Tekst Leo de Rooij
Foto Leo de Rooij en archief
De poster op zijn werkplek toont ‘Waffen und Fahrzeuge des Heeres’, maar het landmachtuniform is toch echt in Nederlands vlekkenpatroon. Maak kennis met luitenant-kolonel Henk-Bouwe Lolkema, onze DMO-liaison bij… (inademen, red) het Bundesambt fűr Ausrűstung, Informationstechnik und Nutzung der Bundeswehr (BAAINBw) in het Duitse Koblenz. Lachend: “Hou het maar op de Duitse variant van onze DMO, al is het niet helemaal hetzelfde”.
Net als onze Defensie Materieel Organisatie houdt het BAAINBw zich bezig met het projectmatig aanschaffen van alle soorten defensiematerieel. “Maar daar houdt de overeenkomst ook op”, stelt Lolkema, “want wat het BAAINBw extra doet is zorgen voor de instandhouding. Dat is in Nederland belegd bij de krijgsmachtdelen. Bij het BAAINBw werken circa 6400 medewerkers, zowel burger als militair, waarvan veel bij de diverse beproevingsbedrijven die zijn verdeeld over heel Duitsland.”
Intensivering samenwerking
De functie in Koblenz bestaat al enige jaren, maar met de intensivering van de binationale samenwerking werd er gezocht naar iemand die beschikte over een goed Duits netwerk, die de Duitse krijgsmachtorganisatie door en door kende en vertrouwd was met Duitse procedures. “Zo kwamen ze bij mij uit”, weet Lolkema. “Ik heb geen echte DMO-achtergrond. Wel ben ik in hart en nieren een TD’er (Technische Dienst). Van YP-408 tot en met Leopard-2; alles wat maar rolt kent geen geheimen meer voor me. Verder heb ik in totaal 9 jaar bij 1 German-Netherlands Corps in Műnster gewerkt. Uit die tijd ken ik bijvoorbeeld de Duitse CDS persoonlijk! Overal waar ik kom ontmoet ik bekenden van mijn 1GNC verleden en dat grote Duitse netwerk is natuurlijk een geweldig voordeel in deze baan.”
Een functie-omschrijving? “Noem het de oren en ogen van Nederland op materieelgebied. Track houden op alles wat hier gebeurt en omgekeerd informeer ik mijn Duitse collega’s wat er speelt in Nederland. Wat kun je voor elkaar betekenen, waar kunnen we mogelijk samenwerken? Een soort van oliemannetje: ervoor zorgen dat alles gesmeerd blijft lopen. Dat gebeurt voor een groot deel vanachter het bureau, maar daarnaast rij ik jaarlijks toch nog eens 25.000 kilometer kriskras door Duitsland.”
Steeds meer samen met Duitsland
Uitstekende deal
Genoeg variatie daarin, zeker de laatste tijd. Neem het project Taurus, het Duits-Nederlandse pantserhuwelijk, waarbij 43 Gemechaniseerde Brigade deel gaat uitmaken van de Duitse 1 Panzerdivision. Dat brengt 414 (DEU/NLD) Panzerbatallion onder bevel van 43 Gemechaniseerde Brigade, waarmee de Leopard gevechtstank weer terug in de Nederlandse gelederen komt. “Een prachtig project en een uitstekende deal”, vindt Lolkema, “want met de overdracht van 16 tanks van Nederland aan Duitsland krijgt onze landmacht een functionerend tankbataljon terug. Inclusief de borging van expertise en know how.”
Een en ander brengt voor de liaison het nodige werk met zich mee. “Voorbeelden? De bestaande operationele communicatiesystemen van Nederland en Duitsland blijken niet met elkaar te kunnen praten. Lastig als je samen een project wil draaien. Ik koppel dan onze technische mensen van JIVC aan de counterparts van BAAINBw, wat dan leidt tot een eventueel gezamenlijk gebruik van de bestaande communicatiemiddelen, maar ook tot de aanschaf van nieuwe radio’s. Daarin nemen we dan meteen onze Luchtmobiele brigade mee, tegenwoordig geïntegreerd met de Duitse Division Schnelle Krafte. Daaraan gekoppeld ligt er momenteel ook werk op mijn bordje over de instandhouding van de NH-90 en Tiger-helikopters die voor DSK vliegen.”
Veel potentie
Andere voorbeelden waar de coördinerende rol van de liaison gewenst is? “Veel van mijn werkzaamheden doe ik momenteel voor het CLAS. Maar er is meer. Het regelen van de juiste documenten voor het munitiebedrijf bij een uitruil van munitie. Op langere termijn de midlife update van de Patriot, in gebruik bij zowel Nederland als Duitsland. De aanschaf van nieuwe onderzeeboten, mijnendetectie en –ruiming. Allemaal projecten met potentie.”
Er ligt dus nog genoeg werk op het bordje van ‘onze man in Koblenz’ en dat vindt ‘ie maar goed ook. “Ik heb het hier uitstekend naar mijn zin: leuke collega’s, gevarieerd werk en Koblenz is natuurlijk een fantastische stad. Als het aan mij ligt verleng ik mijn functieduur met ruim een jaar. Dan heeft Defensie bij de steeds verdergaande samenwerking met Duitsland maximaal profijt van de hier opgebouwde expertise en het netwerk.”