07

Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 06

‘Toverdrank’ voor munitiedomein

Tekst ritmeester Charlotte Snel
Foto sergeant Jan Dijkstra

Eerste resultaten programma Obelix veelbelovend

Volgeschreven post-its en torenhoge stapels dossiers met onderzoeksresultaten. Kolonel Peter van der Tuin en DMO-collega Ton Huisman hebben ze stuk voor stuk voorbij zien komen, alle 600 aanbevelingen over het munitiedomein. Van kleine op- en aanmerkingen tot serieuze inspectieverslagen. Met de oprichting van programma Obelix is in 2018 een eerste stap naar verbetering gezet. Nu, een jaar later, zijn de eerste resultaten zichtbaar. Tijd om terug te kijken en vooruit te blikken met de 2 collega’s die vanaf dag 1 bij het traject zijn betrokken.

Kolonel Peter van der Tuin (r) en DMO-collega Ton Huisman (l) zijn vanaf dag 1 bij programma Obelix betrokken.

Om bij het begin te beginnen. Programma Obelix. Wat houdt dat in? 

Van der Tuin: “Obelix is een programma dat namens de Defensie Materieel Organisatie en Hoofddirectie Bedrijfsvoering de samenhang tussen alle verbeteringen in het munitiedomein bewaakt, verdere verbeteringen in gang zet en regie voert op de uitvoering.”

Simpel gezegd…

Huisman: “Wat komt er allemaal kijken om de krijgsmacht veilig en tijdig van veilige munitie te voorzien?”

Kolonel, u bent ‘programmamanager Obelix’, Huisman ‘programmamanager Masterplan Munitiebedrijf’. Waar zit het verschil? 

Peter van der Tuin

‘Als je alleen de symptomen bestrijdt, blijf je ziek’

Van der Tuin: “Inmiddels is er vrijwel geen verschil meer. In eerste instantie keken we bij de 600 aanbevelingen alleen naar het munitiebedrijf. Maar al vrij snel kwamen we tot de conclusie dat de oplossing niet alleen daar ligt. We moesten onze blik verbreden.”

Huisman: “Daarop zijn we over gegaan tot de oprichting van programma Obelix. Een innovatieprogramma dat kijkt naar het héle domein: van de klant die de behoefte stelt tot mensen die de munitie inkopen, keuren en transporteren. De samenhang tussen deze verschillende onderdelen moet kloppen.”

Van der Tuin: “Daarnaast zijn er nogal wat problemen en zaken waar collega’s tegenaan lopen. Om deze structureel aan te pakken en te zorgen dat dit niet meer gebeurt, moet je terug naar de kern.

Huisman: “Als je alleen de symptomen bestrijdt, blijf je ziek.” 

Wat heeft u het afgelopen jaar gedaan?  

‘We hebben te weinig poppetjes om alles te fixen’

Ton Huisman

Van der Tuin: “We hebben alle aanbevelingen gesorteerd en terug gebracht naar 5 hoofdonderwerpen, de knelpunten. Deze zijn in overleg met alle spelers in het veld op papier gezet. Vervolgens zijn we prioriteiten gaan stellen. Wat is op dit moment het belangrijkst?”

Huisman: “Adequate capaciteit stak daar met kop en schouders bovenuit. We hebben in het munitiedomein simpelweg te weinig poppetjes om voor elkaar te krijgen wat van ons wordt verwacht.”

Van der Tuin: “Om precies te zijn: 180 FTE te weinig. Niet alleen bij het munitiebedrijf, ook bij de toezichthouders, ontwerpafdelingen, distributie. Overal moeten mensen bij.”

Kan dat zomaar? 

Van der Tuin: “Nou ja. Dan begint het grote gelobby. We hebben met alle belangrijke partijen om tafel gezeten om het probleem duidelijk te maken en onze conclusies te delen. Fijn dat we de munitievoorraden gaan aanvullen, dat gaat ook echt wel gebeuren, maar daar komt een hoop bij kijken. En daar hebben we gewoon extra handen voor nodig.

Huisman: “Uiteindelijk is het ons gelukt om de organisatie hiervan de overtuigen. De eerste financiële middelen om deze 180 FTE aan te stellen, hebben we.”

Goed nieuws! Maar waar halen we die mensen vandaan? 

‘Je kunt niet zomaar overal mensen wegplukken’

Van der Tuin: “Terecht punt. Ook hier hebben we aandacht aan besteed. Uiteindelijk moeten de defensieonderdelen dat zelf accommoderen. Je kunt niet zomaar overal mensen weg plukken en niet iedereen kan met munitie werken. Daar moet je echt affiniteit mee hebben.”

Huisman: “Wat de landmacht doet is een mooi voorbeeld. Zij geven korporaals nu de ruimte om door te groeien naar een sergeantfunctie door middel van een opleiding binnen het munitiebedrijf. Supermooi. Munitie is hun ding. Deze jongens en meiden willen door, maar niet naar de Koninklijke Militaire School om vervolgens over de hei te rennen. Dat is nu mogelijk. Op deze manier bied je een nieuwe doelgroep carrièreperspectief.”

En even voor die collega’s in het veld. Wanneer gaan zij merken dat de munitievoorraad is aangevuld? 
 

‘Die voorraden komen weer op peil’

Van der Tuin: “We zijn geen bol.com. Het probleem met munitie is dat het produceren tijd kost. De eerste nieuwe voorraden zijn nu aan het binnenstromen, maar de komende jaren zullen we nog incidenteel ‘nee’ verkopen. Dat is niet anders. We moeten door die zure appel heen. Maar echt, het komt goed. Het is niet de wens die de vader van de gedachte is. Het geld is toegekend en DMO is bezig met inkopen. Die voorraden komen weer op peil.”

Huisman: “Of spullen op tijd op de goede plek terecht komen, heeft trouwens niet alleen te maken met voorraden. Het gaat om de inrichting van het hele domein, dus ook om de manier waarop het proces is ingericht. Dat is een van de zaken waarmee we nu druk bezig zijn.”

Hoelang bestaat programma Obelix nog? 

In koor: “Zo kort mogelijk!”

Van der Tuin: “Wij stoppen op het moment dat de lijn weer in staat is het zelf te doen, samen met de extra medewerkers die we erbij krijgen.” 


 

Infodag

Inmiddels is er in het munitiedomein het nodige gebeurd. Zo zijn onder andere de 4 belangrijkste en meest gebruikte veiligheidsvoorschriften weer actueel gemaakt. Benieuwd wat er voor jou verandert? Op 24 oktober houdt programma Obelix een gebruikersdag in Garderen. Houd intranet in de gaten voor meer info!