12

Dit artikel hoort bij: Landmacht 07

Mijn Uitrusting: de air vehicle operator

Tekst Ingmar Kooman
Foto Louis Meulstee

Elke specialist heeft zijn/haar eigen uitrusting. Weet jij wat je collega draagt in het veld? Welke ‘gereedschappen’ zijn onmisbaar? Maandelijks vertelt een landmachter over zijn/haar vak, drijfveren en de materialen die hij/zij tijdens het werk nodig heeft. Aflevering 14: de air vehicle operator van 107 Aerial Systems Battery. 

De ScanEagle vormt het nieuwste paar ogen van de landmacht. Dit onbemande vliegtuig spiedt ongezien en van grote hoogte. Het verzamelt informatie of vergroot real time het omgevingsbewustzijn van eenheden op de grond. Vaak uren aaneengesloten.

Het grondstation vormt de cockpit van het onbemande toestel. De air vehicle operator, kortweg avo, is de piloot van het vliegtuig. De payload operator ernaast bedient de camera van het systeem. Beeldinterpreteurs beoordelen de ‘vangst’ al tijdens de vlucht dankzij de digitale datalink. De aansturing van het team is tijdens de opdracht in handen van de mission manager.

De ScanEagle kan afhankelijk van de hoeveelheid brandstof en de weersomstandigheden tot wel 20 uur vliegen. Door een apart in te bouwen infraroodcamera is het ook mogelijk om ‘s nachts te vliegen. De teams lossen elkaar geregeld af om scherp te blijven. Het systeem is operationeel ingezet in Mali en bij de anti-piraterijmissie in de wateren bij Somalië.

Lanceerinrichting

De Mk4-katapultinstallatie lanceert de ScanEagle met een snelheid van zo’n 90 kilometer per uur. Na dat pneumatische zetje stuurt de avo het vliegtuig snel naar zijn kruishoogte en begint de opdracht.

Futaba-afstandsbediening

De piloot gebruikt deze radiografische afstandsbediening om de technische werking van de ScanEagle te controleren voor de vlucht. Tijdens de vlucht zelf is het apparaat de levenslijn van de ScanEagle met de avo. Mocht een storing optreden, kan de piloot met deze slimme afstandsbediening de problemen verhelpen of het vliegtuig handmatig binnenhalen.

IMUSE-computers

De IMUSE-software stuurt het vliegtuig aan en draait op een dubbele server. Eentje voor avo en een voor de payload operator. De software maakt de complexe videocamera makkelijk te bedienen. De piloot kan met de computer 1 of meerdere vliegtuigen aansturen. Missies zijn tot in detail voor te bereiden, inclusief handige checklists.

Schermen

Met een batterij aan monitors houden de avo en de payload operator een oogje op hun ‘vliegende verrekijker’. De avo gebruikt er 2, de bedienaar van de camera heeft genoeg aan het live beeld van de ScanEagle zelf, op het rechterscherm. De avo-schermen tonen kaarten van het patrouillegebied en de technische staat van het systeem, zoals snelheid, toerental en hoogte. Zo houdt de piloot te allen tijde een vinger aan de pols van de ScanEagle.

Weerstation

Windsnelheid, windrichting, temperatuur, luchtdruk; de weersomstandigheden zijn bepalend voor de inzet van de ScanEagle. De route, hoogte en vluchtduur; het weer dicteert. Voor elke vlucht ontvangt de eenheid het weerbericht van de meteo-cel. Maar omdat de lokale omstandigheden nogal eens afwijken, doet de piloot ook een check op het lanceerplatform zelf.

SkyHook

De ScanEagle is in tegenstelling tot de kleinere, robuuste Raven relatief kwetsbaar. In plaats van een landingsgestel maakt het vliegtuig gebruik van een ingenieus haaksysteem. De SkyHook is een soort uitschuifbare hengel. Of eigenlijk meer een harp met 1 snaar. Zodra een vleugel de 14 meter lange kabel raakt, glijdt deze langs de kabel en klikt het vliegtuig zich vast met een van de haken aan beide vleugeluiteinden. Daarna kan de SkyHook worden ingeklapt en de ScanEagle binnengehaald.

Sergeant-1 Marieke Bondietti
Air vehicle operator
107 Aerial Systems Battery van het Joint Intelligence Surveillance Target Acquisition & Reconnaissance Commando (JISTARC)

“Tijdens de eerste lichting in Mali trok ik als hoofd inwendige dienst veel op met de module van het JISTARC. De ScanEagle was iets nieuws en ik ben van nature nieuwsgierig, dus al snel had ik een klik met het personeel. De avo’s en de jongens van het onderhoud wilden me ook van alles vertellen over het vliegtuig en het verzamelen van informatie en het maken van inlichtingen. En hoe meer ze me uitlegden, hoe leuker en interessanter ik het vond.

Toen mijn functie als distributeur afliep, was de keuze dan ook snel gemaakt. Het technische deel van de opleiding bleek me wel te liggen, al ben ik niet per se een bèta-meisje. Ik ga gewoon heel serieus met mijn werk om en wil precies weten hoe het werkt. Dus ja, dan zit ik thuis met een föhn tegen een papieren vliegtuigje te blazen om de principles of flight te begrijpen.

Kort na de afronding van mijn opleiding ging ik opnieuw naar Mali. Mooi om je kennis al zo snel in de praktijk te mogen brengen. In Nederland hebben we 2 kleine vlieggebieden, boven Deelen en de Marnewaard. In Mali opereer je over veel grotere afstanden. Een vlucht duurt doorgaans zo’n 10 uur. Net zoals de andere eenheden van het JISTARC zijn we een middel om informatie te vergaren. De beeldinterpreteurs maken van onze vlucht een inlichtingenproduct voor de VN.

Eigenlijk vind ik mijn werk wel stoer. Als piloot leid je de hele vlucht en ben je de baas over hoe het gaat verlopen. Ik krijg zijdelings iets mee van alle beelden. Ik vlieg vooral op de kaart en houd continu de grafiekjes van het vliegtuig in de gaten: draait het motortje stabiel, loopt de temperatuur op, enzovoort. Met nog eens 2 radio’s erbij is dat soms flink multitasken. In die 4 maanden Mali heb ik dan ook heel veel geleerd. De extreme hitte maakt het soms lastig vliegen. Door de thermiek kan de ScanEagle plotseling heel snel stijgen. Ook is ‘ie af en toe bijna niet aan de grond te krijgen.

Binnen de landmacht zijn we een vreemde eend. Wij beleven de missie van boven. In Mali betekent dat vooral: heel veel zand. Wat mij betreft was dit zeker niet mijn laatste uitzending met deze club. Een maritieme missie lijkt me ook heel interessant. Ik zou zo tekenen.”