Kennis van het krijgsbedrijf geen vanzelfsprekendheid
Wie als ingenieur in de Nederlandse defensie-industrie werkzaam is of wil zijn, moet uiteraard kennis hebben van het krijgsbedrijf. Omdat dit bepaald geen vanzelfsprekendheid is, organiseert de afdeling Defensie & Veiligheid van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) de cursus Defensie voor Ingenieurs. Afgelopen week bezochten ruim 30 jonge knappe koppen de vierde theoriedag bij DMO op de Kromhoutkazerne in Utrecht.
Militairen worden opgeleid in defensietechnologie maar ingenieurs in de defensiesector moeten zich zelfstandig inwerken. Vaak verloopt dat niet zonder slag of stoot. De defensiewereld is in veel opzichten apart en ook niet altijd even toegankelijk. Dat maakt het opbouwen van een netwerk uitdagend. Daarbij krijg je te maken met politieke controle, geheimhouding en ethische dilemma’s. “Voor wie de weg niet kent, is wegwijs worden bij Defensie een moeizame, lastige, langdurige klus”, aldus bestuurslid van de KIVI-afdeling DV ingenieur Marjolein de Wit-Blok.
‘Kruisbestuiving en andere inzichten stimuleren’
Tot 35 jaar
De afdeling Defensie en Veiligheid van KIVI heeft daarom – op initiatief van voorzitter Jan Wind – de cursus ‘Defensie voor Ingenieurs’ ontwikkeld, die zo mogelijk ieder jaar wordt gehouden. Primair worden alleen ingenieurs tot 35 jaar toegelaten. “Maar om debat, kruisbestuiving en andere inzichten te stimuleren, laten we ook een beperkt aantal deelnemers van hogere leeftijd of met een andere opleiding toe.” Marjolein vertelt dat de cursus bestaat uit twee delen. Het eerste is opgebouwd uit zes theoriedagen, waarin Defensie in al zijn facetten wordt uitgediept. Van organisatieopbouw, beleid en begroting tot samenwerking met de industrie en kennisinstituten en zaken als veiligheid, ethiek, internationale samenwerking en onderzoek en ontwikkeling.
Het tweede deel bestaat uit circa 8 werkbezoeken aan kennisinstituten, bedrijven en krijgsmachtdelen. Voor 2022/23 staan onder meer op het programma: het Kenniscentrum Wapensystemen & Munitie in ‘t Harde, het Opleidings- en Trainingscentrum Genie in Vught, de MINDbase in Rotterdam, een locatie van de Koninklijke Luchtmacht, het NLR in Marknesse, het wereldwijde topinstituut op het gebied van scheepsbouw en maritiem onderzoek MARIN en Thales en Damen. De cursus wordt afgesloten met een bezoek aan de Koninklijke Marine in Den Helder met aansluitend een diner.
‘Mooi inkijkje in de wereld die Defensie heet’
Harmonieuze sfeer
De werkbezoeken zijn een waardevolle aanvulling op de theoriedagen, juist doordat ze een mooi inkijkje bieden in de wereld die Defensie heet. Je komt op militaire terreinen en kazernes en ziet militairen aan het werk. Tijdens de gehele cursus is er volop gelegenheid om te netwerken, zowel met defensiemedewerkers als met medecursisten. Marjolein: “Wat ik leuk vind, is de harmonieuze sfeer waarin dat gebeurt. Veelal zijn techneuten van nature sociale, rustige mensen. En ze hebben vaak gevoel voor humor.”
Veel vragen
Het dagvullende programma bij DMO bestond uit onderwerpen waarmee de Defensie Materieel Organisatie zich dagelijks bezighoudt. Zo gaf hoofd Afdeling Architectuur Daan van de Watering een introductie over het IT-bedrijf JIVC en hoofd Bureau Life Cycle Modeling Dr. Ir. Bart van Oers sprak over hoe de aanbesteding van een marineschip in zijn werk gaat. Kopen van de plank versus zelf ontwikkelen werd uitgediept door hoofd Sectie Inkoopadvies Mariette Schijen. Zij hield volgens Marjolein een interessant en breed verhaal, waarin ook aspecten als juridische zaken en financiën goed tot uiting kwamen. Al met al kregen de cursisten een afwisselen palet aan onderwerpen voorgeschoteld. Marjolein: “Dit is een interactieve groep. De cursisten stellen veel vragen en dat is precies waarvoor we hier zijn.”