Tekst kapitein Arthur van Beveren
Aan tafel bij DMO
De financiële en politieke intenties zijn er, nu is het aan DMO om de materieelbehoefte van de krijgsmacht waar te maken. In de voormalige Caballerofabriek in Den Haag spraken de directeuren DMO, HR i.o., Projecten, JIVC en de voorzitters van de Medezeggenschapscommissie DMO en JongDMO over de grote uitdagingen voor de organisatie.
Een groot vraagstuk ligt op het gebied van personeel. Want zonder mensen komen plannen niet van papier. Directeur HR i.o. Mirjam Westgeest verwacht zo’n 1.000 extra collega’s die voor nieuwe projecten moeten worden binnengehaald. Investeren in het huidige personeel is daarbij essentieel. Een eerste en noodzakelijke stap uit de Defensienota is dan ook gezet met de nieuwe arbeidsvoorwaarden waar een onderhandelaarsakkoord voor klaar ligt. “Een hoger salaris en betere voorwaarden maken DMO een aantrekkelijke werkgever voor zowel de werving als voor het behoud van het bestaande personeel. Met een flexibeler personeelssysteem en levensfasebewustbeleid houden we nog meer rekening met een nieuwe generatie die interesse krijgt in een functie bij DMO.”
Keuzes maken binnen projecten
Qua inkoop van projecten wordt nog meer gestuurd op efficiëntie, zodat de projectduur naar beneden gaat. “Die moet korter door meer van de plank te kopen en we moeten daarnaast kiezen waar we zelf veel tijd en ontwikkeling in steken”, laat directeur Projecten commodore Harold Boekholt weten. Die verhouding moet volgens Boekholt zo’n 80 tegen 20 procent zijn. De DMO opkoers sluit volgens directeur DMO vice-admiraal Arie Jan de Waard naadloos aan op de nieuwe plannen. Een van de pijlers is het proactief adviseren van de CDS en de OpCo’s. “Je kunt wachten op nieuwe helikoptertechnologie of direct uit de markt kopen, zodat je niet achteraan in de rij staat”.
‘Cultuur van knopentellen moet verdwijnen’
Betere onboarding
Voorzitter van medezeggenschapscommissie Richard van Toor is na zoveel jaren blij met de investeringen. Maar het inwerken van al het nieuwe personeel gaat veel werk kosten. “En de werkdruk is al hoog. Wat ik ook zie is dat na de coronatijd veel mensen niet meer terugkomen naar kantoor. Dat is moeilijk voor het onboarding proces en de sociale binding.” Daar moet volgens Van Toor iets aan gebeuren. “Je leert veel van die onverwachte ontmoetingen met andere collega’s op kantoor. Dat missen we nu denk ik.” Dat ziet ook Frederieke Dijkhuizen, voorzitter van JongDMO. “Betere begeleiding van starters is echt belangrijk. Nieuwe en jonge medewerkers hebben frisse ideeën. Ze komen net van de universiteit of uit andere bedrijven. Zij stellen de vragen: Waarom doen we het zo? Kan het ook anders?” JongDMO komt daarom met een plan voor een beter onboardingstraject om DMO en Defensie te leren kennen. “Bij DMO wil je iets bijdragen aan de samenleving. Dan moet je wel het gevoel hebben dat je bij Defensie werkt.”
Nee durven zeggen
Bij JIVC is de druk groot om te versnellen weet de nieuwe directeur Dick Heerschop. “Wat vandaag gemaakt is, is morgen verouderd. We zijn blij met geld, maar we moeten wel veranderen. De cultuur van knopentellen moet verdwijnen en we moeten sneller actie ondernemen, maar ook nee durven zeggen.” JIVC draait 70 missies en 300 projecten. Daar zit volgens de directeur een grens aan. “We moeten de projecten in de goede volgorde zetten.” Dat er knopen wordt geteld is niet vreemd na bijna 20 jaar bezuinigen. Dat vereist een cultuuromslag binnen alle afdelingen van de DMO. “Alles wat we de afgelopen jaren hebben afgebouwd moet je de komende jaren weer opbouwen. Dat gaat echt een tijd duren.”
Vertrouwen
“Het is een prachtig document, de Defensienota”, zegt directeur DMO vice-admiraal Arie Jan de Waard. “Dan gaat het niet eens zozeer om die 2% norm van de NAVO. Maar het gaat erom, dat we weer erkennen dat vrede en veiligheid niet vanzelfsprekend zijn.” Voor de admiraal De Waard ligt de grote uitdaging van DMO in de lijst van projecten die de nota benoemd. “Als we blijven doen wat we altijd deden weet ik niet of we kunnen uitvoeren wat er in de nota staat. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat het gaat lukken. Het wordt spannend, we moeten soms nee zeggen maar je kunt wel op DMO rekenen”, besluit admiraal De Waard.