Tekst ritmeester Henny de Boer
Foto archief Mediacentrum Defensie
Defensie munitiebedrijf vult voorraden aan
Militairen roepen ‘pinda-pinda’ in plaats van dat ze met echte kogels schieten. Dan moet je als leger wel heel diep zijn gezonken, zo was de teneur in het nieuws. De werkelijke situatie was anders. Ja, er was een tekort aan oefenpatronen, maar scherpe munitie was er voldoende.
Toch hebben de pinda-pinda-nieuwsberichten het Defensie Munitiebedrijf geen windeieren gelegd, blikt commandant Richard Hulselmans terug. “Achteraf vloeide er namelijk iets positiefs uit voort. De slinkende munitievoorraden kwamen ineens voor het voetlicht. Mede daardoor hebben we meer geld gekregen om die weer aan te vullen.”
Het Defensie Munitiebedrijf krijgt circa 100 miljoen euro extra voor de komende jaren, wat tot en met 2021 neerkomt op jaarlijks 20 miljoen. Dan moet een deel van de teruggelopen voorraden voor inzet weer zijn aangevuld. Het geld gaat vooral naar de goedkopere munitieartikelen met levertijden van 1 à 2 jaar, zoals klein-kaliber-munitie en munitie voor de artillerie- en mortiereenheden, want daarvan is het verbruik het grootst.
Extra verbruik
In de afgelopen jaren is Defensie steeds verder ingeteerd op de zogeheten inzetvoorraden, voorraden die voor missies bestemd zijn. “Dit komt onder meer door de sterk toegenomen inzet in Mali, Irak en boven Syrië. Ook de reserveringen voor de snel inzetbare capaciteiten, zoals de VJTF (de Very High Readiness Joint Taskforce, de NAVO flitsmacht –red.) maken hier deel van uit”, legt Hulselmans uit. “We hadden extra munitie nodig, maar vulden niet extra aan vanwege de bezuinigingen. Dat merk je na verloop van tijd.” Tijdens missies hebben de operationele collega’s hier overigens geen last van, benadrukt hij. “De leverbetrouwbaarheid aan missiegebieden is zo goed als 100 procent.”
Schuiven met munitie
De verklaring? De inzetvoorraden zijn aangevuld met de munitie die bestemd was voor opleiding en training (O&T). Afgelopen jaren is er veel geschoven met munitie, verduidelijkt Hulselmans. “Dat gaat ten koste van de voorraden voor opleidingen. Vervelend, maar daar leidt minder munitie niet altijd tot echte problemen. De collega’s vragen namelijk geregeld meer munitie aan dan strikt genomen noodzakelijk is – ze willen natuurlijk niet zonder komen te zitten. Maar in principe kan ik met mijn bedrijf gewoon aan de behoefte voldoen.”
Creatief
Het Defensie Munitiebedrijf heeft vorig jaar het merendeel van de munitie kunnen leveren voor opleidings- en trainingsdoeleinden. En verwacht dat ook voor dit jaar. Toch moesten de O&T-eenheden her en der creatief omgaan met hun geleidelijk krimpende voorraad: door oefeningen bijvoorbeeld aan te passen of te verplaatsen naar een moment waarop de munitie wél beschikbaar is, vertelt Hulselmans. “Zoals na een VJTF-periode, want dan komt de gereserveerde munitie weer vrij.”
‘De leverbetrouwbaarheid van munitie aan missiegebieden is bijna 100 procent‘
Stootblokken
Er is veel mogelijk, maar het gepuzzel houdt een keer op, weet Hulselmans. “Op een gegeven moment loop je tegen je stootblokken aan. Daarom moet er de komende jaren behalve geld voor inzet ook tijdelijk extra geld bij voor oefenmunitie om echt goed in evenwicht te komen.”
De commandant is blij dat zijn bedrijf de achterstanden voor inzet kan wegwerken. “Je wilt kunnen leveren wat de klant vraagt, want die vraagt dat om goed getraind en opgeleid te zijn en verantwoord aan zijn missie-inzet te werken. Daar staan wij voor: om de mannen en vrouwen die het operationele werk doen optimaal te ondersteunen. Voorlopig zullen er nog knelpunten blijven, maar die bouwen we steeds verder af.”
Het Defensie Munitiebedrijf beheert ongeveer 500 verschillende munitieartikelen. Het bedrijf zorgt voor inkoop, opslag, distributie, normstelling en het testen van munitie. Bij het Defensie Munitiebedrijf werken 84 militairen en 190 burgers, behalve in Veenhuizen ook onder meer in Utrecht en ’t Harde. De meeste munitie ligt opgeslagen in een van de ruim 200 bunkers in Veenhuizen.