Tekst Evert Brouwer
Foto Herman Zonderland
Innovation in Defence trekt volle Fokker Terminal
“Nieuwe technologie is een bondgenoot met het doel om de slagkracht te vergroten, maar bijvoorbeeld ook vanwege het tekort aan mensen. We moeten meer doen, met minder mensen.”
Dat zei plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten vice-admiraal Boudewijn Boots vorige week bij de manifestatie Innovation in Defence 2022. Een evenement dat organisator kapitein-luitenant ter zee Harry Lijzenga enorm tevreden stelde, na twee jaar van uitstel door de pandemie. “We hebben meer dan duizend inschrijvingen gehad en zo te zien is vrijwel iedereen daadwerkelijk gekomen. Van alle krijgsmachtdelen, maar ook van buiten. Het betekent dat dit onderwerp enorm leeft. Ook de break-out sessies in de zalen zijn overvol”, constateerde de Senior Stafofficier Science & Technology bij Directie Operationeel Beleid & Plannen (DOBP).
In de Fokker Terminal op bedrijventerrein De Binckhorst, op de grens van Den Haag en Voorburg, kwamen Defensie, industrie en kenniscentra bijeen om te zien en gezien worden. De Kennis-opbouwprogramma’s en technologieprojecten die de afgelopen jaren hebben bewezen een toekomst te hebben, trokken veel belangstelling. “Leidend moet zijn wat we nodig hebben”, oordeelde directeur DOBP generaal-majoor André Steur. “Het woord is aan de Tweede Kamer, maar wij bereiden ons al voor op een verdere verhoging van het defensiebudget. We hebben behoefte aan unieke kennis en technologie om een antwoord te hebben op de vele dreigingen die nu en in de toekomst op ons afkomen.”
Materieelgezien maakte met de fotograaf een rondgang over Innovation in Defence 2022 en licht vier projecten uit die opvielen.
Hup met de Hopper
Ontwerp een lichtgewicht overspanning van 2,5 meter voor lichte wielvoertuigen van Defensie. Jules Dock Development pakte de uitdaging op. Het Rotterdamse bedrijf trok met de deels opvouwbare ultra-lichtgewicht close support bridge ‘Hopper’ in ieder geval volop aandacht tijdens Innovation in Defence 2022. “De platen mocht maximaal 25 kilogram wegen. Het gezamenlijk draagvermogen moest dan weer zo’n 6.000 kilo zijn”, meldt composite engineer Ties Kerssemakers. “Het begon met een haalbaarheidsstudie in een Nationaal Technologie Project. Het concept is samen met het Kenniscentrum Genie van het Commando Landstrijdkrachten ontwikkeld. Zij zochten een partij om een korte overspanning te bedenken, die gemakkelijk in wielvoertuigen of een helikopter is te vervoeren. Die zijn er wel, maar altijd loodzwaar en dat is een flinke belemmering voor eenheden als de Luchtmobiele Brigade of het Korps Mariniers. Deze kunststof constructie kan een man plaatsen, waardoor de rest van de groep bijvoorbeeld kan blijven beveiligen. Het heeft ook veel minder invloed op het draagvermogen van een helikopter. De Vector, het voertuig van het KCT, kan deze platen bijvoorbeeld gemakkelijk meenemen en de Hopper kan omgekeerd dat voertuig ook dragen. Het vervolg willen we deels in het veld doen, maar we wachten daar nog op goedkeuring op de aanvraag van de vervolg NTP. Hierin worden onder andere veldtesten gedaan, maar ook productieverbeteringen.”
Skelex, een handige hulp
In 2019 zag de Skelex, een niet-aangedreven exoskelet, het levenslicht. Bewegingstechnoloog (human kinetics en human factors enigineer) en fysiotherapeut Michel Kuiken en zijn team staan drie jaar later met de Skelex-XFR, de laatste ontwikkeling, op Innovation in Defence 2022. Gebroederlijk trouwens samen met de Intespring (Exobuddy III) en Laevo Exoskeletons, bedrijven die in hetzelfde spectrum werken. Over belangstelling is niet te klagen.
“Onze XFR is een doorontwikkeling van het prototype en veel gebruiksvriendelijker geworden. Via het innovatieplatform van Defensie FRONT (Future Relevant Operations with Next generation Technology & Thinking, red.) is de Skelex inzetbaar voor alle krijgsmachtdelen. Dit exoskelet verlicht werkzaamheden waarbij de armen intensief worden gebruikt. Denk aan de bouwwereld, las- en slijpwerk aan schepen en schuren of schilderen aan vliegtuigen. Voor lassen hebben we trouwens een speciale uitvoering met vuurvast materiaal. Op Woensdrecht is dit concept beproefd met werkzaamheden aan de F-16. Buiten Defensie is er belangstelling vanuit de auto- en vliegtuigindustrie, scheepsbouw en de spoorwegen.”
Jamming en spoofing ontleden
De beschikbaarheid én de betrouwbaarheid van het Global Positioning Systeem, kortweg GPS, is niet alleen van belang voor uw routeplanning.
Tijdens Innovation in Defence gaf Barend Lubbers van de Nederlandse Defensie Academie in Den Helder een break-out presentatie over de gevaren van jamming en spoofing.
“Ook een deel van onze Defensie-apparatuur is afhankelijk van deze GPS, zoals onder meer wapen- en communicatiesystemen. Een GPS satelliet bevindt zich op minimaal 20.000 kilometer van de aarde. Het zendvermogen is extreem zwak, tussen de 30 en 40 Watt. De oorlog in Oekraïne wijst nog maar eens uit dat het eenvoudig is die signalen te onderbreken of langzaam te veranderen. Als je de integriteit van het signaal kunt controleren en detecteren, hoe en wanneer jamming (verstoring van de signalen) of spoofing (vervalsen van signalen) plaats heeft, kun je maatregelen nemen. Wij onderzoek hoe we die verstoringen kunnen herkennen. Wat er dan moet gebeuren? Terugvallen op GPS- onafhankelijke plaatsbepaling. Ook hier wordt bij de NLDA onderzoek naar gedaan. Bijvoorbeeld plaatsbepaling op basis van de sterren, met behulp van sterke camera’s. Maar, het is ook altijd handig om een back-up te hebben in de vorm van een ouderwetse kaart en kompas.”
De hele dag in de lucht
In 2020 won Tective de Defensie Innovatie Competitie. De start-up van mede-oprichter Mattijs Otten bestond toen net een half jaar. Wat is er in de twee door de pandemie gedomineerde jaren gebeurd?
“Twee jaar geleden, toen we de prijs wonnen, was er alleen een concept. Nu staat er een prototype van de SkyHive dronehub hier op Innovation in Defence 2022. Van idee naar realiteit. Het is een geheel autonoom systeem, dat uiteindelijk vijf quadcopter-drones kan herbergen. Door ons unieke batterij wissel- en oplaadsysteem kan zo’n drone, met de juiste input van een operator, de hele dag zelfstandig opereren. Ze kan tot 40 minuten op een batterij vliegen en binnen 1 minuut wisselen naar een opgeladen batterij.
Vanuit het huidige Nationaal Technologie Project SPEAR hopen we de volgende stap naar een daadwerkelijk product te kunnen maken met onze partners: Delft Dynamics, TNO & Avalor AI. Daarvoor werken we samen met de RAS-eenheid (Robotics and Autonomous Systems, red.), onderdeel van CD&E (Concept Development & Experimentation, red.) bij Defensie. En we zien niet alleen goede mogelijkheden om de drones militair in te zetten, ook in de landbouw kun je er alle kanten mee op.”