Brexit en groot materieel beheersen DSEI

Met ruim 30.000 bezoekers in 3 dagen is de Defense & Security Equipment International zonder meer de grootste beurs op Defensiegebied. Met de aanwezigheid van het Ocean Going Patrolvessel Zr. Ms. Zeeland buiten in de Theems, een oranje Hollandpaviljoen met staatssecretaris van Defensie Barbara Visser en directeur DMO vice-admiraal Arie Jan de Waard binnen, gaf Nederland een aardig visitekaartje af. De  innovatieve bedrijven trokken veel bekijks in het Holland Paviljoen.

Jong bedrijf

“Er is vooraf een druk schema opgezet met ontmoetingen tussen Nederlandse deelnemers en buitenlandse delegaties. Zoals de Amerikaanse National Defence Industry Association (NDIA), ter voorbereiding van de US-NL Defence Industry Innovation Days in november. We zijn zeer tevreden, onze leden hebben zich geweldig kunnen presenteren”, glundert Peter Huis in ‘t Veld van de Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV). “Er is veel interesse in de innovatieve produkten die onze nationale Defensie-industrie heeft te bieden.” Neem bijvoorbeeld het jonge bedrijf Zeusch Aviation, gevestigd op het vliegveld van Lelystad. “We zijn nog niet zo lang lid van de NIDV, maar we zien kansen om ook Defensie bij te staan met onze speciale Beechcraft King Air-toestellen”, legt directeur Herman van Kranenburg uit. “Wij kunnen, eventueel met Defensiepersoneel aan boord, veiligheidstaken uitvoeren waarvoor nu F-16’s of Apaches worden ingezet. Denk aan het opsporen van vermiste of voortvluchtige personen.”

Overtollig

Verkopen doen de ondernemers hun bedrijven wel, om contracten gaat het in eerste instantie niet op een beurs als DSEI. “Netwerken, zien en gezien worden”, zegt Huis in ‘t Veld. Daarbij vergeet je nogal snel dat ook Defensie zelf wat heeft te verkopen. “We zijn de enige afdeling binnen Defensie die geld oplevert”, stelt luchtmachtmajoor Rob Hoogboom (DMO, accountmanager Marketing & Sales). Hij ziet in Londen grote belangstelling voor wat Defensie in de aanbieding heeft. De KDC-10’s van de Koninklijke Luchtmacht gingen net aan de neus van de DSEI-gangers voorbij, maar met reserve-onderdelen voor vliegend materieel, diverse RHIB’s en de mijnenjagers van de Alkmaarklasse is er genoeg te handelen. Over belangstelling hebben hij en collega’s luitenant-ter-zee 1 Simon Gunneweg (zeesystemen) en Nicole Hooft (landsystemen) niks te klagen. “We kijken nadrukkelijk naar de toekomst en verkennen dan de markt voor spullen die we naar verwachting gaan vervangen. Dat biedt een aardige voorsprong. Je ziet in heel Europa dat er meer geld vrijkomt voor investeringen in de defensie, maar wij zijn net wat eerder op de markt."

Zonnepanelen

Maar DSEI draait natuurlijk ook om vernieuwing, al viel dat met nog meer drones en communicatiesystemen wat tegen. “Ik mis hier wat meer innovatie”, bekent Bart Zwiep (DMO/MIND). Toch zijn er wat hem betreft nog opmerkelijke zaken die wellicht wat kunnen betekenen voor de Nederlandse Defensie. Zoals de oprolbare zonnepanelen van Renovagen uit Engeland. “Ze zijn al uitgebreid getest door het Britse leger”, meldt president John Hingley. “Minder transport en daardoor minder risico, minder belasting van het milieu voor de omgeving en het bespaart ook nog eens geld. Tel uit je winst.” 

MMR

Veel aandacht was er voor een ‘Nederlandse’ innovatie: de multimissionradar (MMR) van Thales. Luitenant-kolonel Henk te Kulve (projectofficier Plannen bij het Vuursteuncommando) legde met Thales-man Wim Schuttert vooral de Britse geïnteresseerden uit wat de radar allemaal kan.

En natuurlijk was er heel wat te zien op het gebied van onbemande toestellen, zowel op de grond, in het water als in de lucht. Luitenant-kolonel Jules den Ouden, programmamanager robots&autonomous systems (RAS) ging niet voor niets langs bij de THeMIS UGV van de Estse producent Milrem Robotics. “We hebben er nu 2 in gebruik bij de 13e Brigade. Onlangs hebben we die getest met een wapensysteem aan boord. Het is de bedoeling dat we verder kijken hoe we deze voertuigen het best kunnen inzetten. We hebben als RAS hier onze bevindingen met de producent gedeeld om te kijken naar verbeteringen.”

Brexit

Konden de bezoekers al niet om de grote voertuigen heen, in het niet meer zo Verenigd Koninkrijk is vanzelfsprekend de Brexit het onderwerp van gesprek, ook in het oranjekwartier van de DSEI. “De grotere bedrijven zijn  in de meeste gevallen wel voorbereid op een harde Brexit, maar let ook op de veelal kleinere toeleveranciers”, klinkt de waarschuwing vanuit de Nederlandse ambassade. Immers, als die niet kunnen leveren, stokt de productie ook bovenin.