07

Dit artikel hoort bij: Landmacht 02

Mijn Uitrusting: de CV90-schutter

Tekst RITM Charlotte Snel
Foto John van Helvert

Iedereen heeft zijn eigen uitrusting. Enig idee wat collega’s met zich meezeulen? Welke ‘gereedschappen’ voor hen onmisbaar zijn? Maandelijks vertelt een landmachter over de essentiële benodigdheden waarmee hij zijn opdrachten uitvoert. Ditmaal de CV90-schutter van 43 Gemechaniseerde Brigade. 

De CV90 leent zich ideaal voor het transport van infanteristen, maar wordt bovenal geroemd om zijn vuurkracht. Binnenin draagt de schutter een grote verantwoordelijkheid voor zowel zijn collega’s als het inzetbaar houden van dit imposante voertuig. Uit de ‘gereedschapskist’ van Stefan:

Tank Cap

Onmisbaar voor de onderlinge communicatie in het voertuig, maar ook voor het contact met collega’s ‘buiten’. Deze variant van de helm is zacht, speciaal voor de schutter. De commandant, die geregeld bovenluiks opereert, heeft een harder type. De bijbehorende kabel wordt in een zogeheten C-box (communicatiebox, red.) geplugd.

Steeksleutel

Een tool die voor allerlei doeleinden dient; het in- en uitbouwen van onderdelen, het verhelpen van storingen en repareren van het kanon. Volgens Stefan is het, simpel ogende gereedschap, de ‘redding’ van iedere schutter.

Feederstrap

Deze riempjes kunnen binnen in het voertuig worden opgehangen in geval van storing. Mocht er een probleem zijn dan wordt het kanon losgekoppeld en in dit tuigje gehangen. Zou je dat met de hand moeten doen, ben je zeker 2 man kwijt om het kanon vast te houden; niet ideaal in een noodsituatie.

Borstels

Onderhoud is behoud, zeker bij een CV90. Met deze borstels haalt de schutter ophopingen van kruitsporen, roest en kruitslijm weg. Invetten gebeurt niet met olie, maar met een potje groene vet. Simpelweg omdat dit niet verdampt. Kleurt het vet bruin is het hoog tijd voor een nieuwe smeerbeurt.

Informatiemappen

Aan boord hebben de schutter, commandant en chauffeur ieder een eigen mapje waarin zij gegevens noteren. Denk aan onderhoudslijsten, checklists, verschillende waardes, gegevens van het voertuig en de schotenkaart. Onwijs belangrijk: mocht het voertuig ooit worden uitgeleend, moet alles kloppen. Als club blijf je eindverantwoordelijk voor je eigen voertuig.

GLI-tester

Met de witte koker wordt de GLI (Granaat Lanceer Installatie) getest. Het object staat onder stroom en beschikt over een klein zwart knopje dat omgaat op het moment dat er ‘in het echt’ van binnenuit zou worden gevuurd. Op deze manier worden alle 10 de kokers getest. Met de borstel veegt de schutter na gebruik de koker schoon. Want onderhoud… Juist.

Markers

Zonder deze items (vlaggen voor overdag, lichten voor ’s nachts) mag er nergens worden geschoten. Een groen signaal betekent dat er munitie op de bak aanwezig is. Rood markeert de status ‘gereed voor actie’. Geel zegt ‘storing’. De bemanning kan de verschillende signalen combineren. Groen-geel staat voor een veilige storing. Geel-rood onveilig. Cruciaal om de status van het kanon aan te geven voor mensen die een oefening leiden en iedereen die daar omheen loopt.

Korporaal Stefan

CV90-schutter

44 Pantserinfanteriebataljon; 43 Gemechaniseerde Brigade

“Ik was vroeger al een ‘priegelaar’. Een beetje aan fietsen en trekkers sleutelen, mooi man. Pantserinfanterie was dan ook geen gekke keuze voor mij. Eerlijk: dit moet wel je ding zijn hoor. De bereden eenheid is echt een vak apart. Je werkt samen, maar bent tegelijkertijd heel zelfstandig. Zeker als schutter. 

Ik ben specialist op ‘mijn’ toren. Ik vuur, pleeg onderhoud aan het kanon. Kortom: ik ben er medeverantwoordelijk voor dat de CV90 inzetbaar blijft. Samen met de chauffeur en commandant natuurlijk. Met die 2 houd je als schutter altijd een kort lijntje. Een bijzondere band; je moet écht blind op elkaar kunnen vertrouwen. Valt een van hen uit dan moet ik deze taken overnemen. Daar zit best wat oefening in, maar op den duur bouw je echt een broederschap op. Dat moet ook. Als je geen kameraden bent, kun je niet met elkaar de oorlog in.

Doordeweeks zijn we hier in Havelte vooral bezig met onderhoud van de voertuigen. Alles wat je van buitenaf ziet, mogen en kunnen wij zelf vervangen. Daarnaast trainen we mee met de infanterie; want boven alles blijf je natuurlijk infanterist hè. Als die bak het niet meer doet, moet ik gewoon met die jongens lopend voorwaarts. Tja. Best een uitgebreid takenpakket eigenlijk, maar ik zou niet anders willen. Dit is toch hartstikke mooi!?”