Tekst ritmeester Arthur van Beveren
Foto Foto en video: adjudant Richard Frigge

Augmented Reality in strijd tegen geïmproviseerde explosieven

Nieuwe dreigingen vragen om nieuwe oplossingen. Het Defensie Expertise Centrum Counter Improvised Explosive Devices (DEC C-IED) doet samen met het DMO/JIVC-programma C-IED onderzoek naar de mogelijkheden van het gebruik van Augmented Reality bij het oprollen van terroristische netwerken. 

Augmented Reality (AR, ofwel toegevoegde realiteit) is een techniek die de fysieke en virtuele wereld combineert, waarbij toegevoegde informatie op intuïtieve wijze wordt weergegeven. Met een AR-bril gebeurt dat recht voor je neus. Onderdelen of restanten van een gevonden geïmproviseerd explosief worden ingescand en virtueel weergegeven, waarna het verloop van een aanslag en de relatie met andere aanslagen in tijd en ruimte worden geprojecteerd. In het DMO/JIVC-programma C-IED is een demonstrator ontwikkeld die gebruik maakt van AR om experts, waar ook ter wereld, de mogelijkheid te geven hun specialistische kennis over IED’s aan elkaar over te dragen. Volgens majoor Cris Smeets, stafofficier Kennis & Innovatie bij het DEC C-IED, krijg je daardoor een heel andere discussie dan op papier. “Experts kunnen hun observaties simpelweg aanwijzen.”

Beeldtaal

Hoe een AR-bril daarbij kan helpen? “Zoals het nu gaat leveren verschillende technische experts geschreven rapportages aan over een incident. Zo’n rapportage bevat veel specialistisch vakjargon. Daarnaast wordt er vaak gebruik gemaakt van internationale experts, waardoor er ook eenvoudig verwarring kan ontstaan, bijvoorbeeld doordat een Italiaan in beperkt Engels iets opschrijft in zijn vakjargon. De inlichtingenanalist van het JISTARC moet daar vervolgens een conclusie aan verbinden. Verbanden leggen, wordt dan erg moeilijk”, legt majoor Smeets de huidige situatie uit. “Met Augmented Reality visualiseren we de verkregen informatie, waardoor experts op basis van een 3D-weergave van een IED-onderdeel met elkaar kunnen overleggen. Bovendien hoeven deze mensen niet in dezelfde ruimte bij elkaar te zijn”, vervolgt hij. “Iemand aan de andere kant van de wereld ziet precies hetzelfde voor zich en kan daardoor eenvoudig meediscussiëren.”

In het JDEAL-lab samen kijken naar virtueel bewijsmateriaal. Met de augmented reality-bril kun je ook op afstand meekijken.

Voorkomen

Doel is uiteindelijk om met de vergaarde kennis bijvoorbeeld een productienetwerk achter een IED in kaart te brengen en uit te schakelen. Kapitein Pascal Trum is werkzaam bij het mobiele laboratorium JDEAL (Joint Deployable Exploitation and Analysis Laboratory) waar IED’s en restanten daarvan kunnen worden onderzocht: “Denk eens aan de gevolgen van een zware aanval met explosieven waarbij een vuurgevecht ontstaat. Slachtoffers moeten ter plekke worden behandeld en afgevoerd. Infanterie, Apaches of F-16’s moeten ondersteuning geven, de vernielde voertuigen moeten worden weggesleept, gerepareerd of vervangen. Een gigantische inzet van mensen en middelen dus. Liever heb je dat zo’n explosief eerder wordt ontdekt. Of nog beter. Dat je een IED-netwerk oprolt.”

Mogelijkheden

Behalve de in deze demonstrator uitgewerkte inzet van AR heeft Smeets over meer C-IED- gerelateerde scenario’s nagedacht. “Een mogelijk scenario richt zich op de ondersteuning van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) door aanvullende informatie over een gevonden explosief toe te voegen aan hun waarneming. Dit kan door röntgenbeelden te projecteren op de gevonden IED om zo de besluitvorming en ontmanteling te vergemakkelijken.” Een ander scenario omvat de ondersteuning van post-blast onderzoek. In dit scenario kan iemand, staand op de locatie van een IED, met behulp van AR om zich heen kijken en worden voor hem in het landschap de mogelijke detonatielocaties getoond, gebaseerd op informatie over line-of-sight, geografische en socio-culturele gegevens zoals tribale stamgrenzen.

Een drukplaat van een bermbom in de echte wereld met daarnaast een virtueel model met röntgenfoto.

Succesvol

Er is veel (inter)nationale interesse in de demonstrator. Volgens majoor Smeets loopt Nederland voorop in onderzoek naar de inzet van AR in het C-IED domein. “De Verenigde Staten hebben serieuze interesse getoond en willen graag meedoen aan het vervolgtraject. Daarnaast is de demonstrator eind vorig jaar op verzoek getoond aan de United Nations Mine Action Service (UNMAS)-gemeenschap van de Verenigde Naties.” Ook interdepartementaal is er veel interesse in de ontwikkelingen. Kapitein Trum sluit af: “Gelukkig kunnen we nu de daad bij het woord voegen. Kortgeleden is er een NTP-project (Nationaal Technologie Programma – red.) goedgekeurd, waarin we dit initiatief samen met DMO/JIVC en het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum een flinke stap verder kunnen brengen.”

JDEAL

Het mobiel forensisch laboratorium bestaat uit twee verschillende varianten: een containervariant en een modulaire tent-variant. Nederland is host nation van het JDEAL-project en geeft trainingen aan deelnemers uit verschillende Europese landen. De laboratoria staan vol met high end-apparatuur om (restanten van) een geïmproviseerd explosief of andere Devices, Materials, Artifacts and Traces (DMAT) te kunnen onderzoeken naar herleidbare informatie. Dat gaat van documenten en geld tot samenstelling van gebruikte springstof en data op buitgemaakte gegevensdragers.

Het JDEAL-lab zoals het in Soesterberg staat opgesteld.

Rijks I-trainees

Het DMO/JIVC-programma C-IED maakt veel gebruik van Rijks I-Trainees. Dat zijn afgestudeerden in het veld van informatiestudies die het 2-jarige Rijks I-Traineeship volgen. Een Rijks I-Trainee werkt 2 jaar voor Defensie, op 3 verschillende plekken. JIVC C-IED projectleider Paul Oling begeleidde Rijks I-Trainee Roos Keja bij de ontwikkeling van deze AR-demonstrator. Ze werkte daarbij samen met het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum. Na haar betrokkenheid bij het programma C-IED en een uitstap bij het innovatieteam van de Nationale Politie werkt ze op dit moment voor de Counter Hybrid Unit van de Bestuursstaf.