Tekst Arno Marchand
Foto sergeant Aaron Zwaal

De eerste vlucht van een nieuw Nederlands vliegtuig is altijd een speciaal moment. Ook voor de Defensie Materieel Organisatie die het toestel voor het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) aanschaft. Helemaal bijzonder is het als de vliegers ervan gewoon op de grond zitten. Het gaat dan ook om de MQ-9A, het eerste grote onbemande – en dus op afstand bestuurde – vliegtuig van Defensie. Gisteravond, Nederlandse tijd, maakte de Reaper zijn eerste operationele test- en evaluatievlucht (OT&E) vanaf Curaçao.

De MQ-9 is een relatief groot defensieproject, van zo’n 250 miljoen euro. Daarbij is inbegrepen: aanschaf, initiële training van personeel en instandhouding van het systeem. 
De operatie inclusief OT&E op Curaçao heeft de naam Caribbean Reaper meegekregen. Foto: sergeant Aaron Zwaal

MQ-9 op de FOL

De eerste MQ-9 arriveerde op 24 maart per schip op Curaçao en werd vanuit de haven per vrachtwagen afgeleverd op vliegveld Hato. Dat bestaat uit zowel een civiele luchthaven, een deel waarvandaan de kustwacht opereert en een Amerikaanse ‘basis’. Deze zogeheten Forward Operating Location (FOL) is vanwege de beschikbare ruimte gekozen als onderkomen voor het Nederlandse 306 Squadron van het CLSK, dat met de toestellen gaat opereren.

De plek waarvandaan de Nederlandse MQ-9 Reapers gaan vliegen, is de Amerikaanse FOL op de Curaçaose luchthaven Hato. Foto: USAF

Testen op Curaçao

Vanaf begin februari is op de FOL een compleet Nederlands kamp opgebouwd met onder andere grondstations en satellietontvangers, zodat alles gereed is voor de ontvangst van uiteindelijk drie Reapers. Het vierde vliegtuig is nog in de Verenigde Staten voor diverse testen. De OT&E is voor de luchtmacht een essentiële stap naar de toekomstige inzetgereedheid van het wapensysteem. Curaçao is gekozen zodat het 306 Squadron tijdens de testen een bijdrage kan leveren in het inzetgebied van het Commandement der Zeemacht in het Caribisch Gebied (CZMCARIB).

Opbouw van een satellietontvanger op Curaçao. Foto: sergeant Aaron Zwaal
Luitenant-kolonel Manon Balk-ten Bruggencate is bij de DMO projectleider MQ-9. Foto: GA-ASI

Acceptatievluchten

Het betrof overigens niet de eerste vlucht van een Nederlandse MQ-9, want die vond al op 31 januari plaats in de Verenigde Staten. Op Gray Butte, het testvliegveld van fabrikant General-Atomics Aeronautical Systems Inc. (GA-ASI) maakten de M-002 tot en met 004 in januari en februari tijdens hun acceptatievluchten de eerste kilometers in de lucht. De DMO nam daar in ruim een maand het drietal toestellen in ontvangst. Net als in de rest van het project is ook daar directe samenwerking met het CLSK, geeft DMO-projectleider luitenant-kolonel Manon Balk-ten Bruggencate aan. “Techneuten van het 306 Squadron doen na iedere geslaagde acceptatievlucht de zogenoemde open panel inspectie. Daarbij controleren ze onder andere of alle opgegeven serienummers daadwerkelijk in het toestel zitten.” Eind februari neemt de DMO in de VS ook de eerste twee grondstations af.

De M-002 – die als eerste Nederlandse Reaper vloog – en M-004 op de flightline van Gray Butte tijdens de acceptatietesten. Foto: GA-ASI

‘Zonder grondstations en alles wat daarbij hoort, kan het toestel niets’

Een heel systeem

De MQ-9 is een van de top 12-projecten van de DMO. Dat zijn projecten die ofwel groot zijn, of speciale politieke aandacht vragen. “Bij de Reaper gaat het niet alleen om het luchtvaartuig”, verduidelijkt de projectleider. “Vanuit grondstations vindt de besturing van het toestel plaats en wordt de verkennings- en observatieapparatuur bediend. Zonder grondstations en alles wat daarbij hoort, kan het toestel niets. Het gaat dus om een compleet onbemand systeem. Dat heb ik in het begin binnen Defensie wel een paar keer moeten uitleggen.”

‘Heel anders dan elk ander luchtwapensysteem’

24/7 in de lucht

Daarnaast wijkt de inzet volgens haar af van andere luchtwapensystemen. “Het systeem is eigenlijk bedoeld om altijd op uitzending te zijn. Als de Reaper volledig operationeel is, zou er 24/7 een toestel in de lucht moeten kunnen hangen in een inzetgebied. Dat is heel anders dan we tot nu toe kennen.”

Voor de operaties vanaf Curaçao is de OT&E leidend, maar het mes snijdt aan twee kanten met de mogelijkheden die het systeem biedt voor de CZMCARIB.

Niet bij de fabrikant

Nederland koopt de toestellen niet direct bij fabrikant General Atomics (GA-ASI), maar van de United States Air Force (USAF). Dat gaat middels Foreign Military Sales (FMS). Communicatie gaat dan ook via de USAF naar de fabrikant en omgekeerd.

Twee grondstations staan momenteel nog op Gray Butte voor de acceptatietest van het laatste toestel, de M-001. Als die goed is afgerond, gaat het duo naar de thuisbasis van 306 op Vliegbasis Leeuwarden als daar de infrastructuur gereed is.

“Alles is aangeschaft op de simulator na”, besluit Balk-ten Bruggencate. “Dat proces gaat binnenkort starten en wordt samen aangelopen met de andere Reaper-gebruiker zonder simulator Frankrijk, en wellicht ook Spanje. Samen inkopen biedt schaalvoordelen.”

GA-ASI

Hand in hand

De DMO werkt tijdens het hele project intensief met het CLSK samen. “We lopen samen op zodat de luchtmacht niet voor verrassingen komt te staan”, zegt Balk-ten Bruggencate. Naast het personeel van 306 Squadron is haar evenknie bij de luchtmacht, overste Jan Ruedisueli, projectleider Invoering MQ-9 van de Staf CLSK, tevens Hoofd Afdeling Onbemande Vliegtuigen en MQ-9 vlieger. Die intensieve samenwerking is volgens hem helemaal belangrijk omdat het CLSK besluit de toestellen meteen in te zetten. “De Carib is een perfecte locatie om het operatieconcept van de MQ-9 uit te proberen. Het systeem is gekocht voor inzet. En nu voeren we een OT&E uit waarbij we vliegen zoals tijdens een uitzending. Samen met de DMO laten we op Curaçao alle lijnen samenkomen: deployment, logistiek en certificering. En ondertussen worden alle onderdelen van de MQ-9 op Vliegbasis Woensdrecht in SAP gezet. Lukt dat allemaal, dan kunnen we vliegen. Best complex dus.”