Luitenant-generaal Mart de Kruif (57) heeft eind maart na bijna 40 dienstjaren afscheid genomen van de Koninklijke Landmacht. De laatste maanden als Commandant Landstrijdkrachten stonden nog bol van de hectiek. “Ik ging hollend over de finishlijn.”
“Doorgaan waar anderen stoppen.” Hoe vaak heeft luitenant-generaal De Kruif dat motto de laatste jaren niet gebruikt in zijn toespraken, tweets of gesprekken? Het is een kernwaarde van de landmachtmilitair, weet de net afgezwaaide landmachtbaas. Het is ook een goede samenvatting van De Kruifs laatste maanden in dienst. Hij ging maar door, waar anderen wellicht al voorzichtig zouden afbouwen. In de eindsprint van zijn militaire loopbaan scoorde De Kruif nog een paar opvallende ‘vinkjes’.
De integratie van 43 Gemechaniseerde Brigade met Duitsland, bijvoorbeeld. En de ondertekening van de Letter of Intent van de samenwerking met België en Luxemburg in Benelux-verband. “Aan het eind van ongeveer 4,5 jaar looptijd van samenwerking met andere landen, zie je dat die nu is geformaliseerd. Het is heel mooi dat je dat kunt meegeven aan je opvolger.”
De uitreiking van de Militaire Willemsorde aan het Korps Commandotroepen (KCT) was op de valreep een absoluut hoogtepunt. “Echt een erkenning van het optreden van het KCT in Afghanistan gedurende 5 jaar onder onvoorstelbaar moeilijke omstandigheden.” De Kruif is vol lof. “De onderscheiding laat zien dat de beroepskrijgsmacht die we nu hebben weer geleerd heeft te vechten. En dat is waar het uiteindelijk om gaat.”
Ultieme offers brengen
De Kruif heeft een imposante carrière achter de rug, met topfuncties als commandant 43 Gemechaniseerde Brigade, ISAF-commandant in Zuid-Afghanistan, Plaatsvervangend en Commandant Landstrijdkrachten. In 2010 kreeg hij een Koninklijke Onderscheiding voor zijn inzet in Afghanistan en in 2015 ontving hij (op voordracht van het Landmachtpersoneel) de Bronzen Soldaat voor zijn verdienste als Commandant Landstrijdkrachten. Het begon allemaal in Breda, waar hij in 1977 cum laude afstudeerde aan de Koninklijke Militaire Academie. Hij ging naar de KMA voor het avontuur: “Je moet mij niet hele dagen op kantoor zetten.”
In de periode 2008 – 2009 beleefde De Kruif zijn ‘finest hour’ als ISAF-commandant van Zuid-Afghanistan, waar hij 24/7 op de toppen van zijn kunnen moest presteren. “Een dimensie die je als Nederlandse generaal normaal gesproken nooit tegenkomt, waar je 45.000 mensen uit 24 landen moet leiden in gevechtsoperaties en waar het sneuvelen van collega’s je bijna iedere dag confronteert met de harde kant van onze professie.” Onlangs hield De Kruif een bijeenkomst in Utrecht voor de nabestaanden van gesneuvelde militairen. “Als je zo’n ultiem offer voor vrijheid moet brengen als je zoon, vader of geliefde, dan vind ik dat wij de plicht hebben – niet alleen als krijgsmacht maar ook als land – om die mensen nooit te vergeten.”
Dwangarbeid in Berlijn
Al jong was er bij De Kruif het besef dat veiligheid niet gratis is. “Mijn vader verrichtte 3 jaar lang dwangarbeid in Berlijn en mijn moeder heeft hier de oorlog meegemaakt met broers die moesten onderduiken. De prijs voor vrijheid werd me altijd ingeprent.” Een achteroom van De Kruif heeft gevochten op de Grebbeberg en daar een dapperheidsonderscheiding verdiend. Zaken die allemaal meespeelden in zijn beroepskeuze.
De Kruif wordt door mensen uit zijn omgeving getypeerd als een ijzervreter, een krijger, iemand die voor zijn mannen en vrouwen staat, open en met het hart op de juiste plek. Zijn vrouw noemde hem eens ‘stronteigenwijs’, al heeft hij het zelf liever over ‘ontzettend vastberaden’. “Als je ergens voor gaat, moet je er 100 procent voor gaan en koers houden. Niet meteen bij de eerste tegenwind het roer omgooien”, luidt zijn devies. Degene die hij tegenover zich vindt, krijgt het lastig. “Mij passeer je niet zo maar. Dat was vroeger bij voetbal al zo. Je komt me nog wel 4 keer tegen.”