kamp Castor in Mali. Foto: sergeant Hille Hillinga
Een observatiepost bij Deh Rashan in Afghanistan in 2009. Foto: sergeant-majoor Arnoud Schoor

Ter plaatse

Voor de NRF gaat het om een grove weersverwachting. De meteocel op het NAVO-hoofdkwartier of de vooruitgeschoven post in het veld kan die informatie zelf verder specificeren. Dit is geen onkunde of luiheid van de JMG, maar zo werkt het altijd, vertelt de commandant JMG. “Je begint met een grove prognose, die je vervolgens gedetailleerder kunt maken naar een kleiner gebied. Gedeeltelijk lukt dat op afstand vanachter een bureau, maar de beste verwachting maak je ter plaatse.”

‘De beste weersverwachting maak je nog altijd ter plaatse’

Zo vertrekt begin april een JMG-meteoroloog naar Mali en neemt er binnenkort één deel aan de internationale vliegoefening Frisian Flag op vliegbasis Leeuwarden. De meteoroloog in kwestie volgt vooraf een speciale training afgestemd op het gebied. Met een uitgebreide klimaatstudie op zak, kan hij als geen ander de beste verwachting maken. Minnema: “Ter plaatse kun je inzoomen op bepaalde weersfenomenen die daar veelvuldig voorkomen én direct de commandant voorzien van informatie en advies.” Wie met een meteoroloog op pad gaat, gaat dus maar zelden ‘nat’. 

De JMG telt 55 medewerkers, 35 van hen zijn operationeel meteoroloog. De JMG ontstond in oktober 2011 na een fusie tussen de Luchtmacht Meteorologische Groep en meteorologen van de Koninklijke Marine. Foto: Jasper Verolme
Onweer of niet, de patrouilles van de Nederlandse special forces in Mali gaan door. Foto: sergeant Hille Hillinga.

Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk