Tekst Arno Marchand
Foto uit archief Mediacentrum Defensie

Anker voor vervanging Walrusklasse

De vervanging van de onderzeeboten van het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) staat al lange tijd op stapel. En dat zal nog wat langer duren, zo maakte staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat afgelopen vrijdag aan de Tweede Kamer bekend. Niet in 2031, maar pas tussen 2034 en 2037 moeten de eerst twee van vier vervangers volledig operationeel inzetbaar zijn. De redenen zijn divers en de gevolgen voor de marine ingrijpend. Op korte termijn worden al twee stuks van de huidige Walrus-klasse uit de vaart genomen. Het andere duo blijft onder toeziend oog van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) in de vaart.

‘Te lang is vastgehouden aan een onrealistische vervangingsplanning’

De aanschaf van vervangende onderzeeboten is volgens Van der Maat ‘een van de meest complexe dossiers die we hebben’. “Het gaat om een zogenoemde niche-capaciteit, zeer specialistisch, waaraan Nederland, de EU en de NAVO behoefte hebben. Daarin zit meteen het probleem. Onderzeeboten gaan niet als zoete broodjes over de toonbank. Fabricage is een complex proces, waardoor het om een langjarig project gaat. En om tal van redenen is te lang vastgehouden aan een onrealistische vervangingsplanning”, legt hij aan de Tweede Kamer uit. “Ook kwam vanuit Defensie geen duidelijkheid op de vraag ‘wat voor boot willen we?’ Het eisenpakket bleef te algemeen. De werven hebben aangegeven dat we moeten focussen.”

De eerste onderzeeboot die uit de vaart wordt genomen, is nog niet gemoderniseerd binnen het Instandhoudingsprogramma Walrus-klasse…

‘Defensie moet beter aangeven wat voor boten ze willen’

Specifieker

“Door een dialoogronde hebben we nu beter inzicht gekregen in wat zij kunnen leveren”, vervolgt Van der Maat. “Alles overziend, heb ik besloten om meer focus aan te brengen.” Dat doet hij met 3 besluiten. De eerste actie is het direct opstellen van de offerteaanvraag. “De werven hebben in eerdere dialogen aangegeven dat Defensie moet beter aangeven wat voor boten ze willen. Daarvan zeggen we nu: we gaan meteen aan de slag en brengen een eisenpakket en offerte op de markt dat we tot 3 cijfers achter de komma scherp hebben.” Als tweede blijft de huidige Walrusklasse langer in de vaart, maar met minder boten en tot slot moet rekening gehouden worden met een fors langere bouwtijd van een onderzeeboot dan gedacht.”

…waardoor de Directie Materiele Instandhouding zich met haar schaarse capaciteit kan richten op het in de vaart houden van de resterende drie platformen.

‘Op korte termijn de eerste onderzeeboot uit dienst’

Uit dienst

Om de Onderzeedienst inzetbaar te houden tot de nieuwe onderzeeboten er zijn, moeten de huidige doorvaren tot naar verwachting midden jaren 30. Dat kan alleen door twee andere – eerst de oudste en nog niet gemoderniseerde en later nog een – uit dienst te nemen die als onderdelenbron gaan dienen. Op de vraag wanneer dat is, reageert Van der Maat: “Op korte termijn de eerste. Ik kan het niet specifieker aangeven. Officieus kan het al binnen een paar weken zijn, maar dat mag niet gezegd. Dat de tweede er ook uit moet is een gegeven, maar het is nog niet bekend wanneer. Dat is pas zo wanneer ook onderdelen daarvan nodig zijn. Dat kan volgende maand zijn, maar ook over 3 jaar.”

Als bijkomend voordeel van het niet meer moderniseren van 1 onderzeeboot, komen alle reeds aangekochte onderdelen beschikbaar voor de drie andere.

‘De Militaire Zeewaardigheidsautoriteit van de DMO ziet er scherp op toe’

Toezicht DMO

Hoewel twee van de boten al zo’n dertig jaar in gebruik zijn én nog minstens tien jaar moeten doorvaren, benadrukt Van der Maat dat de veiligheid van het personeel niet in het geding komt. “Dat vraagt onder meer een ander onderhoudsconcept. De Militaire Zeewaardigheidsautoriteit van de DMO ziet hier scherp op toe”, reageert hij.

In samenwerking met het CZSK werkte de zeewaardigheidsautoriteit een plan uit waarmee de Walrusklasse op basis van de huidige (technische) inzichten nog ruim tien jaar op veilige en relevante wijze kan doorvaren.

Van de systemen aan boord van de uitgefaseerde onderzeeboot komen reserveonderdelen beschikbaar. Het onderliggende technische plan is getoetst door de Maritieme Zeewaardigheidsautoriteit van DMO.

‘Het bureau Toezicht Defensie Leveranciers van de DMO zal onderzoek doen

Aansturing

Volgens de staatssecretaris wordt ook de aansturing van en communicatie binnen het project verbeterd. “Dat bleek na onderzoeken nodig. Verder is het zaak het projectteam te versterken en de planning en het risicomanagement te professionaliseren. Ook stelt de DMO een programmadirecteur aan met een plaatsvervanger. Hierdoor is er rechtstreekse aansturing in de DMO-lijn.

Defensie wil de offerteaanvraag voor het eind van dit jaar naar de 3 kandidaat-werven in Duitsland, Frankrijk en Zweden versturen. Het bureau Toezicht Defensie Leveranciers van de DMO zal na ontvangst van de offertes, en voorafgaand aan de gunning onderzoek doen naar de maatregelen die de werven zeggen te kunnen treffen op het gebied van quality control/quality assurance. Hiermee kan Defensie controleren op welke wijze de werf zijn kwaliteitsmanagement heeft georganiseerd en of daar consequent uitvoering aan wordt gegeven.

Pas na aankoop van de onderzeeboten komen afspraken over het onderhoud tijdens de levensduur aan bod. Daarbij heeft Directie Materiele Instandhouding in Den Helder een belangrijke regierol.

De twee oudste onderzeeboten van Defensie worden uit de vaart gehaald, omdat de onderdelen nodig zijn voor het operationeel houden van de ‘jongste’ twee onderzeeboten.

De Walrusklasse bestaat uit Zr.Ms. Zeeleeuw (1990), Zr.Ms. Walrus (1992), Zr.Ms. Dolfijn (1993), Zr.Ms. Bruinvis (1994). Het zijn conventioneel, dieselelektrisch voortgestuwde niet-nucleair bewapende onderzeeboten. Ze onderscheiden zich door hun relatief beperkte afmetingen waardoor ze ook vanuit ondiep water hun werk kunnen doen. Eenmaal ondergedoken zijn ze onzichtbaar, vrijwel geluidloos en daardoor zeer moeilijk op te sporen door schepen, vliegtuigen of andere onderzeeboten. Een onderzeeboot van de Walrusklasse heeft 55 bemanningsleden.

Specificaties

  • Lengte: 68 meter
  • Breedte: 8,5 meter
  • Diepgang: 7,5 meter
  • Duikdiepte: > 300 meter
  • Waterverplaatsing: 2.450 ton (boven water), 2.800 ton (onder water)
  • Maximum vaart: 11 knopen (ruim 20 kilometer per uur boven water), 20 knopen (ruim 37 kilometer per uur onder water)
  • Bewapening: 20 Mk.48 torpedo’s (4 torpedobuizen)