Tekst ritmeester Saminna van den Bulk
Foto Valerie Kuypers
Hulselmans vertrokken als directeur DMunB
Het munitiebedrijf slonk jarenlang door bezuinigingen. Anno 2019 moeten ze bij de depots vol aan de bak. Vertrekkend commandant van het Defensie Munitiebedrijf Richard Hulselmans (61) blikt terug op een periode waarin hij diverse stormen moest doorstaan.
Hoe staat het ervoor met de munitievoorraad?
“We kopen nu meer munitie. Maar we zijn er nog niet. Bij de inkoop ben je gebonden aan een budget. Daarnaast kan het proces jaren duren. Dit komt niet alleen door de aanbesteding, maar ook door de complexiteit van de munitie.
Neem de pantserhouwitser. Voor een enkel schot zijn 4 onderdelen nodig: de granaat, het kardoes, de buis en de primer. Is 1 van de 4 niet leverbaar, dan kan het Vuursteuncommando niet schieten. Daarom zeg ik: munitie is rete-ingewikkeld. Dat heb ik de afgelopen jaren wel gemerkt.”
Een periode waarin u meermaals in het oog van de storm stond.
“Een bewogen tijd was het wel! Ik werd in 2014 commandant. Malaysia Airlines vlucht MH17 werd neergehaald boven het oosten van Oekraïne. Personeel van het munitiebedrijf was na de ramp nauw betrokken bij de afhandeling en begeleiding. Een zware en emotionele klus.
Het was ook het jaar van de missie in Jordanië (AFTME). We gingen Islamitische Staat vanuit de lucht bestrijden met F-16’s. Maar de munitie moest natuurlijk ook geregeld worden. Ze zijn toen in het munitiedepot in het Brabantse Alphen een groot aantal dagen dag en nacht bezig geweest om munitie klaar te maken."
Over ‘pinda pinda’: ‘Achteraf gezien was dit het mooiste wat ons kon overkomen’
Hulselmans gaf het commando van het Defensie Munitiebedrijf 10 september over aan zijn DMO-collega Ton Huisman, hier boven links op de foto. Een interview met Huisman vind je hier.
In 2015 volgde ‘pinda pinda’. "In feite was er eigenlijk op dat moment enkel een tekort aan een specifiek soort oefenpatronen, waar we de leveranties niet van hadden binnengekregen. In het landelijke nieuws werd dit al gauw neergezet als een groot tekort aan alle munitie. Dat kwam hard aan. Ik kan me er nog steeds over opwinden. Maar ja, zo werkt dat.
Achteraf gezien was dit het mooiste wat ons kon overkomen. Publieke verontwaardiging, vragen in de Kamer. Het kabinet trok meer geld uit voor munitie, wat we hard nodig hadden.”
In 2016 moesten medewerkers van munitiecomplexen in Veenhuizen, Ruinen en Staphorst deels hun werk neerleggen, nadat de inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid problemen constateerde met de bliksembeveiliging.
“Dat is inmiddels allemaal op orde. Maar inderdaad. Toen ik begon met deze baan dacht ik dat ik het vooral veel over munitie zou hebben. Maar het Defensie Munitiebedrijf is zoveel meer dan dat. Het is DMO in het klein. Met systeemmanagement, assortimentsmanagement, logistiek, personeel, ga zo maar door. Bovenal: je bent als commandant eindverantwoordelijk voor veiligheid. In de breedste zin van het woord.”
‘Ontwikkelingen die ook om een ander munitiebedrijf vragen. Meer munitie, andere munitie’
Wat is er veranderd bij DMunB in de afgelopen jaren?
“Jarenlang moest het bedrijf dealen met bezuinigingen. Tekorten werden nieuws. Munitiedepots als die in Alphen moesten de deuren sluiten voor centralisatie in Veenhuizen.
Daarnaast is dit bedrijf lange tijd geënt geweest op vredesbedrijfsvoering. Daar zijn we ook nu nog op ingericht. Maar we zien nu wel spanningen in Oekraïne, het innemen van de Krim, de houding van Rusland, de opstelling van landen als Amerika en China. Ontwikkelingen die ook om een ander munitiebedrijf vragen. Meer munitie, andere munitie.”
Wat heeft dit teweeg gebracht?
“Gelukkig vollere planken in Veenhuizen. We bereiden ons qua munitie voor op parate inzet. We groeien. Maar we zijn er nog niet. Vooral de vuursteuneenheden hebben het de laatste jaren zwaar gehad. Denk aan de 81mm mortier bijvoorbeeld. Voor de artillerie hebben we nog een verbeterslag te maken. Dat traject loopt nu.
Daarnaast moeten we ons in de toekomst inzetten voor opleidingen en infrastructuur. Maar er zijn ook meer ‘handen’ en kennis nodig. Want het personeel doet zwaar en deels risicovol werk en er komt steeds meer munitie binnen.
‘Munitie zit in een bijzonder spanningsveld. Helemaal veilig is het nooit’
Munitie zit in een bijzonder spanningsveld. Helemaal veilig is het nooit. Maar wat we wel kunnen doen, is het risico zo klein mogelijk maken, bijvoorbeeld met typeclassificaties. In ’t Harde doen we aan ‘munitiepesten’. We onderwerpen munitie aan extremen om te kijken hoe het reageert en of de risico’s onder zware omstandigheden laag zijn. Veilig ben je pas als je weet welke risico’s acceptabel zijn.
Je ziet het enthousiasme en de loyaliteit waarmee men binnen het munitiebedrijf werkt met zaken die een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengen. Dat maakt het een onnoemelijk mooi en uniek bedrijf om aan het roer van te mogen staan.”
Wat gaat u nu doen?
“Ik ga aan de slag bij Programma Obelix, waar ik me als als project- en programmamanager ga bezighouden met de verbetering van het munitiedomein. Meer personeel aantrekken en een goede samenwerking verzorgen binnen het domein horen bij mijn nieuwe functie.”